ECLI:NL:GHAMS:2015:4135
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing klacht gerechtsdeurwaarders
In deze zaak heeft klager op 1 juni 2015 een beroepschrift ingediend tegen de beschikking van de voorzitter van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam, die op 5 juli 2011 de klacht van klager als kennelijk niet-ontvankelijk had afgewezen. De gerechtsdeurwaarders hebben op respectievelijk 6 juli 2015 en 19 juni 2015 verweerschriften ingediend. De behandeling van de zaak vond plaats op 4 september 2015, maar zowel klager als de gerechtsdeurwaarders zijn niet verschenen. Het hof heeft de stukken van de eerste instantie en de ingediende stukken bestudeerd. Volgens artikel 39 lid 2 van de Gerechtsdeurwaarderswet kan tegen de beschikking van de voorzitter van de kamer tot afwijzing van een klacht binnen veertien dagen schriftelijk verzet worden gedaan. Het hof oordeelt dat klager niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep, omdat er geen ander rechtsmiddel openstaat tegen de beschikking van de voorzitter van de kamer. De beslissing van het hof is op 6 oktober 2015 openbaar uitgesproken.