Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
het Hof leest:betreft) die in diverse regio’s ingediend zijn, mij een overzicht te verstrekken van de door u ingediende bezwaren. Dat zou onze communicatie met de betreffende regio’s vergemakkelijken en dan weten wij ook precies over welke belanghebbenden we het in ons komende gesprek hebben. We kunnen dan in de betreffende regio controleren of ook daar e.e.a. in behandeling is en ze in de afdoening even de uitkomst van ons gesprek afwachten.”
Hof:Tonglet) De brief van 16 november 2011 maakt een merkwaardige indruk. (…) De in gebreke stelling in november wordt gezien als een ongerichte ingebrekestelling. Onduidelijk is wat hiermee bedoeld wordt, zeker gezien in het licht van de aanpak van J. Leclaire. Een ingebrekestelling moet gericht plaatsvinden. Nu beschikken we over de macht[ig]ingen en is er duidelijkheid omtrent de verkrijgers die door [het kantoor van gemachtigde] vertegenwoordigd worden.
Hof:Hendriks) merkt op dat je ook de volgende redenering zou kunnen volgen: als er al sprake was van een ongerichtheid, dan zou die op 10 januari 2012 in elk geval weggenomen zijn.”
3.Geschil in hoger beroep
4.Beoordeling van het geschil
15 december 2011 nu de gemachtigde hierin aangeeft eerst nog gebruik te willen maken van een hoorzitting en inzage in alle stukken wenst (waarna zij bovendien de mogelijkheid wil openhouden om de bezwaren aan te vullen) en zij niet wil dat verweerder gebruik maakt van de bestuurlijke lus. Uit deze bewoordingen blijkt geenszins dat de gemachtigde verweerder ertoe wil bewegen binnen een bepaalde termijn uitspraak op het bezwaar te doen, maar blijkt daaruit veeleer het tegendeel.
5.Kosten
7.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank;
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar doch uitsluitend voor zover deze betrekking heeft op de dwangsom;
- vernietigt de beschikking van de inspecteur geen dwangsom toe te kennen;
- bepaalt dat de inspecteur aan belanghebbende een dwangsom van € 980 verbeurt;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten tot een bedrag van € 500,72; en
- gelast de inspecteur het door belanghebbende in eerste aanleg en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 160 te vergoeden.