Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.POSTNL N.V,
KONINKLIJKE POSTNL B.V.,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een vordering van PostNL tegen een appellant, die wordt beschuldigd van het op grote schaal vervaardigen, verspreiden en verkopen van valse postzegels. De vordering is gebaseerd op een vermeende inbreuk op auteursrechten en/of een onrechtmatige daad, zoals vastgelegd in artikel 6:166 van het Burgerlijk Wetboek. In een eerder tussenarrest van 11 november 2014 heeft het hof geoordeeld dat PostNL voorshands geslaagd is in het bewijs van de valsheid van de betrokken postzegels, behoudens tegenbewijs. Het hof heeft aangekondigd dat het voornemens is een deskundigenbericht te gelasten om de zaak verder te onderzoeken.
Tijdens de procedure heeft de appellant een akte met producties ingediend, terwijl PostNL een antwoordakte met producties heeft overgelegd. Het hof heeft de zaak naar de rol van 13 oktober 2015 verwezen voor uitlating van de appellant over een nieuwe productie, een brief van Walsall Security Printers Ltd, die op 11 december 2014 is gedateerd. De appellant heeft nog niet de gelegenheid gehad om zich over deze nieuwe productie uit te laten, en het hof heeft bepaald dat PostNL geen antwoordakte mag nemen.
De beslissing van het hof houdt in dat de zaak wordt aangehouden voor verdere beoordeling, waarbij de appellant de kans krijgt om te reageren op de nieuwe productie. Het hof heeft de zaak naar de rol verwezen voor een akte aan de zijde van de appellant, met het doel om de nieuwe productie te bespreken. Het arrest is uitgesproken in een andere samenstelling dan het eerdere tussenarrest, vanwege het vertrek van een van de raadsheren.