3.1Het gaat in deze zaak om aansprakelijkheid van het Kadaster voor een onjuiste vermelding in de basisregistratie en beroepsaansprakelijkheid van de notaris in verband met een hypotheekakte. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
3.1.1Het voormalig KPN-kantoorgebouw aan het [adres] (hierna het pand) werd in 2009 en 2010 door zijn eigenaar Trinca BV (hierna: Trinca) door middel van een grootscheepse verbouwing omgevormd tot hotel met bijbehorend restaurant (Zaan Inn hotel). Eind december 2010 diende Trinca een bedrag te betalen aan de aannemer en een financier (de hierna te noemen [Y] (hierna: [Y] ) en/of [Y] Beheer B.V. ( [Y] Beheer)). PVH Adviesgroep B.V. (hierna: PVH) wenste het pand van Trinca te kopen en had daarom voor eind december 2010 behoefte aan € 1.250.000,= om een aanbetaling aan Trinca te kunnen doen.
3.1.2Het pand was op 25 augustus 2010 getaxeerd op € 13.600.000,= na voltooiing van de verbouwing (die volgens het rapport nog € 6,5 miljoen aan investering zou vergen); de executiewaarde vrij van huur en gebruik is in het van de taxatie opgemaakte rapport van 30 augustus 2010 getaxeerd op € 12.240.000. In dit rapport is tevens vermeld dat het pand op dat moment verhuurd is voor een kale huursom van € 800.000 per jaar.
3.1.3[appellant] heeft zich op 29 december 2010 bereid verklaard om € 500.000,= te financieren.
3.1.4Op het pand rustten sedert 17 juli 2009 een eerste en een tweede hypotheek ten gunste van [Y] respectievelijk [Y] Beheer. De betreffende akten waren door een andere notaris verleden en hielden een bezwaringsverbod in, te weten dat het pand zonder hun schriftelijke toestemming niet met verdere hypotheken mocht worden bezwaard.
3.1.5Bij akte van 31 december 2010, verleden door de notaris, heeft Trinca op het pand, tot zekerheid van een door [appellant] aan PVH verstrekte geldlening, aan [appellant] een derde hypotheek verleend voor een bedrag van € 500.000 vermeerderd met rente en kosten, begroot op € 200.000.
In evenbedoelde akte van 31 december 2010 is onder meer vermeld:
“(…)
Voormeld registergoed is niet anders bezwaard dan met:
- een eerste hypothecaire inschrijving groot driemiljoen euro (€ 3.000.000,00) ten behoeve van de heer [Y] , (…) en
- een tweede hypothecaire inschrijving groot tweemiljoen euro (€ 2.000.000,00) ten behoeve van [Y] Beheer B.V. (…)
- een derde hypothecaire inschrijving groot een miljoen euro (€ 1.000.000,00) ten behoeve van [PVH] (…)
[PVH] verklaarde dat de krachtens de onderhavige akte ten behoeve van (…) [appellant] te vestigen hypotheek en pandrechten een hogere rangorde hebben dan het recht van hypotheek ten behoeve van [PVH] (…)”
3.1.6De notaris heeft onderzoek naar de zogenoemde voorbelasting op het pand gedaan in de Basisregistratie Kadaster. Hierin was opgenomen dat deze voor de eerste, tweede en derde hypotheek tezamen € 5.500.000 bedroeg. De notaris heeft het hiervoor genoemde recht van (vierde) hypotheek ten behoeve van [appellant] (dat na rangwisseling met PVH derde in rang zou zijn) gevestigd, zonder dat schriftelijke toestemming van [Y] en [Y] Beheer gevraagd en/of gegeven was.
3.1.7In afwijking van hetgeen de Basisregistratie Kadaster hieromtrent vermeldde, bedroeg de hypothecaire voorbelasting echter een hoger bedrag. De betreffende akten vermelden een aan [Y] verleend eerste recht van hypotheek op het pand voor een hoofdsom van €
4.000.000 te vermeerderen met rente en kosten, begroot op € 2.400.000 en aan [Y] Beheer B.V. een tweede recht van hypotheek voor een hoofdsom van € 2.000.000 te vermeerderen met rente en kosten, begroot op
€ 1.200.000.
3.1.8Op 20 september 2011 heeft de Bewaarder van het Kadaster en de Openbare Registers met betrekking tot het eerste recht van hypotheek het volgende verklaard:
“(…)
Abusievelijk is in het onderhavige geval in de Basisregistratie Kadaster het bedrag van de geldlening ad € 3.000.000 vermeld in plaats van het bedrag van de hypotheekstelling ad € 4.000.000. Wanneer het brondocument uit het Openbaar Register was geraadpleegd was duidelijk geworden dat het bedrag waarvoor hypotheek werd verleend € 4.000.000 bedroeg. De verwijzing naar het brondocument (het deel en nummer van inschrijving) was aanwezig in de Basisregistratie Kadaster. De fout (…) is gecorrigeerd na een melding (…) en na het raadplegen van de openbare registers door een medewerker van het Kadaster.(…)”
3.1.9Bij koopovereenkomst van 31 december 2010 is het pand door Trinca aan PVH verkocht voor een prijs van € 7.050.000. Deze koopovereenkomst is niet geëffectueerd.
3.1.10Op 15 december 2011 is PVH gefailleerd.
3.1.11Op 22 juni 2012 is het pand executoriaal verkocht voor € 4.660.000.
3.1.12Aan [appellant] heeft geen uitkering plaatsgevonden.