ECLI:NL:GHAMS:2015:3141
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen na afwijzing door de kinderrechter
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [minderjarige a] en [minderjarige b]. De Raad voor de Kinderbescherming had in hoger beroep beroep ingesteld tegen de beschikking van de kinderrechter van 9 juli 2015, waarin de voorlopige ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing waren gehandhaafd. De minderjarigen, geboren uit een inmiddels ontbonden huwelijk, zijn ouder dan twaalf jaar en in staat tot een redelijke waardering van hun belangen. De Raad stelde dat de ontwikkeling van de kinderen ernstig wordt bedreigd door de thuissituatie, waarin sprake is van huiselijk geweld en een onveilige omgeving. De moeder van de kinderen betwistte de zorgen van de Raad en stelde dat er geen gronden voor ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing aanwezig waren. Het hof oordeelde dat de gronden voor ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing aanwezig waren en verleende de machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van zes maanden. De beslissing van het hof houdt in dat de kinderen in een (crisis)opvang geplaatst worden, waarbij de veiligheid en ontwikkeling van de minderjarigen voorop staan. De moeder had verzocht om afwijzing van het verzoek van de Raad, maar het hof wees dit verzoek af en bekrachtigde de eerdere beschikking van de kinderrechter voor het overige.