ECLI:NL:GHAMS:2015:4290

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 oktober 2015
Publicatiedatum
16 oktober 2015
Zaaknummer
23-004323-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van (gewoonte)witwassen na onvoldoende onderbouwing door het Openbaar Ministerie

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden voor verschillende feiten, waaronder (gewoonte)witwassen. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden. De Hoge Raad had eerder het arrest van het hof vernietigd, maar alleen wat betreft de beslissingen over het onder 10 ten laste gelegde feit en de strafoplegging. Het hof heeft vastgesteld dat het Openbaar Ministerie onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor de stelling dat de verklaringen van de verdachte over de herkomst van het geld en de goederen niet geloofwaardig zijn. De verdachte heeft tijdens de behandeling in hoger beroep verklaringen afgelegd die door een getuige zijn bevestigd, en het hof oordeelt dat deze verklaringen niet op voorhand onaannemelijk zijn. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit van (gewoonte)witwassen, omdat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan dit feit. De rechtbank had eerder de verdachte vrijgesproken van een aantal voorwerpen die in de tenlastelegging waren opgesomd, en het hof heeft geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het hoger beroep voor zover dat gericht was tegen deze deelvrijspraken. Het hof heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft verschillende in beslag genomen voorwerpen verbeurd verklaard en onttrokken aan het verkeer.

Uitspraak

parketnummer: 23-004323-14
datum uitspraak: 15 oktober 2015
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen – na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 28 oktober 2014 – op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 5 april 2012 in de strafzaak onder parketnummer 13-708158-11 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1988,
adres: [adres].
Procesgang
De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte bij vonnis van 5 april 2012 voor het onder 1, 2, 3, 5, 6, 7, 9 en 10 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Het gerechtshof Amsterdam heeft in hoger beroep bij arrest van 20 december 2013 het vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan.
De verdachte heeft tegen het arrest van het gerechtshof beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 28 oktober 2014 het arrest van het gerechtshof Amsterdam vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 10 ten laste gelegde feit en de strafoplegging, en heeft de zaak naar het hof teruggewezen, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
De omvang van het hoger beroep na verwijzing
De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte vrijgesproken van witwassen van een aantal in de tenlastelegging onder 10 opgesomde voorwerpen. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen deze deelvrijspraken. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep ter zake van feit 10 gegeven deelvrijspraken.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van
22 maart 2012 en, na terugwijzing, op de terechtzitting van dit hof van 1 oktober 2015.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijzigingen is aan de verdachte, voor zover thans nog aan de orde, ten laste gelegd dat:

10.primair:hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 12 december 2011, te Amsterdam e/of Diemen, althans in Nederland, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte, een of meer voorwerp(en) en/of een of meer geldbedrag(en), te weten

- een of meer (personen)auto('s), te weten een Opel, kenteken [kenteken 1] en/of een Fiat, kenteken [kenteken 2] en/of een Volkswagen, kenteken [kenteken 3] en/of
- een bromfiets (kenteken [kenteken 4]) en/of
- een of meer kledingstuk(ken) (met een totale waarde van (ongeveer) 8276,35 euro) en/of
- een horloge (merk Cartier) en/of
- een gouden ring met diamanten en/of
- een of meer geldbedrag(en) van in totaal (ongeveer) 22120 euro (zegge: tweeëntwintigduizend en honderdentwintig euro),
(telkens) heeft verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of daarvan heeft gebruikt gemaakt, terwijl hij wist dat dat/die voorwerp(en) en/of geldbedrag(en)- onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit een misdrijf;

10.10 subsidiair:hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 12 december 2011 te Amsterdam en/of Diemen, althans in Nederland, een of meer voorwerp(en) en/of geldbedrag(en), te weten

