2.Feiten
De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 1.1 tot en met 1.13 (bij correcte doornummering had dit 1.1 tot en met 1.15 moeten zijn) de feiten vastgesteld die hij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en komen, aangevuld met enkele andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet betwist zijn komen vast te staan, samengevat op het volgende neer.
1. [geïntimeerde] heeft een aannemingsbedrijf en handelt onder de naam LED
Reclame, [appellant] heeft een restaurant en handelt onder de naam Buffalo
Steakhouse.
2 Partijen hebben op 24 juli 2012 een aannemingsovereenkomst gesloten
betreffende de verbouwing van het restaurant van [appellant] . De overeenkomst
bepaalt (onder meer):
“De werkzaamheden bestaan uit:
- slopen en afvoeren van de niet dragende muren van de keuken en de toiletten
- slopen en afvoeren van de vloertegels in de keuken en de toiletten
- slopen en afvoeren van de onnodige verwarmings- en electra installatie incl. de
- slopen en afvoeren van de bestaande bar met de tap-bierinstallatie
- het opslaan van het hele meubilair (tafels; stoelen; keuken apparatuur etc.) op de
achterplaats van het restaurant
Na het leegmaken van het restaurant worden nieuwe onderdelen gemonteerd:
- dames- en heren toilet met bijbehorende wastafel; vloer- en wandtegels
- vloerdelen in het restaurant gekoppeld aan de bestaande vloer
- nieuwe verwarmingsketel incl. benodigde verwarmingsleidingen en radiatoren voor
centrale verwarming en warm water
(…)
- elektrische installatie bestaande uit diverse verlichtings armaturen, stopcontacten en
- geluidsinstallatie voorzien van diverse luidsprekers; wordt aangesloten op bestaande
- diverse tafels en stoelen, ook voor het buitenterras
- de exacte indeling van de keuken en het restaurant word bepaald na het weghalen van het Meubilair
- 2 x nieuwe bars voor en aan de rechterkant van de keuken
- de nieuwe bier-tap en bijbehorende installatie worden door de bierbrouwerij verzorgd
De werkzaamheden worden binnen afgesproken periode van 4 weken uitgevoerd, te
beginnen op vrijdag 27 juli 2012 en eindigen op 20 augustus 2012 derhalve de
opleveringsdatum is 26 augustus 2012
De prijs van bovengenoemde verbouwing bedraagt EUR 60.000,- excl. btw
Betaling:
50% van het genoemde bedrag bij verstrekken van de opdracht
25% binnen 14 dagen na oplevering van het werk
25% binnen 30 dagen na tweede betaling
(...)
Bijzondere bepaling:
Bij overschrijding van de overeengekomen bouwtijd is de aannemer een gefixeerde
schadevergoeding aan de opdrachtgever verschuldigd van € 1.000,- per kalenderdag tot de dag waarop het werk aan de opdrachtgever wordt opgeleverd. (...) De schadevergoeding is zonder ingebrekestelling verschuldigd (...)
Als de opdrachtgever een rekening niet tijdig betaalt, is hij met ingang van de eerste dag na het verstrijken van de betalingstermijn 12% rente verschuldigd over het bedrag van de rekening”
3 Na de start van de werkzaamheden is [appellant] akkoord gegaan met
verplaatsing van de toiletten naar de kelder.
4 [geïntimeerde] heeft verzocht de oplevering uit te stellen tot 2 september 2012.
[appellant] heeft hiermee ingestemd.
5 Op 7 september 2012 heeft [appellant] [geïntimeerde] een e-mail gestuurd met onder meer de volgende inhoud: “Zoals besproken, in verband met het beginnen van de IBC- beurs op 7 september 2012 en gezien de doorlopende vertraging met het afronden van onze opdracht met betrekking tot o.a. aantal tafels en stoelen toiletdeuren ……enz…zoals dat contractueel vastgelegd is. Zijn wij genoodzaakt uw werkzaamheden inzake de verbouwing (…) op te schorten tot het eind van desbetreffende beurs daarna kunt u uw werkzaamheden weer gaan hervatten.”
6 Op 13 september 2012 heeft [appellant] [geïntimeerde] een e-mail gestuurd met onder meer de volgende inhoud: “De IBC is thans afgelopen dus u kunt vanaf morgen
14 september 2012 om 7:00 uur t/m 14:00 uur de achterstallige werkzaamheden met betrekking tot het afronden van onze opdracht weer gaan hervatten.”
