ECLI:NL:GHAMS:2015:3922
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- C.C. Meijer
- E.P. Polak
- J.F. Aalders
- Rechtspraak.nl
Huurrechtelijke geschil over toestemming voor onderverhuur en ontbinding huurovereenkomst
In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen [appellant] en [geïntimeerde] betreffende de onderverhuur van een woning. [appellant] heeft de huurovereenkomst met [geïntimeerde] op 28 december 1983 gesloten, waarbij het gehuurde per 1 januari 1984 in gebruik werd gegeven. De huurovereenkomst bevatte een clausule die het zonder toestemming van de verhuurder verbiedt om het gehuurde aan derden in gebruik te geven. [geïntimeerde] heeft het gehuurde echter voor een periode van zes maanden in gebruik gegeven aan een derde zonder toestemming van [appellant]. Dit leidde tot een geschil, waarbij [appellant] de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde vorderde. De kantonrechter heeft de vorderingen van [appellant] afgewezen, omdat hij geen concrete feiten had aangedragen die de onderverhuur zouden rechtvaardigen. Het hof heeft de zaak in hoger beroep behandeld en geconcludeerd dat [geïntimeerde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst. Het hof heeft [geïntimeerde] toegelaten tot bewijslevering van haar stelling dat [appellant] in het verleden toestemming had gegeven voor de onderverhuur. De beslissing over de verdere procedure is aangehouden.