- een of meer (personen)auto('s), te weten een Opel, kenteken [kenteken 1] en/of een Fiat, kenteken [kenteken 2] en/of een Volkswagen, kenteken [kenteken 3] en/of
- een bromfiets (kenteken [kenteken 4]) en/of
- een of meer kledingstuk(ken) (met een totale waarde van (ongeveer) 8276,35 euro) en/of
- een horloge (merk Cartier) en/of
- een gouden ring met diamanten en/of
- een of meer geldbedrag(en) van in totaal (ongeveer) 22120 euro (zegge: tweeëntwintigduizend en honderdentwintig euro),
heeft verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit een misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – zal worden vernietigd, omdat het hof ten aanzien van het onder 10 ten laste gelegde en de strafoplegging tot andere beslissingen komt dan de rechtbank.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof dient de verdachte worden vrijgesproken van het aan hem ten laste gelegde feit en overweegt daartoe het volgende.
Het witwasdossier van 16 februari 2012 betreft een overzicht van de voorwerpen die bij de verdachte zijn aangetroffen, ofwel op enig moment in zijn bezit zijn geweest en een overzicht van de contante stortingen van geldbedragen op zijn bankrekening. Voorts blijkt uit het dossier welke legale inkomsten de verdachte heeft genoten en de uitgaven die hij in de onderzochte periode zou hebben gedaan.
Op grond van dit onderzoek is aan de verdachte ten laste gelegd dat hij zich in de periode van 1 januari 2007 tot en met 12 december 2011 zou hebben schuldig gemaakt aan (gewoonte)witwassen.
De vraag die beantwoord moet worden is of de verdachte het op zichzelf gerechtvaardigde vermoeden dat het niet anders kan zijn dan dat het geld van misdrijf afkomstig is, met een concrete, min of meer verifieerbare en niet reeds op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring afdoende heeft bestreden.
Naar het oordeel van het hof dient voornoemde vraag – in het licht van hetgeen hierna wordt overwogen – bevestigend te worden beantwoord.
Tijdens de behandeling in hoger beroep heeft de verdachte verklaringen gegeven over de herkomst van het geld en de bij hem aangetroffen goederen. Zo is de lezing van de verdachte over de contante stortingen op zijn bankrekening en de herkomst van een aantal bij hem aangetroffen goederen bevestigd door een ter terechtzitting gehoorde getuige. Ook over de betalingen aan het CJIB heeft hij een aannemelijke verklaring afgelegd. Geen van deze verklaringen lijkt op voorhand volstrekt onaannemelijk en voor elk daarvan is in enigerlei mate onderbouwing te vinden.
Het openbaar ministerie heeft in hoger beroep de lezing van de verdachte omtrent de herkomst van het geld en de voorwerpen ook op een aantal punten gevolgd en gevorderd dat de verdachte in zoverre voor een deel van het ten laste gelegde witwassen dient te worden vrijgesproken. Het openbaar ministerie heeft zich ten aanzien van de overige verklaringen op het standpunt gesteld dat deze niet geloofwaardig zijn. Het hof volgt het openbaar ministerie hier niet in, temeer nu het openbaar ministerie enerzijds wel de verklaringen van de verdachte en de getuige geloofwaardig acht en anderzijds niet, zonder dit onderbouwd te beargumenteren.
Naar het oordeel van het hof is derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder
10 primair en subsidiair is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Oplegging van straffen en maatregel
De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van
36 maanden met aftrek van voorarrest.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte voor het onder 10 primair tenlastegelegde en de overige door de rechtbank bewezenverklaarde feiten zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest. Ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de beslissingen van de rechtbank zal overnemen.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich samen met een ander bezig gehouden met de voorbereiding van een diefstal met geweld, dan wel afpersing, hoogstwaarschijnlijk in de vorm van een zogenaamde ripdeal. Hiertoe hadden zij onder meer vuurwapens, munitie en vals geld bij zich. Dergelijke feiten veroorzaken maatschappelijke onrust en versterken de in de samenleving aanwezige gevoelens van onveiligheid.
Ze gaan vaak gepaard met (grof) geweld tegen personen. Bovendien brengt reeds het enkele voorhanden hebben van vuurwapens en munitie grote risico’s voor de veiligheid van personen met zich.
