3.1Het gaat in deze zaak om het volgende.
3.1.1Op 29 april 2008 is tussen partijen een raamovereenkomst (hierna: de raamovereenkomst) tot stand gekomen betreffende de herontwikkeling van een perceel grond met woning aan de [adres] , dat in eigendom toebehoorde aan [geïntimeerde] en diens broer. De woning verkeerde in slechte staat van onderhoud. Er zou een geheel nieuw pand worden gebouwd, met daarin appartementen, een commerciële ruimte (galerie) en een parkeerkelder met opslagruimtes. [appellant sub 1] zou de volledige bouw en ontwikkeling ter hand nemen en zou een appartement en de galerie krijgen. [geïntimeerde] zou meewerken aan de splitsing in drie appartementsrechten met behoud van een appartementsrecht en de verkoop van de andere twee aan [appellant sub 1] . Partijen hebben zich gewend tot een notaris die hen heeft bijgestaan bij het vastleggen van de afspraken over en weer, wat heeft geresulteerd in de raamovereenkomst.
3.1.2De contractuele verplichting van [geïntimeerde] kwam er op neer dat hij zou leveren en voor de splitsing zou zorgdragen. [appellant sub 1] diende voor eigen rekening en risico en in overleg met [geïntimeerde] de nieuwbouw te realiseren, inclusief de sloop van de oude woning. Indien de kosten van de bouw, waaronder die van eventuele grondsanering en het bouwrijp maken alsmede alle verdere kosten van sloop en nieuwbouw, hoger mochten uitvallen dan de koopsom, was dit ten nadele van [appellant sub 1] (zie Afbouwplicht, pagina 5/6 raamovereenkomst). Daarnaast diende [appellant sub 1] als zekerheid voor de nakoming van zijn verplichtingen een bedrag gelijk aan de koopsom, zijnde € 400.000,-- als waarborg onder de notaris te storten. Dat bedrag zou dienen als depot waaruit de aannemer kon worden betaald.
Voorts bepaalde de raamovereenkomst ten aanzien van de koop en levering dat het risico van asbest, bodem- of grondwaterverontreiniging volledig ten laste van [appellant sub 1] kwam (pagina 7 raamovereenkomst).
3.1.3Het hiervoor genoemde bedrag van € 400.000,-- heeft [appellant sub 1] vervolgens onder de notaris gestort.
3.1.4In de raamovereenkomst, waarin [geïntimeerde] wordt aangeduid als de ondergetekende sub 1, zijn partijen ten aanzien van de bouw en afwerking onder meer het volgende overeengekomen:
“(…)
- Uitrustingsniveau/inrichtingsniveau van het aan ondergetekende sub 1 toebehorende privé-gedeelte op de 2e verdieping conform op te stellen en door beide partijen te fiatteren technische omschrijving en bestek (…);
Partij [appellant sub 1] zal de ondergetekende sub 1 gevraagd en ongevraagd van alle relevante ontwikkelingen m.b.t. het project op de hoogte houden;
Partij [appellant sub 1] en de ondergetekende sub 1 hebben over en weer een verregaande inspanningsverplichting om tot overeenstemming te komen over het project en de voortgang daarvan en over het bestek.
(…)
- Partij [appellant sub 1] heeft de heer [A ] aangesteld om namens hem het project te begeleiden. Partij [appellant sub 1] heeft daarbij aan de heer [A ] volmacht verleend om namens hem afspraken te maken met de ondergetekende sub 1 op het gebied van de uitvoering van het project en de wijze waarop de nieuwbouw wordt gerealiseerd. (…)
- Indien er geen afzonderlijke aannemingsovereenkomst tussen de ondergetekende sub 1 en de aannemer tot stand mocht komen, zal ondergetekende sub 1 in de relatie met (…) [appellant sub 1] dezelfde rechten en verplichtingen hebben als ware er sprake van een aannemingsovereenkomst (…) tussen ondergetekende sub 1 als aanbesteder en (…) [appellant sub 1] als aannemer. Hierop zijn alsdan van overeenkomstige toepassing de bepalingen opgenomen in algemeen gebruikelijke modelaannemingsovereenkomsten met de daarbij behorende algemene bepalingen.(…)
- (…)
Werkbare werkdagen volgens gebruikelijke definitie: 200 werkbare werkdagen”
3.1.5Het heeft daarna tot januari 2010 geduurd voor het bestek gereed was.
3.1.6In het concept bestek van 28 januari 2010 (hierna: het bestek) staat in het planningsschema bij “
Start Sloop (-Bouw)” vermeld: week 18 (3-7 mei).
Voorts vermeldt het bestek op pagina 4, voor zover van belang:
“(…)
ALGEMENE OMSCHRIJVING VAN HET WERK
01 ALGEMENE OMSCHRIJVING
Het werk bestaat uit:
De sloop van het bestaande woonhuis met berging gelegen aan de [adres] en de Nieuwbouw van een Galerie, 2 appartementen, en een parkeergarage met bergingen op dit perceel.(…)”
3.1.7Bij e-mailbericht van 24 maart 2010 heeft [geïntimeerde] zijn goedkeuring aan het bestek gegeven. In deze bevestiging heeft [geïntimeerde] uitdrukkelijk het volgende gemeld:
“(…)
- over balkon spreken we af dat je een maximale inspanning pleegt het gewenste te bereiken, in afwijking dus van het advies van [A ] [hof: [A ] , bouwbegeleider van [appellant sub 1] ]
(…)
- ik ga ervan uit dat capaciteit en druk koud- en heetwater, met name voor grote
bad en regendouche, door jou adequaat wordt uitgevoerd (…).
