Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
Eens in de 14 dagen heeft de man het recht met de kinderen om te gaan. Hij zal hen hiertoe op vrijdag 17.00 uur/zaterdagochtend om 9.00 uur ten huize van de vrouw afhalen en er voor zorgen dat zij op zondagavond uiterlijk om 16.30/19.00 uur weer thuis zijn.
Tevens zal ernaar worden gestreefd dat de kinderen ook tussendoor naar de man toegaan. Dit zal per keer in onderling overleg worden afgesproken en is ook afhankelijk van de werkroosters van zowel de man als vrouw.
Voorts heeft de man het recht de kinderen in de grote vakantie gedurende een aaneengesloten periode van 2 weken bij zich te hebben alsmede op 2e Kerst- en 2e Paasdag. Partijen zullen tijdig overleg plegen over de grote vakantie, in ieder geval voor 1 april van het desbetreffende jaar.
de manis het volgende gebleken.
de vrouwis het volgende gebleken.