Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
grief 2als
grief 1,
grief 3en
grief 4falen en dat
grief 5, die zelfstandige betekenis mist, hetzelfde lot deelt.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellante] tegen Nationale-Nederlanden Bank N.V. De zaak betreft de echtheid van handtekeningen onder een kredietovereenkomst en een reactie van [appellante] uit 2005. Het hof heeft eerder tussenarresten uitgesproken waarin deskundigen zijn benoemd om de handtekeningen te onderzoeken. De deskundige concludeerde dat de betwiste handtekeningen waarschijnlijk door [appellante] zijn vervaardigd. Het hof oordeelt dat [appellante] niet is geslaagd in het tegenbewijs en bevestigt de eerdere oordelen. Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep en veroordeelt [appellante] tot betaling van een bedrag van € 24.862,41, vermeerderd met vertragingsrente. Tevens worden de proceskosten aan de zijde van Nationale-Nederlanden begroot en [appellante] wordt veroordeeld in deze kosten.