7 [appellant] heeft [geïntimeerde] bij brief van 27 december 2012 bericht:
“Op 13 september 2012 heb ik u een e-mail gestuurd over het hervatten van de achterstallige werkzaamheden met betrekking tot het afronden van onze opdracht (...) Tot op heden heeft echter nog geen herstel plaatsgevonden. (...).
Voor de volledigheid melden wij hierbij nogmaals om (...) welke gebreken o.a. het gaat:
- Wandhout moet goed aan elkaar gekoppeld zijn, vervolgens het afwerken en het lakken versieren daarvan.
- het afvoerputje aan de voorkant is nog niet geplaatst.
- nog 27 stoelen en 3 tafels te leveren
- elektrawerkzaamheden en de splitsing ervan is nog niet klaar
- de cv-radiator bij het raam is niet goed geïnstalleerd.
- barkrukken zijn nog niet geleverd.
- het bouwen en afwerken van de toiletten is niet naar wens
- alle geleverde stoelen moet nog steviger gemaakt worden
- deurknoppen van de toiletten is niet goed gemaakt
- keukendeur is niet goed geplaatst.
- het vloerdeel hij de bar is niet goed gekoppeld (...) aan de bestaande vloer
Ik verzoeken u nogmaals, en voor zover nodig sommeer ik u, om de betreffende
tekortkoming(en) binnen twee weken na dagtekening van deze brief alsnog te herstellen, bij gebreke waarvan u in verzuim komt te verkeren in de nakoming van uw verplichtingen. (..)”
8 Bij brief van 15 maart 2013 heeft de gemachtigde van [appellant] wederom
gesommeerd tot herstel van de in de brief van 27 december 2012 vermelde punten
alsmede tot herstel van een aantal gescheurde tafel- en stoelpoten en stoelen, en tot
het alsnog creëren van een opslagruimte voor bier. Voorts heeft [appellant] in die
brief betaling van de (volgens [appellant] ) resterende aanneemsom ad € 15.000,-
exclusief btw opgeschort.
9 [geïntimeerde] heeft vervolgens herstelwerkzaamheden uitgevoerd.
10 [geïntimeerde] heeft op 24 april 2013 een factuur aan [appellant] gezonden ad
€ 16.250,- (25% van € 65.000,-) exclusief btw, zijnde € 19.662,50 inclusief btw.
De factuur vermeldt een betalingstermijn van veertien dagen na factuurdatum.
11 [geïntimeerde] heeft [appellant] bij brief van 7 juni 2013 gesommeerd tot betaling
van die factuur binnen drie dagen.
12 Bij brief van 8 oktober 2013 heeft de gemachtigde van [geïntimeerde] aan de
gemachtigde van [appellant] bericht: “Alvorens de vordering in rechte aanhangig te
maken dan wel andere rechtsmaatregelen te treffen, stellen wij uw cliënte (...) een termijn van veertien dagen om inhoudelijk te reageren op het standpunt van cliënte of om onderstaand totaal verschuldigde aan ons kantoor te voldoen (…).”
13 In reactie daarop heeft de gemachtigde van [appellant] bij brief van 21 oktober 2013 aan de gemachtigde van [geïntimeerde] bericht: “Bijgaand treft u de reactie van
cliënte aan. Voor de inhoud verwijs ik u. Uit de reactie van cliënte blijkt dat het werk van uw cliënte wel degelijk gebreken vertoont.”
In de bijgevoegde reactie van [appellant] is (voor zover hier van belang) vermeld: “Sinds het plaatsen van de toiletten beneden heb ik regelmatig last van de rioolmachine (pomp). Omdat de pomp niet krachtig genoeg is zijn er vaak verstoppingsproblemen geweest (..).”
14 [appellant] heeft in totaal een bedrag van € 45.000,- exclusief btw (€ 53.550,- inclusief btw) aan [geïntimeerde] voldaan.
15 Bij brief van 2 april 2014 heeft de gemachtigde van [appellant] aan [geïntimeerde]
bericht dat hij de vordering tot nakoming omzet in een vordering tot vervangende
schadevergoeding.