Uitspraak
mr. S. Nijhuis, kantoorhoudende te Rotterdam,
1.DE STAAT DER NEDERLANDEN,
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
De Aandelen luiden op naam en zijn doorlopend genummerd.”
In de Algemene Vergaderingen geeft elk Aandeel recht op het uitbrengen van één stem.”
3.De gronden van de beslissing
Om tot een oordeel inzake het door Van Herk gehouden aandelenbelang te komen, heb ik de navolgende documenten geraadpleegd:
Erven [A]”. Uit de overgelegde “restantenlijst per 20 juni 1980” blijkt – naar het oordeel van de Ondernemingskamer, mede in het licht van artikel 4:189 BW en artikel 4:226 lid 4 BW, afdoende – dat de Staat der Nederlanden erfgenaam is van [A] . De Ondernemingskamer heeft voorts – na enig zoek- en rekenwerk, dat Van Herk de Ondernemingskamer had kunnen besparen door haar stellingen duidelijk te adstrueren aan de hand van de overgelegde producties – kunnen vaststellen dat 140 aandelen op naam staan van Administratiekantoor van het Algemeen Administratie- en Trustkantoor B.V. Op grond van het voorgaande en blijkens de in het geding gebrachte stukken, waaronder het aandeelhoudersregister en de verklaring van Van Pelt (zie 3.2 onder (f)) met betrekking tot het door van Herk gehouden aantal aandelen, staat vast dat Van Herk alle gezamenlijke andere aandeelhouders heeft gedagvaard. De vordering is ook in zoverre deugdelijk.
Om tot mijn oordeel omtrent de waarde van de aandelen te komen heb ik onder meer gebruik gemaakt van de volgende informatie: