Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[APPELLANTE SUB 1],
[APPELLANT SUB 2],
[APPELLANTE SUB 3],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland. De kantonrechter had in een eerdere uitspraak de vordering van MCN Engineering BV (hierna: MCN) toegewezen, waarbij MCN een bedrag van € 16.923,58 had gevorderd voor werkzaamheden die zij in 2010/2011 had verricht voor appellanten. Appellanten hebben de facturen deels onbetaald gelaten en zijn in hoger beroep gekomen van het vonnis van 10 juli 2014. In hoger beroep hebben appellanten vijf grieven ingediend, waarbij zij onder andere betwisten dat er een richtprijs is overeengekomen voor de werkzaamheden en dat MCN tekort is geschoten in de uitvoering van de opdracht. Het hof heeft de grieven van appellanten verworpen en het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. Het hof oordeelt dat appellanten niet hebben aangetoond dat er een richtprijs is afgesproken en dat MCN niet in verzuim is geraakt. De kosten van het hoger beroep zijn voor rekening van appellanten.