ECLI:NL:GHAMS:2015:3087

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 juli 2015
Publicatiedatum
27 juli 2015
Zaaknummer
200.171.808/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot uitkoop van aandelen in NAGRON Nationaal Grondbezit B.V. door Van Herk – K.N.G. B.V.

In deze zaak heeft Van Herk – K.N.G. B.V. (hierna: Van Herk) de Staat der Nederlanden en Administratiekantoor van het Algemeen Administratie- en Trustkantoor B.V. (hierna: de gedaagden) gedagvaard met het verzoek om de gedaagden te veroordelen tot overdracht van hun aandelen in NAGRON Nationaal Grondbezit B.V. (hierna: NAGRON) aan Van Herk. De vordering is ingesteld op basis van artikel 2:201a van het Burgerlijk Wetboek, dat de mogelijkheid biedt voor aandeelhouders met een meerderheid van stemmen om andere aandeelhouders uit te kopen. Van Herk heeft gesteld dat zij meer dan 95% van het geplaatste kapitaal van NAGRON bezit en dat de prijs voor de aandelen vastgesteld dient te worden op € 42,08 per aandeel, gebaseerd op een waardering door een deskundige. De gedaagden zijn niet verschenen in de procedure, waardoor verstek is verleend. De Ondernemingskamer heeft vervolgens ambtshalve onderzocht of aan de voorwaarden voor de uitkoop is voldaan. Na beoordeling van de overgelegde stukken, waaronder statuten en aandeelhoudersregister, heeft de Ondernemingskamer vastgesteld dat Van Herk inderdaad meer dan 95% van de aandelen in NAGRON bezit en dat de vordering gegrond is. De Ondernemingskamer heeft de prijs van de aandelen vastgesteld op € 42,08 per aandeel, met wettelijke rente vanaf 31 december 2014. Het arrest is uitgesproken op 28 juli 2015.

Uitspraak

arrest
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.171.808/01 OK
arrest van de Ondernemingskamer van 28 juli 2015
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VAN HERK – K.N.G. B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
EISERES,
advocaat:
mr. S. Nijhuis, kantoorhoudende te Rotterdam,
t e g e n

1.DE STAAT DER NEDERLANDEN,

zetelend te Den Haag,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ADMINISTRATIEKANTOOR VAN HET ALGEMEEN ADMINISTRATIE- EN TRUSTKANTOOR B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
GEDAAGDEN,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

1.1
Eiseres (hierna Van Herk te noemen) heeft bij exploot van 11 juni 2015 gedaagden gedagvaard en gevorderd dat de Ondernemingskamer bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad,
gedaagden veroordeelt het onbezwaarde recht op de door elk van hen gehouden aandelen in NAGRON Nationaal Grondbezit B.V. (hierna NAGRON te noemen) over te dragen aan Van Herk;
primair de prijs van de over te dragen aandelen vaststelt op € 42,08 per aandeel per de dag van het (eind)arrest, dan wel, subsidiair, op een door de Ondernemingskamer te bepalen bedrag, per een door de Ondernemingskamer te bepalen datum;
bepaalt dat, zolang en voor zover de prijs niet is betaald, deze wordt verhoogd met de wettelijke rente vanaf de onder 2) bedoelde datum tot aan de datum van de overdracht of de dag van consignatie overeenkomstig artikel 2:201a lid 8 BW;
bepaalt dat uitkeringen op de over te dragen aandelen die in de hiervoor onder 3) bedoelde periode betaalbaar worden gesteld, op de dag van betaalbaarstelling strekken tot gedeeltelijke betaling van de prijs;
Van Herk veroordeelt de vastgestelde prijs met rente te betalen aan gedaagden of aan degenen aan wie de aandelen zullen toebehoren, tegen levering van het onbezwaarde recht op de aandelen; en
gedaagden die verweer voeren tegen de vordering veroordeelt in de kosten van geding.
1.2
Op 23 juni 2015 heeft Van Herk de in de dagvaarding vermelde producties overgelegd, is tegen gedaagden verstek verleend en heeft Van Herk de stukken van het geding overgelegd en arrest gevraagd.

