Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[naam geintimeerde 1] ,
[naam geintimeerde 2] ,
[naam geintimeerde 3] ,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om de vernietiging van een koopovereenkomst die is gesloten op basis van een ontoereikende volmacht. De appellant, [naam appellant], is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin de rechtbank oordeelde dat de koopovereenkomst nietig was. De rechtbank heeft geoordeeld dat de volmacht van 7 november 2007 niet de bevoegdheid gaf om de koopovereenkomst te sluiten. De appellant heeft betoogd dat de volmacht voldoende was en dat de overeenkomst bekrachtigd is door een latere volmacht van 23 mei 2008. Het hof heeft geoordeeld dat de volmacht van 7 november 2007 niet strekte tot het sluiten van de koopovereenkomst, maar dat de latere volmacht de overeenkomst wel heeft bekrachtigd. Tevens is de vraag aan de orde gekomen wanneer de verjaringstermijn van de rechtsvordering tot vernietiging wegens onbekwaamheid aanvangt, in het geval de onbekwame overlijdt. Het hof heeft geoordeeld dat de verjaringstermijn is gaan lopen op het moment van overlijden van de erflaatster, waardoor de rechtsvordering tot vernietiging was verjaard op het moment dat de advocaat van de geintimeerden de vernietiging inriep. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vorderingen van de geintimeerden afgewezen, terwijl de appellant in zijn vordering in reconventie is toegewezen.