Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
geïntimeerde in principaal appel,
tevens incidenteel geïntimeerde,
niet verschenen,
geïntimeerde in principaal appel,
tevens incidenteel appellant,
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
geïntimeerde in principaal appel,
tevens incidenteel geïntimeerde,
niet verschenen.
1.Het geding in hoger beroep
- [geintimeerde sub 3] : memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel appel, met producties;
- [appellante] : memorie van antwoord in incidenteel appel, met producties.
Bij die gelegenheid zijn door [geintimeerde sub 3] stukken in het geding gebracht.
Het hof heeft aan het begin van de zitting ontvankelijkheidsvragen aan de orde gesteld.
2.Ontvankelijkheid
De rechtbank heeft op 30 november 2011 tussen hen eindvonnis gewezen op basis van de vordering van [geintimeerde sub 1] . [geintimeerde sub 2] , [appellante] en [geintimeerde sub 4] werden in hun reconventionele vorderingen niet-ontvankelijk verklaard.
[geintimeerde sub 2] is op zijn beurt in incidenteel appel gekomen. Blijkens de door hem ingestelde vordering streeft hij een andere verdeling tussen alle vijf betrokken partijen na dan de rechtbank heeft vastgesteld, waaronder een voor zijn zussen ongunstiger verdeling, en moet het hof het aldus ervoor houden dat hij niet alleen [appellante] maar ook [geintimeerde sub 1] , [geintimeerde sub 3] en [geintimeerde sub 4] als geïntimeerde partij heeft aangemerkt.
Het hof overweegt als volgt.
Verder bestaat op de voet van het bepaalde in artikel 680 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in eerste aanleg de mogelijkheid om ervoor te zorgen dat alle partijen die aan een verdeling dienen mee te werken bij een verdelingsgeding worden betrokken. Daarmee is tot uitdrukking gebracht het belang van de betrokkenheid van alle deelgenoten bij het te beslissen verdelingsgeding.
De vraag is of voormelde omstandigheden van voldoende gewicht zijn om (uit eigen beweging) appel te mogen instellen tegen medegedaagden, die ogenschijnlijk processuele medestanders zijn doch in materieel opzicht elk een andere verdeling nastreven, opdat met de standpunten van alle partijen rekening kan worden gehouden. Het hof is van oordeel dat deze vraag ontkennend moet worden beantwoord.