Uitspraak
mr. H.L. Thieschefferte Leeuwarden,
mr. E.T. van den Houtte Amsterdam.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 29 september 2015 uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een incidentele vordering tot zekerheidstelling voor proceskosten, ingediend door [geïntimeerde]. De vordering was gebaseerd op het argument dat [appellant] niet ingeschreven staat in de Basisregistratie Personen, wat volgens [geïntimeerde] zou betekenen dat hij geen woon- of gewone verblijfplaats in Nederland heeft. Dit zou het verhaal van de proceskosten bemoeilijken, aangezien [geïntimeerde] vreesde dat [appellant] zich schuilhield voor schuldeisers.
Het hof heeft de argumenten van [geïntimeerde] beoordeeld en geconcludeerd dat de enkele omstandigheid dat [appellant] niet staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen onvoldoende is om aan te nemen dat hij geen woon- of gewone verblijfplaats in Nederland heeft. Het hof heeft daarom de incidentele vordering tot zekerheidstelling afgewezen. De kosten van het incident zullen worden verhaald op [geïntimeerde], die in het ongelijk is gesteld. De hoofdzaak is verwezen naar de rol voor partijberaad op 13 oktober 2015, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de inschrijving in de Basisregistratie Personen, maar ook dat dit op zichzelf niet voldoende is om te concluderen dat iemand geen woon- of verblijfplaats heeft. Het hof heeft de vordering van [geïntimeerde] afgewezen en de zaak verder verwezen voor behandeling in de hoofdzaak.