ECLI:NL:GHAMS:2015:319

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 februari 2015
Publicatiedatum
10 februari 2015
Zaaknummer
200.145.361-01 NOT
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klacht tegen notaris over schending van benoemingsprocedure en mededelingen aan Commissie van deskundigen

In deze zaak heeft klager, die zich kandidaat had gesteld voor de functie van notaris, een klacht ingediend tegen de notaris. Klager verwijt de notaris dat deze zijn kansen om benoemd te worden tot notaris ernstig heeft geschaad door zonder hem daarvan in kennis te stellen rechtstreeks contact op te nemen met de Commissie van deskundigen. Klager stelt dat zittende notarissen geen rol hebben in de benoemingsprocedure van een nieuwe notaris en dat de Commissie van deskundigen de kandidaat niet informeert over berichten van derden, wat leidt tot een oneerlijke procedure. Klager is van mening dat de notaris met zijn mededelingen aan de Commissie de belangen van klager heeft geschaad en een concurrent heeft willen elimineren.

De kamer voor het notariaat heeft de klacht ongegrond verklaard, en het hof bevestigt deze beslissing. Het hof oordeelt dat notarissen niet verboden is om informatie te verstrekken aan de Commissie van deskundigen, mits zij handelen zoals een behoorlijk notaris betaamt. De mededelingen van de notaris aan de Commissie betroffen relevante informatie over de markt en de financiële positie van zijn kantoor, en waren niet van dien aard dat het een behoorlijk notaris niet betaamt om deze te doen. Het hof concludeert dat de klacht ongegrond is en bevestigt de beslissing van de kamer.

Uitspraak

beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.145.361/01 NOT
nummer eerste aanleg : AL/2013/145
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 10 februari 2015
inzake
[naam],
wonend te [plaats],
appellant,
tegen
[naam],
notaris te [plaats],
geïntimeerde.

1.Het geding in hoger beroep

1.1.
Appellant (hierna: klager) heeft op 16 april 2014 een beroepschrift bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden (hierna: de kamer) van 4 april 2014 (ECLI:NL:TNORARL:2014:8). De kamer heeft in de bestreden beslissing de klacht van klager tegen geïntimeerde (hierna: de notaris) ongegrond verklaard
.
1.2.
De notaris heeft een verweerschrift bij het hof ingediend.
1.3.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 27 november 2014. Klager en de notaris zijn verschenen en hebben het woord gevoerd.

2.De stukken van het geding

Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.

3.De feiten

3.1.
Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling van de feiten door de kamer geen bezwaar gemaakt, zodat ook het hof van die feiten uitgaat, met dien verstande dat de in de beslissing onder 2.3 genoemde brief een e-mail betreft.
3.2.
Kort gezegd gaat het in deze zaak om het volgende.
3.2.1.
Op de website [naam] is op 19 oktober 2012 aangekondigd dat notaris [naam] te [plaats] had besloten zijn praktijk over te dragen en dat overeenstemming was bereikt met klager om notaris [naam] op te volgen. Tevens is vermeld dat de procedure tot benoeming van klager in gang was gezet.
3.2.2.
De notaris heeft op 3 december 2012 de Commissie van deskundigen als bedoeld in artikel 7 lid 2 van de Wet op het notarisambt (Wna) onder meer het volgende meegedeeld:
‘Bij u is in behandeling een ondernemingsplan, ingediend door (klager), betreffende Notariskantoor [naam] te [plaats].
(..)
De algemene neerwaartse trend binnen het notariaat vanwege de financiële crisis en andere factoren is u bekend. Hieraan wil ik nog toevoegen dat in de regio [plaats], [plaats] en [plaats] de tarieven vanwege het grote aantal notarissen en het beperkte werkaanbod sterk onder druk staan.
(..)
Mijn inkomen zal dit jaar waarschijnlijk ongeveer 35% bedragen van het resultaat in 2010. Voor 2013 verwacht ik een verdere daling van de inkomsten…
Naar mijn mening is gebleken dat er in de gemeente [gemeente] geen ruimte is voor 2 notariskantoren. Indien (klager) de gelegenheid wordt geboden om de heer [naam] op te volgen ligt een verdere prijserosie voor de hand. In deze markt zijn verdere tariefsverlagingen naar mijn mening onverantwoord, zodat ik vrees dat de continuïteit van mijn kantoor ook in gevaar komt.
Het is derhalve mijn wens dat het protocol van de heer [naam] bij het mijne wordt gevoegd. (..).’
3.2.3.
De Commissie van deskundigen heeft op 19 december 2012 negatief geadviseerd over het ondernemingsplan van klager. Klager is niet benoemd tot notaris. Het protocol van notaris [naam] is toegewezen aan notaris[naam] te [plaats], (thans) de zakelijke partner van klager.