2.De feiten

2.1
NAGRON is actief op het gebied van vastgoed en investeert daarnaast in branchegerelateerde ondernemingen.
2.2
Artikel 8 lid 1 van de statuten van NAGRON luidt:

De Aandelen luiden op naam en zijn doorlopend genummerd.
2.3
Artikel 18 lid 1 van de statuten van NAGRON luidt, voor zover hier van belang:

In de Algemene Vergaderingen geeft elk Aandeel recht op het uitbrengen van één stem.

3.De gronden van de beslissing

3.1
Van Herk heeft de vordering gegrond op artikel 2:201a BW. Nu tegen gedaagden verstek is verleend, dient de Ondernemingskamer ambtshalve te onderzoeken (i) of Van Herk ten minste 95% van het geplaatste kapitaal van NAGRON verschaft en ten minste 95% van de stemrechten in de algemene vergadering van aandeelhouders kan uitoefenen en (ii) of de vordering is ingesteld tegen de gezamenlijke andere aandeelhouders.
3.2
Van Herk heeft gesteld dat het geplaatste kapitaal van NAGRON € 739.766,70 bedraagt en is verdeeld in 7.397.667 aandelen. Voorts heeft Van Herk gesteld dat zij per datum van het uitbrengen van de dagvaarding voor eigen rekening 7.397.407 aandelen hield. Ter staving van haar stellingen met betrekking tot het geplaatste aandelenkapitaal van NAGRON en haar aandelenbezit heeft Van Herk overgelegd (kopieën van):
(a) de huidige statuten van NAGRON;
(b) een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel met betrekking tot NAGRON van 3 juni 2015;
(c) het aandeelhoudersregister van NAGRON (gewaarmerkt kopie);
(d) de jaarverslagen van NAGRON over de jaren 2011, 2012 en 2013;
(e) een verklaring van het bestuur van NAGRON van 9 juni 2015 betreffende het geplaatste aandelenkapitaal;
(f) een brief van R. van Pelt RA (hierna: Van Pelt), werkzaam bij Ruitenberg adviseurs en accountants, van 10 juni 2015, die luidt, voor zover hier van belang:

Om tot een oordeel inzake het door Van Herk gehouden aandelenbelang te komen, heb ik de navolgende documenten geraadpleegd:
- het aandeelhoudersregister van Nagron;
- de vastgestelde jaarrekening van 2013 van Nagron;
- de statuten van Nagron;
- een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel inzake Nagron;
- de afschriften van de akten van overdracht van aandelen ten aanzien van de aandelenoverdrachten die in 2014 en 2015 hebben plaatsgevonden.
Op basis van de gegevens in de genoemde documenten stel ik vast dat het geplaatste kapitaal van Nagron is verdeeld in 7.397.667 aandelen, ieder met een nominale waarde van EUR 0,10. Ik verklaar dat Van Herk per 10 juni 2015 7.397.407 aandelen in het geplaatste kapitaal van Nagron houdt en daarmee 99,996% van het geplaatste kapitaal van Nagron verschaft.
3.3
Op grond van de overgelegde stukken, mede in onderling verband bezien, staat naar het oordeel van de Ondernemingskamer vast dat Van Herk op de dag van dagvaarding voor eigen rekening 7.397.407 aandelen in NAGRON hield en aldus ten minste 95% van het geplaatste kapitaal van NAGRON verschafte. Aangezien in artikel 18 van de statuten is bepaald dat elk aandeel recht geeft op één stem, volgt uit het voorgaande dat Van Herk tevens ten minste 95% van de stemrechten kan uitoefenen. De vordering is in zoverre deugdelijk.
3.4
Ten aanzien van de vraag of Van Herk alle gezamenlijke andere aandeelhouders heeft gedagvaard, overweegt de Ondernemingskamer als volgt. De aandelen in NAGRON luiden, volgens artikel 8 van de statuten, op naam. Uit het overgelegde aandeelhoudersregister blijkt dat 120 aandelen op naam staan van “
Erven [A]”. Uit de overgelegde “restantenlijst per 20 juni 1980” blijkt – naar het oordeel van de Ondernemingskamer, mede in het licht van artikel 4:189 BW en artikel 4:226 lid 4 BW, afdoende – dat de Staat der Nederlanden erfgenaam is van [A] . De Ondernemingskamer heeft voorts – na enig zoek- en rekenwerk, dat Van Herk de Ondernemingskamer had kunnen besparen door haar stellingen duidelijk te adstrueren aan de hand van de overgelegde producties – kunnen vaststellen dat 140 aandelen op naam staan van Administratiekantoor van het Algemeen Administratie- en Trustkantoor B.V. Op grond van het voorgaande en blijkens de in het geding gebrachte stukken, waaronder het aandeelhoudersregister en de verklaring van Van Pelt (zie 3.2 onder (f)) met betrekking tot het door van Herk gehouden aantal aandelen, staat vast dat Van Herk alle gezamenlijke andere aandeelhouders heeft gedagvaard. De vordering is ook in zoverre deugdelijk.
3.5
Gesteld noch gebleken is dat aan de door gedaagden gehouden aandelen bijzondere rechten inzake de zeggenschap in de vennootschap zijn verbonden, een gedaagde ondanks de vergoeding ernstige stoffelijke schade zou lijden door de overdracht, of Van Herk jegens een gedaagde afstand heeft gedaan van haar bevoegdheid de onderhavige vordering in te stellen.
3.6
Op grond van het voorgaande kan de vordering van Van Herk in beginsel worden toegewezen en resteert nog slechts de vaststelling van de door Van Herk te betalen prijs voor de over te dragen aandelen. Ten aanzien daarvan heeft Van Herk overgelegd (kopieën van):
1. de hierboven in 3.2 onder (f) genoemde brief van Van Pelt die, voor zover hier van belang, inhoudt:

