ECLI:NL:GHAMS:2015:4136
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens overschrijding beroepstermijn in zaak tegen gerechtsdeurwaarders
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders. De appellant, hier aangeduid als klager, had op 1 juni 2015 een beroepschrift ingediend tegen een eerdere beslissing van de kamer van 6 december 2011. Deze beslissing had het verzet van klager tegen een eerdere beschikking van de voorzitter van de kamer van 12 juli 2011, waarin zijn klacht tegen de gerechtsdeurwaarders als kennelijk niet-ontvankelijk was afgewezen, ongegrond verklaard.
De gerechtsdeurwaarders hebben op 19 juni 2015 een verweerschrift ingediend. De behandeling van de zaak vond plaats op 4 september 2015, maar zowel klager als de gerechtsdeurwaarders zijn niet verschenen. Het hof heeft vervolgens de stukken van het geding bestudeerd en vastgesteld dat de beslissing van de kamer van 6 december 2011 op 23 december 2011 was verzonden. Volgens artikel 45 van de Gerechtsdeurwaarderswet moet hoger beroep binnen dertig dagen na de schriftelijke kennisgeving worden ingesteld. De termijn eindigde op 23 januari 2012, terwijl het beroepschrift pas op 1 juni 2015 was ontvangen.
Het hof concludeert dat klager niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep, aangezien er geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die de overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar maken. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 6 oktober 2015.