4.Het standpunt van klager

Klager verwijt de notaris dat deze zijn kansen om benoemd te worden tot notaris in de gemeente [gemeente] wederrechtelijk ernstig heeft geschaad door zonder hem daarvan in kennis te stellen rechtstreeks in contact te treden met de Commissie van deskundigen. Klager heeft aangevoerd dat zittende notarissen geen rol hebben in de procedure tot benoeming van een nieuwe notaris, zodat het hen niet vrij staat de Commissie van deskundigen te benaderen. Daarbij komt dat volgens klager de Commissie van deskundigen de kandidaat niet informeert over berichten van derden, waardoor geen sprake is van een eerlijke procedure. Klager meent verder dat de notaris met zijn mededelingen aan de Commissie van deskundigen eropuit was de belangen van klager te schaden en zijn kans schoon zag een concurrent uit [plaats] te elimineren.

5.Het standpunt van de notaris

De notaris heeft verweer gevoerd. Het standpunt van de notaris wordt, voor zover relevant, hieronder besproken.

6.De beoordeling

6.1.
Artikel 6 lid 2, aanhef en onder b sub 4o, Wna vereist voor de benoembaarheid van een notaris onder meer dat de kandidaat in het bezit is van een ondernemingsplan. Ingevolge artikel 7 lid 2 Wna wordt over het ondernemingsplan advies uitgebracht door een Commissie van deskundigen. De Wna voorziet er niet in dat zittende notarissen inspraak hebben of op de een of andere wijze informatie verstrekken of (andere) mededelingen doen aan de Commissie van deskundigen in het kader van een advies over het ondernemingsplan. Uit die omstandigheid volgt echter niet, anders dan klager betoogt, dat het notarissen niet is toegestaan uit eigen beweging informatie te verstrekken of (andere) mededelingen te doen. In het geval notarissen informatie verstrekken aan de Commissie van deskundigen of (andere) mededelingen doen, behoren zij daarbij echter te handelen zoals een behoorlijk notaris betaamt. In dat verband zijn onder meer van belang de aard en inhoud van de informatie en/of mededelingen en de wijze waarop de informatie wordt verstrekt en/of de mededelingen worden gedaan.
6.2.
In het onderhavige geval heeft de notaris mededelingen aan de Commissie van deskundigen gedaan die betrekking hebben op de voor notarissen relevante markt in [plaats] en de (financiële) positie van zijn kantoor. Die mededelingen gaan het kader van een advies over het ondernemingsplan niet te buiten en zijn verder niet van dien aard dat het een behoorlijk notaris niet betaamt om deze te doen. Dat de inhoud van de mededelingen onjuist is, is niet aan de oorspronkelijke klacht ten grondslag gelegd en in hoger beroep niet onderbouwd. De omstandigheid dat de notaris in zijn mededelingen klager bij diens naam heeft genoemd, is niet bijzonder of klachtwaardig omdat vóórdat de notaris de mededelingen deed, op [naam] was aangekondigd dat klager met notaris [naam] overeenstemming had bereikt over de overname van diens praktijk en dat een benoemingsprocedure in gang was gezet. Uit de mededelingen van de notaris kan niet méér worden opgemaakt dan dat hij naar die benoemingsprocedure heeft willen verwijzen. Dat hij daarbij alleen de bedoeling had om (de persoon van) klager te schaden, is niet aannemelijk gemaakt. De veronderstelling van klager dat de notaris met zijn mededelingen de concurrentie in [plaats] beoogde te beperken, is gelet op inhoud van de mededelingen aannemelijk, maar dat oogmerk is op zichzelf niet laakbaar, mede in aanmerking genomen de visie van de notaris op de voor notarissen relevante markt in [plaats].
6.3.
Het was aan de Commissie van deskundigen om te beoordelen welke betekenis aan de mededelingen van de notaris moest toekomen en of klager de gelegenheid moest worden geboden op de desbetreffende e-mail van de notaris te reageren. De onvolkomenheden die volgens klager kleven aan de behandeling van informatie en mededelingen van derden door de Commissie van deskundigen, kunnen de notaris niet worden toegerekend. Er zijn geen goede gronden aangevoerd die maken dat de notaris vanwege de beweerde onvolkomenheden ervan behoorde af te zien om de Commissie van deskundigen mededelingen te doen. Hoewel het zorgvuldiger was geweest indien de notaris klager in kennis zou hebben gesteld van de mededelingen die hij aan de Commissie van deskundigen heeft gedaan, is het achterwege laten daarvan tuchtrechtelijk niet verwijtbaar.
6.4.
Uit het voorgaande volgt dat de klacht ongegrond is. De beslissing van de kamer zal worden bevestigd.
6.5.
Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht, kan buiten beschouwing blijven omdat het niet van belang is voor de beslissing in deze zaak.
6.6.
Het hiervoor overwogene leidt tot de volgende beslissing.

7.De beslissing

Het hof:
- bevestigt de beslissing van de kamer.
Deze beslissing is gegeven door mrs. W.J.J. Los, A.M.A. Verscheure en B.J.M. Gehlen en in het openbaar uitgesproken op 10 februari 2015 door de rolraadsheer.