Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.STICHTING MONTESSORI SCHOLENGEMEENSCHAP
AMSTERDAM,
COSMICUS MONTESSORI LYCEUM AMSTERDAM,
[geïntimeerde sub 3],in zijn hoedanigheid van directeur onderwijs van het
[geïntimeerde sub 4],in zijn hoedanigheid van algemeen directeur van het Cosmicus
1.Het geding in hoger beroep
2.Ontvankelijkheid
3.De feiten
4.Beoordeling
zich negatief, in de ruimste zin en in welke context dan ook, uit te laten over MSA, het Cosmicus Montessori Lyceum of een van de andere deelscholen van MSA en/of aan MSA verbonden personen, zulks mondeling, schriftelijk of via welke wijze van communicatie dan ook, waaronder begrepen e-mail en internetverkeer”, zulks op straffe van een dwangsom. De vordering zal worden afgewezen, reeds op de grond dat een dergelijk hoegenaamd onbeperkt verbod zich negatief uit te laten jegens genoemde instanties en personen zich niet verdraagt met de vrijheid van meningsuiting.
de gedane uitlatingen”over [appellant] in een persbericht “
op nader aan te geven wijze” te rectificeren (met dwangsom). Deze vordering komt niet voor toewijzing in aanmerking, omdat zij (veel) te onbepaald is. Overigens acht het hof een rectificatie, gelet ook op de aard van de uitingen waarop de rectificatie (voor zover dat al door [appellant] is aangegeven) dan mogelijk zou moeten zien, thans ook niet meer opportuun. Voor zover [appellant] meer in het bijzonder heeft gewezen op de uiting van [geïntimeerde sub 3] dat [appellant] “
van zijn eerste school is (..) verwijderd omdat hij zich had ingelaten met criminele feiten”merkt het hof nog op dat MSA c.s. hebben betwist dat [geïntimeerde sub 3] dit zo heeft gezegd en [appellant] geen bewijsaanbod op dit punt heeft gedaan. De grief leidt dus niet tot het door [appellant] gewenste resultaat. Voor zover ook grief 5 in principaal beroep is aangevoerd (mede) in voornoemd kader geldt in zoverre voor deze grief hetzelfde.