3.1Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
3.1.1Het voormalig KPN-kantoorgebouw aan het [adres] (hierna het pand) werd in 2009 door zijn eigenaar Trinca BV (hierna Trinca) door middel van een grootscheepse verbouwing omgevormd tot hotel met bijbehorend restaurant (Zaan Inn hotel).
3.1.2[X] (hierna: [X] ) en [X] Beheer BV ( [X] Beheer) hebben Trinca in dat verband geldleningen verstrekt tot een totaalbedrag van € 4 miljoen ( [X] ) respectievelijk € 1 miljoen ( [X] Beheer). Tot zekerheid van die leningen was aan [X] een recht van eerste hypotheek voor een bedrag in hoofdsom van € 4 miljoen respectievelijk aan [X] Beheer een recht van tweede hypotheek voor een bedrag van € 2 miljoen op het pand verleend bij twee aktes van 17 juli 2009, verleden door een andere notaris dan de notaris. In die aktes stond “
het onderpand mag zonder schriftelijke toestemming van de hypotheekhouder (…) niet met (verdere) hypotheken(…) worden bezwaard.’
3.1.3Het pand was op 25 augustus 2010 getaxeerd op € 13.600.000,= na voltooiing van de verbouwing (die volgens het rapport nog € 6,5 miljoen aan investering zou vergen); de executiewaarde vrij van huur en gebruik is in het van de taxatie opgemaakte rapport van 30 augustus 2010 getaxeerd op € 12.240.000. In dit rapport is tevens vermeld dat het pand op dat moment verhuurd is voor een kale huursom van € 800.000 per jaar.
3.1.4Bij akte van 30 december 2010, verleden door de notaris, is ten behoeve van PVH Adviesgroep B.V. (hierna: PVH) een derde hypotheek ingeschreven voor € 1 miljoen, zonder dat toestemming van [X] of [X] Beheer was verkregen. (De vraag of/omstandigheid dat later rangwisseling heeft plaatsgevonden, laat het hof bij gebrek aan belang onbeantwoord, zowel bij deze hypotheek als bij de hierna te noemen verdere hypotheken.)
3.1.5Bij akte van 31 december 2010, verleden door de notaris, is, zonder dat toestemming van [X] of [X] Beheer was verkregen, tot zekerheid van een door [A] (hierna: [A] ) aan PVH verstrekte geldlening, aan [A] het recht van vierde hypotheek op het pand verleend voor een bedrag van € 500.000.
3.1.6Bij akte van 3 januari 2011, verleden door de notaris, is, zonder dat toestemming van [X] of [X] Beheer was verkregen, tot zekerheid van een door Participatiemaatschappij Chranita B.V. en [Y] Beheer B.V. (hierna tezamen te noemen Chranita c.s.) aan PVH het recht van vijfde hypotheek op het pand verleend voor een bedrag van (in totaal) € 750.000.
3.1.7Op 11 februari 2011 respectievelijk 10 maart 2011 zijn een zesde en een zevende hypotheek op het pand ingeschreven, op basis van door de notaris verleden aktes.
3.1.8De stichting Parteon (Parteon) heeft op 12 april 2011 ten laste van Trinca conservatoir beslag gelegd voor een op € 5.060.000 begrote vordering. Deze vordering is later (in augustus 2012) gegrond bevonden tot een bedrag van € 440.000,=.
3.1.9Bij koopovereenkomst van 31 december 2010, ingeschreven in het kadaster op 17 november 2011, is het pand door Trinca aan PVH verkocht voor een prijs van
€ 7.050.000. Deze koopovereenkomst is nooit geeffectueerd.
3.1.10Op 15 december 2011 is PVH gefailleerd.
3.1.11Trinca heeft het pand bij overeenkomst van 20 november 2011 verkocht aan NRE Amsterdam II B.V. (hierna: NRE) voor € 7.200.000 exclusief (€ 8.568.000 inclusief) BTW. Het pand gold onder de vigerende regelgeving als een nieuw gevormde zaak zodat de transactie met BTW (en niet overdrachtsbelasting) belast was.
3.1.12De aannemer oefende op dat moment een retentietrecht uit voor een vordering van € 2,5 miljoen.
3.1.13De hypotheekhouders [A] , Chranita c.s. en PVH alsmede de beslaglegger hebben niet in willen stemmen met doorhaling van hun hypotheken respectievelijk beslag. [X] Beheer heeft in kort geding gepoogd daartoe alsnog te komen, doch haar vorderingen zijn afgewezen.
3.1.14NRE heeft de koopovereenkomst ontbonden omdat niet voor 1 maart 2012 vrij van hypotheek en beslag geleverd kon worden.
3.1.15Op 22 juni 2012 is het pand door [X] als eerste hypotheekhouder executoriaal verkocht voor € 4.660.000 (exclusief BTW, en na aftrek van kosten en afkoop van het onder 3.1.12 bedoelde retentierecht) aan [X] Beheer. De BTW diende door de koper rechtstreeks aan de fiscus te worden voldaan. Op de vordering van [X] Beheer is daardoor (slechts) € 60.000 betaald.
3.1.16[X] Beheer heeft het pand op 18 juli 2012 vervolgens aan Zaan Inn Holding BV verkocht en geleverd voor een koopsom van € 7.750.000. Inmiddels wordt in het pand door deze koper een hotel geëxploiteerd.