ECLI:NL:GHAMS:2015:4160

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 oktober 2015
Publicatiedatum
8 oktober 2015
Zaaknummer
200.163.122/02 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot mededelingen uit onderzoeksverslag in vennootschapsrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de voorzitter van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 5 oktober 2015 een beschikking gegeven inzake een verzoek van [A] om machtiging tot het doen van mededelingen aan derden uit een onderzoeksverslag. Dit verzoek is gedaan in het kader van een procedure die [A] voornemens was aan te spannen tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Sovereign Trust (Netherlands) B.V. (STN). De voorzitter heeft in zijn overwegingen het belang van [A] om het onderzoeksverslag te gebruiken in haar procedure tegen STN, waarin zij een vordering tot uitstoting van een mede-aandeelhouder wilde instellen, meegewogen. De voorzitter heeft vastgesteld dat het oogmerk om het onderzoeksverslag in een geschillenregelingsprocedure in te brengen een voldoende zwaarwegend belang vormt om de gevraagde machtiging te verlenen. Daarbij is ook rekening gehouden met het feit dat de andere belanghebbenden geen bezwaar hebben gemaakt tegen het verzoek van [A]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de machtiging onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend. De beschikking is openbaar uitgesproken, wat de transparantie van de procedure waarborgt.

Uitspraak

beschikking
______________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
VOORZITTER VAN DE ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.163.122/02 OK
beschikking van de voorzitter van de Ondernemingskamer van 5 oktober 2015
inzake
[A],
wonende te [....] ,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. M.J. Meermans-de Vries, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SOVEREIGN TRUST (NETHERLANDS) B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n

1.[B] ,

wonende te [....]
2.
[C],
wonende te [....] ,
3. de rechtspersoon naar buitenlands recht
SOVEREIGN MEDIA LIMITED,
gevestigd te Gibraltar,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. R.G.J. de Haan,kantoorhoudende te Amsterdam.
1.
Het verloop van het geding
1.1
In het vervolg zal verzoekster worden aangeduid met [A] , verweerster met STN, belanghebbende sub 3 als SML en belanghebbenden gezamenlijk met SML c.s.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 5 april 2013, 17 april 2013, 15 mei 2014, 20 november 2014 en 2 december 2014 in de zaak met zaaknummer 200.120.026/01 OK.
1.3
Bij de beschikkingen van 5 en 17 april 2013 heeft de Ondernemingskamer - voor zover thans van belang - een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van STN, een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, alsmede bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding G.L. Sirks benoemd tot bestuurder van STN, bepaald dat alle aandelen in het kapitaal van STN - minus één aandeel van elk van beide aandeelhouders - ten titel van beheer aan mr. T. de Waard (hierna: De Waard) zijn overgedragen, en een aantal bestuursbesluiten geschorst.
1.4
Bij de beschikking van 15 mei 2014 heeft de Ondernemingskamer mr. H.M. de Mol van Otterloo aangewezen als onderzoeker.
1.5
Bij de beschikking van 20 november 2014 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het op die dag ter griffie neergelegde verslag (met bijlagen) van de onderzoeker (hierna: het onderzoeksverslag) ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden.
1.6
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie van de Ondernemingskamer op 15 september 2015 per fax en op 16 september 2015 per post, heeft [A] de voorzitter van de Ondernemingskamer verzocht om machtiging tot het doen van mededelingen uit het onderzoeksverslag aan derden in de door haar aanhangig te maken procedure ex art. 2:336 BW voor de rechtbank Amsterdam.
1.7
Bij brief van 17 september 2015 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over voormeld machtigingsverzoek.
1.8
Bij e-mail van 21 september 2015 heeft mr. De Haan namens SML c.s. laten weten dat zij geen bezwaar hebben tegen het verzoek van [A] . Bij brief van 21 september 2015 heeft ook De Waard bericht geen bezwaar te hebben tegen dat verzoek. Van andere partijen is in dit verband niet vernomen.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Ter toelichting van haar verzoek heeft [A] - kort samengevat - het volgende aangevoerd. In de door haar aanhangig te maken procedure bij de rechtbank Amsterdam zal zij een vordering instellen op de voet van art. 2:336 BW tot uitstoting van SML als mede-aandeelhouder van STN. [A] heeft belang om het onderzoeksverslag in die procedure te gebruiken nu een aantal gedragingen die [A] wenst aan te voeren ter onderbouwing van haar vordering door de onderzoeker is onderzocht en is opgenomen in het onderzoeksverslag, aldus [A] .
2.2
Naar het oordeel van de voorzitter van de Ondernemingskamer vormt het oogmerk om het onderzoeksverslag in een geschillenregelingsprocedure in te brengen een voldoende zwaarwegend belang om [A] een machtiging op de voet van art. 2:353 lid 3 BW te verlenen. De voorzitter van de Ondernemingskamer heeft voorts in aanmerking genomen dat het in art. 2:353 lid 3 BW neergelegde uitgangspunt van vertrouwelijkheid van het onderzoeksverslag dient ter bescherming van de belangen van de rechtspersoon en dat deze geen bezwaar heeft gemaakt tegen het machtigingsverzoek. Nu voorts de overige verschenen belanghebbenden hebben laten weten geen bezwaar te hebben tegen het machtigingsverzoek en de voorzitter ook overigens niet is gebleken van belangen van de vennootschap die zich verzetten tegen toewijzing, zal hij de verzochte machtiging verlenen op de hierna te vermelden wijze.

3.De beslissing

De voorzitter van de Ondernemingskamer:
machtigt [A] , wonende te [....] , om uit het verslag met de bijlagen van het door mr. H.M. de Mol van Otterloo verrichte onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Sovereign Trust (Netherlands) B.V., gevestigd te Amsterdam, neergelegd ter griffie van de Ondernemingskamer op 20 november 2014, mededeling te doen door daarvan in de door [A] aanhangig te maken procedure op de voet van art. 2:336 BW bij de rechtbank Amsterdam gebruik te maken ter toelichting en/of (ondersteuning van) bewijs van haar stellingen in die procedure;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, in tegenwoordigheid van
mr. R. Verheggen, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 oktober 2015.