3.1.De onderhavige zaken betreffen, kort gezegd, het volgende.
a. [y] exploiteert een schoonmaakbedrijf. [x] heeft bij [y] op basis van een arbeidsovereenkomst als schoonmaker op het project Bloemenveiling Aalsmeer gewerkt van oktober 2006 tot oktober 2010. [z] was in die periode als assistent-regiomanager bij [y] in dienst en eveneens werkzaam op voornoemd project en als zodanig (mede-)leidinggevende van [x] .
b. Op 29 april 2008 heeft zich na afloop van de werkzaamheden tussen [x] en [z] een ruzie voorgedaan. De lezingen over de gang van zaken bij die ruzie lopen uiteen. Volgens [x] heeft [z] hem tweemaal op het rechteroor geslagen. [z] betwist dat hij [x] heeft geslagen. Volgens [z] is (slechts) sprake geweest van trekken en duwen tussen hem en [x] .
c. Bij onherroepelijk geworden vonnis van 2 november 2010 heeft de politierechter [z] wegens mishandeling veroordeeld tot een geldboete van € 350,- subsidiair zeven dagen hechtenis en tot betaling aan [x] van schadevergoeding van in totaal € 389,06, waarvan € 300,- voor immateriële schade en € 89,06 voor materiële schade. Voor zover [x] meer had gevorderd heeft de politierechter hem niet ontvankelijk verklaard omdat zijn vordering in zoverre niet eenvoudig van aard was. [z] heeft de schadevergoeding waartoe hij door de politierechter is veroordeeld aan [x] voldaan.
d. [x] heeft na de strafrechtelijke procedure tegen [z] [y] gedagvaard en gevorderd dat zij zal worden veroordeeld om aan hem alle schade te vergoeden die voortvloeit uit de mishandeling op 29 april 2008 door [z] , alsmede alle schade, waaronder schade door stress, die het gevolg is van slecht werkgeverschap ten opzichte van hem, nader op te maken bij staat, tot betaling van een voorschot op de schadevergoeding van € 25.000,-, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, en een bedrag van € 11.224,60 aan gemaakte “kosten van pre-processuele rechtsbijstand”. [y] heeft incidenteel gevorderd [z] in vrijwaring te mogen oproepen. De kantonrechter heeft de incidentele vordering toegewezen, waarna [y] [z] in vrijwaring heeft gedagvaard met vordering dat [z] zal worden veroordeeld om aan haar te betalen datgene waartoe zij als gedaagde in de hoofdzaak jegens [x] mocht worden veroordeeld.
e. Bij vonnis in de hoofdzaak heeft de kantonrechter de vorderingen van [x] afgewezen, met veroordeling van [x] in de proceskosten aan de zijde van [y] . Op dezelfde datum heeft de kantonrechter bij vonnis in de vrijwaringszaak overwogen dat, nu de vorderingen van [x] in de hoofdzaak waren afgewezen, ook de vrijwaring zal worden afgewezen en dienovereenkomstig beslist, onder compensatie van proceskosten.