ECLI:NL:GHAMS:2015:4513
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bruikleenovereenkomst versus huurovereenkomst en de verplichtingen van de gebruiker
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 3 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen [appellant] en het Academisch Medisch Centrum (AMC) betreffende het gebruik van een stuk grond. [appellant] had in 2000 een braakliggend stuk grond in gebruik gekregen van het AMC, dat het stuk grond ter beschikking stelde voor een periode van enkele weken. De afspraken werden bevestigd in een brief van het AMC, waarin werd vermeld dat [appellant] als goed huisvader voor het stuk grond moest zorgen. Het AMC heeft nooit huur ontvangen voor het gebruik van het stuk grond. In 2011 verkocht het AMC het stuk grond aan de gemeente Amsterdam en zegde het gebruik per 1 mei 2012 op. Na onderhandelingen werd een uitlooptermijn tot 1 september 2012 aangeboden, maar [appellant] heeft het stuk grond niet ontruimd.
De rechtbank oordeelde dat [appellant] het stuk grond moest ontruimen en dat er geen huurovereenkomst bestond, maar een bruikleenovereenkomst. [appellant] ging in hoger beroep en voerde aan dat hij een tegenprestatie had geleverd en dat er sprake was van een huurovereenkomst. Het hof verwierp deze grieven en oordeelde dat de verplichting om als goed huisvader voor het stuk grond te zorgen niet volstond als tegenprestatie voor een huurovereenkomst. Ook de grieven over druk tijdens de onderhandelingen werden afgewezen, omdat [appellant] onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn stellingen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en verwees [appellant] in de proceskosten van het hoger beroep.