Verder had de verdachte diverse voorwerpen voorhanden waaruit valt op te maken dat hij zich op meerdere vlakken in het criminele circuit beweegt, te weten:
  • een hoeveelheid cocaïne. Harddrugs zijn schadelijk voor de volksgezondheid en het gebruik ervan en de handel in deze middelen vormt een bron voor het plegen van diverse criminele activiteiten;
  • een zogenaamde jammer. Zonder vergunning wordt dit radiozendapparaat doorgaans gebruikt om opsporing door politie en justitie te verstoren;
  • een vals identiteitsbewijs. Dit kan worden gebruikt om bijvoorbeeld de politie te misleiden omtrent de ware identiteit. Hiermee wordt het vertrouwen dat moet kunnen worden gesteld in van overheidswege verstrekte identiteitsdocumenten geschonden.
Blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 24 september 2015 is de verdachte eerder wegens vermogens-, gewelds- en valsheidsdelicten onherroepelijk veroordeeld tot gevangenisstraffen. Tot slot heeft het hof acht geslagen op een (beknopt) reclasseringsadvies van
21 maart 2012, waaruit volgt dat het recidiverisico als hoog wordt ingeschat en het niet de verwachting is dat begeleiding of toezicht in de toekomst daarin verandering zal brengen.
Alles afwegende en in acht genomen dat de verdachte van het onder 10 ten laste gelegde feit zal worden vrijgesproken, acht het hof een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van voorarrest, passend en geboden.
Verbeurdverklaring
Het onder 1 ten laste gelegde en bewezen verklaarde feit is begaan met behulp van de op de als bijlage aan dit arrest gehechte beslaglijst onder nummer 1, 2, 3 en 19 genoemde voorwerpen. Zij behoren de verdachte toe. Zij zullen daarom worden verbeurdverklaard.
Onttrekking aan het verkeer
Overeenkomstig de overweging van de rechtbank ten aanzien van het op de als bijlage aan dit arrest gehechte beslaglijst onder nummer 22 genoemde voorwerp, is het hof van oordeel dat dit voorwerp dient te worden onttrokken aan het verkeer.
Het onder 3, 6 en 7 ten laste gelegde en bewezen verklaarde feit is begaan met betrekking tot de op de als bijlage aan dit arrest gehechte beslaglijst onder nummer 6, 21 en 42 genoemde voorwerpen. Deze zullen aan het verkeer worden onttrokken, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
Teruggave aan de verdachte
Gelet op de vrijspraak van het onder 10 ten laste gelegde feit zal het hof gelasten dat de op de als bijlage aan dit arrest gehechte beslaglijst onder nummer 9, 14, 17, 18, 20 en 23 tot en met 31 genoemde voorwerpen worden teruggegeven aan de verdachte.
Bewaring ten behoeve van de rechthebbende
Gelet op de vrijspraak van het onder 10 ten laste gelegde feit zullen de op de als bijlage aan dit arrest gehechte beslaglijst onder nummer 32 en 33 genoemde voorwerpen worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende.
Toepasselijke wettelijk voorschriften
De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 46, 47, 57, 63, 209, 231, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen
26 en 55 van de Wet wapens en munitie en artikel 10.9 van de Telecommunicatiewet.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de (deel)vrijspraken van het onder 10 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 10 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
De op de als bijlage aan dit arrest gehechte beslaglijst onder nummer 1, 2, 3 en 19 genoemde voorwerpen.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: de op de als bijlage aan dit arrest gehechte beslaglijst onder nummer 6, 21, 22 en 42 genoemde voorwerpen.
Gelast de
teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: de op de als bijlage aan dit arrest gehechte beslaglijst onder nummer 4, 5, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 20, 23 tot en met 31 en 34 tot en met 41 genoemde voorwerpen.
Gelast de
bewaringten behoeve van de rechthebbende van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: de op de als bijlage aan dit arrest gehechte beslaglijst onder nummer 32 en 33 genoemde voorwerpen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Jurgens, mr. P.C. Römer en mr. A. Dantuma-Hieronymus, in tegenwoordigheid van
mr. P.M. Huizenga, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
15 oktober 2015.
Mr. Dantuma-Hieronymus is buiten staat het arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]