- tijdschema wordt aangehouden met als startdatum 3 mei en werkbare dagen 200,
ruwweg medio maart 2011 oplevering
- boeteclausule spreken we af vanaf medio april 2011 (maand speling) en op 0,5 promille (gebruikelijk) met als verrekenbasis 600.000,00 (400.000 + 200.000); je opmerking dat je mij betaalt wat je van de aannemer krijgt vind ik te vaag, want gezien recente uitlatingen kun je wel later dan 3 mei starten en dan niet voor evt. winterperikelen de wind- en waterdichte situatie hebben bereikt
(…)”
3.1.8Nadat een aanvang was gemaakt met de werkzaamheden heeft [geïntimeerde] zich bij brief van 8 november 2010 beklaagd over de werkzaamheden en de vertraging. In deze brief staat onder meer het volgende vermeld:
“
In dit kader haal ik de tussen jou en mij impliciet gemaakte ondubbelzinnige afspraak aan dat als startdatum voor het bouwtraject (en daarmee dus ‘dag 0’) 3 mei 2010 zou gaan gelden met daarna de contractuele doorlooptijd van 200 werkbare dagen. Indien oplevering na medio april 2011 zou gaan plaatsvinden, werd als boeteclausule afgesproken: 0,5 promille per (kalender) dag gerekend over een bedrag van Euro 600.000. In de praktijk betekent dat 300 Euro per kalenderdag.”
Daarnaast benadrukt [geïntimeerde] in deze brief de afspraken met betrekking tot de afmeting van het balkon en de door hem gewenste waterdruk.
3.1.9In een brief namens [geïntimeerde] van de Vereniging Eigen Huis d.d. 5 augustus 2011 aan [appellant sub 1] staat onder meer het volgende vermeld:
“Cliënt stelt zich op het standpunt dat per 21 maart 2011 er sprake is ven overschrijding van de contractueel overeengekomen bouwtijd.
(…) Ter zake werd overeengekomen dat voor de berekening van de gefixeerde schadevergoeding een grondslag van € 600.000,00 zal gelden. Met ingang van 21 maart 2011 bent u dus aan cliënt een bedrag van € 300,00 per kalenderdag verschuldigd, tot aan het moment van oplevering.”
Ook wijst [geïntimeerde] [appellant sub 1] in deze brief op mankementen aan onder meer de waterinstallatie en de balkongrootte. Tevens meldt [geïntimeerde] dat hij 5% van de waarborgsom, dus € 20.000,--, inhoudt omdat [appellant sub 1] zich volgens hem niet aan zijn contractuele verplichtingen heeft gehouden. De overige bedragen van de waarborgsom ad € 380.000,-- waren inmiddels aan [appellant sub 1] voldaan.
3.1.10Op 30 september 2011 heeft [appellant sub 1] het appartement aan [geïntimeerde] opgeleverd en is er een proces-verbaal van oplevering opgemaakt.
3.1.11Volgens [appellant sub 1] zijn toen alle problemen opgelost. Na de oplevering heeft [geïntimeerde] zijn bestaande klachten evenals hem nadien, tijdens de bewoning, gebleken gebreken, zoals de lift en de lekkage in de kelder, (wederom) onder de aandacht van [appellant sub 1] gebracht.
3.1.12In een verslag van de op 23 oktober 2012 gehouden vergadering van de Vereniging van Eigenaren (hierna: VvE), dat door [appellant sub 1] op 6 december 2012 voor akkoord is getekend, wordt gemeld dat er nog een aantal geschillen bestaat, waaronder balkongrootte, te late oplevering en depot.
3.1.13Bij brief van 19 mei 2013 heeft [geïntimeerde] aan [appellant sub 1] onder meer het volgende bericht:
“In willekeurige volgorde heb ik onderstaande opmerkingen en stel je, voor zover van toepassing, in gebreke wegens het niet voldoen aan de afspraken en toezeggingen, in concreto zijn de meeste zaken je afdoende bekend, maar updates kun je zelf destilleren uit het onderstaande.”
De brief vervolgt met een opsomming van problemen/gebreken betreffende onder meer de kelder, het balkon en de warmwatervoorziening.
3.1.14[appellant sub 1] had inmiddels de notaris benaderd met het verzoek het overgebleven depot ad € 20.000,-- aan hem uit te keren, hetgeen de notaris heeft geweigerd.
3.1.15In februari 2014 heeft [appellant sub 1] de notaris opdracht gegeven voornoemd depot op te heffen en het bedrag aan [geïntimeerde] uit te betalen. [geïntimeerde] heeft in februari 2014 een bedrag van € 20.000,-- van de notaris ontvangen.