Om tot mijn oordeel omtrent de waarde van de aandelen te komen heb ik onder meer gebruik gemaakt van de volgende informatie:
- de vastgestelde jaarrekeningen tot en met 2013 van Nagron;
- de versie van de conceptjaarrekening 2014 waarvan wij hebben begrepen dat deze naar verwachting zal worden goedgekeurd door de accountant en wordt vastgesteld;
- informatie omtrent transacties inzake de aandelen in Nagron in 2014;
- notulen van vergaderingen van de raad van bestuur en raad van commissarissen in 2014;
- overige informatie van het (financieel) management en medewerkers van Nagron.
Voor mijn oordeel is het volgende van belang:
- de prijs bij de verkrijging in het kader van het openbaar bod heeft door tijdsverloop haar relevantie verloren;
- Nagron is actief op het gebied van vastgoed, met name de exploitatie van woningen;
- er bestaan geen vergelijkbare marktgegevens, vergelijking met transacties in soortgelijke ondernemingen zijn niet beschikbaar;
- in de afgelopen periode hebben er een aantal transacties (totaal 5.942 aandelen en certificaten) in aandelen Nagron plaatsgevonden, met meer dan tien verschillende goed geïnformeerde, niet verbonden partijen, met de aantekening dat die transacties kunnen zijn gesloten in de wetenschap van de mogelijk door Van Herk te starten uitkoopprocedure. Na die transacties hebben er geen bijzondere gebeurtenissen plaatsgevonden die de waarde beïnvloeden;
- de waardering geschiedt pro rate parte met de waarde van Nagron als geheel, er is geen sprake van een illiquiditeitspremie.
De waardering van Nagron, zijnde een vastgoedonderneming waarvan de waardering van haar activa in de jaarrekening op actuele waarde plaatsvindt welke waardering steunt op taxatie door onafhankelijke deskundigen, kan worden bepaald op de intrinsieke waarde van de aandelen. De intrinsieke waarde van de aandelen per 31 december 2014 kan worden bepaald op € 311.268.000.
Het aantal uitstaande aandelen en certificaten bedraagt 7.397.667.
Op basis van het voorgaande dient naar mijn oordeel de prijs per aandeel Nagron per de datum van 31 december 2014 te worden vastgesteld op € 42,08.”;
2. de jaarrekeningen van NAGRON over de boekjaren 2011, 2012 en 2013;
3. notariële akten van verkoop, koop en levering van aandelen en certificaten in NAGRON waaruit blijkt dat:
- Van Herk op 27 oktober 2014, 30 oktober 2014 en 6 november 2014 5.252 aandelen in NAGRON heeft gekocht van zeven mede-aandeelhouders voor een bedrag van € 39,37 per aandeel;
- op 27 oktober 2014, 8 januari 2015, 22 januari 2015, 29 januari 2015 en 18 februari 2015 Van Herk koopovereenkomsten heeft gesloten met betrekking tot 690 certificaten voor € 39,37 per certificaat;
- Van Herk op 19 mei 2015 van twee andere mede-aandeelhouders 16.052 aandelen heeft gekocht voor € 42,08 per aandeel;
- Van Herk op 19 mei 2015 10.437 certificaten heeft gekocht van twee andere certificaathouders voor € 42,08 per certificaat.
4. de akte “decertificering en levering aandelen” waaruit blijkt dat de door Van Herk verkregen 11.127 certificaten op 1 juni 2015 zijn gedecertificeerd.
3.7
De Ondernemingskamer overweegt ten aanzien van de door Van Herk te betalen prijs voor de resterende aandelen in NAGRON als volgt.
3.8
Lettend op de inhoud van de door Van Herk overgelegde stukken, alles in onderling verband en samenhang bezien, acht de Ondernemingskamer zich voldoende voorgelicht om de prijs van de resterende aandelen vast te stellen op het door Van Herk aangeboden bedrag van € 42,08 per aandeel en wel per 31 december 2014. Dit is de datum waartegen Van Pelt in zijn brief van 10 juni 2014 de aandelen heeft gewaardeerd. Dat deze prijs redelijk is blijkt bovendien uit het feit dat Van Herk nadien aandelen en certificaten tegen die prijs heeft verworven.
3.9
De slotsom is dat de vordering van Van Herk, die ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, voor toewijzing vatbaar is op de wijze zoals hierna te vermelden.
3.1
Nu gedaagden geen verweer hebben gevoerd, dient een kostenveroordeling achterwege te blijven.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
veroordeelt gedaagden het onbezwaarde recht op de door elk van hen gehouden aandelen in het geplaatste kapitaal van NAGRON Nationaal Grondbezit B.V., gevestigd te Rotterdam, aan Van Herk – K.N.G. B.V., gevestigd te Rotterdam, over te dragen;
stelt de prijs van de over te dragen aandelen vast per 31 december 2014 en wel op € 42,08 per aandeel;
bepaalt dat die prijs, zolang en voor zover deze niet is betaald, wordt verhoogd met de wettelijke rente vanaf 31 december 2014 tot de dag van de overdracht of de dag van consignatie van de prijs met rente overeenkomstig artikel 2:201a BW;
bepaalt dat uitkeringen, in laatstbedoeld tijdvak op de aandelen betaalbaar gesteld, tot gedeeltelijke betaling van de prijs op de dag van betaalbaarstelling strekken;
veroordeelt Van Herk – K.N.G. B.V. de vastgestelde prijs, met rente zoals vermeld, te betalen aan gedaagden of aan degenen aan wie de aandelen zullen toebehoren tegen levering van het onbezwaarde recht op de aandelen;
wijst af het meer of anders gevorderde;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.C. Faber en mr. G.M. ter Huurne, raadsheren, en drs. P.R. Baart en drs. P.G. Boumeester, raden, in tegenwoordigheid van mr. H.H.J. Zevenhuijzen, griffier, en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 28 juli 2015.