ECLI:NL:GHAMS:2015:3040

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 juli 2015
Publicatiedatum
23 juli 2015
Zaaknummer
200.164.119-01 NOT
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen beslissing van de kamer voor het notariaat inzake niet-ontvankelijkheid van klager

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de kamer voor het notariaat. Klager had op 4 februari 2015 een beroepschrift ingediend tegen een eerdere beslissing van de kamer van 19 januari 2015, waarin het verzet van klager tegen een beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de kamer van 13 augustus 2014 ongegrond was verklaard. De notaris, geïntimeerde in deze zaak, heeft geen verweerschrift ingediend, ondanks dat het hof hem daartoe in de gelegenheid had gesteld. Tijdens de openbare zitting op 9 juli 2015 was klager aanwezig, vergezeld van een raadsman, terwijl de notaris niet verschenen was.

Het hof heeft de relevante stukken van de eerste instantie bestudeerd en vastgesteld dat klager eerder bij de kamer een klacht had ingediend tegen de notaris en een oud-notaris. De kamer had klager in die procedure niet-ontvankelijk verklaard. Volgens artikel 107 lid 1 van de Wet op het notarisambt (Wna) staat tegen een beslissing van de kamer op een klacht hoger beroep open, maar artikel 99 Wna bepaalt dat tegen een beslissing van de voorzitter van de kamer, die klachten kennelijk niet-ontvankelijk of ongegrond verklaart, geen rechtsmiddel openstaat. Het hof concludeert dat er geen feiten of omstandigheden zijn die een uitzondering op deze regel rechtvaardigen.

Daarom heeft het hof klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep, omdat de wet geen mogelijkheid biedt om tegen de bestreden beslissing in beroep te gaan. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 21 juli 2015.

Uitspraak

beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.164.119/01 NOT
nummer eerste aanleg : SHE/2014/47
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 21 juli 2015
inzake
[appellant] ,
wonend te [plaats] ,
appellant,
tegen
[geïntimeerde] ,
notaris te [plaats] ,
geïntimeerde.

1.Het geding in hoger beroep

1.1.
Appellant (hierna: klager) heeft op 4 februari 2015 een beroepschrift - met bijlagen - bij het hof ingediend tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort 's-Hertogenbosch (hierna: de kamer) van 19 januari 2015. Bij genoemde beslissing heeft de kamer het verzet van klager tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de kamer van 13 augustus 2014 ongegrond verklaard.
1.2.
Geïntimeerde (hierna: de notaris) heeft geen verweerschrift bij het hof ingediend, ondanks dat het hof de notaris daartoe in de gelegenheid heeft gesteld.
1.3.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 9 juli 2015. Klager is verschenen, vergezeld van [naam] . Beiden hebben het woord gevoerd. De notaris is - met voorafgaande berichtgeving - niet verschenen.

2.Stukken van het geding

Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.

3.Ontvankelijkheid

3.1.
Klager heeft bij brief van 4 juni 2014 bij de kamer een gelijkluidende klacht ingediend tegen de notaris en tegen oud-notaris [naam] . De plaatsvervangend voorzitter van de kamer heeft bij afzonderlijke beslissingen van 13 augustus 2014 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. Tegen die beslissingen heeft klager tijdig verzet ingesteld bij de kamer. Na onderzoek van de klacht heeft de kamer bij afzonderlijke beslissingen van 19 januari 2015 het verzet ongegrond verklaard.
3.2.
In het algemeen staat - op grond van het bepaalde in artikel 107 lid 1 van de Wet op het notarisambt (Wna) - tegen een beslissing van de kamer op een klacht het rechtsmiddel van hoger beroep bij dit hof open. Artikel 99 Wna bepaalt echter in de leden 5, 9 en 13 - verkort weergegeven en voor zover hier van belang - dat (i) de voorzitter van de kamer klachten die naar zijn oordeel kennelijk niet-ontvankelijk, dan wel kennelijk ongegrond of van onvoldoende gewicht zijn, kan afwijzen, (ii) tegen een dergelijke beslissing van de voorzitter verzet kan worden gedaan bij de kamer en (iii) tegen de beslissing van de kamer dat het verzet niet-ontvankelijk of ongegrond is, geen rechtsmiddel openstaat.
3.3.
Uit artikel 99 Wna volgt dat er geen rechtsmiddel, zoals hoger beroep, tegen de bestreden beslissing kan worden ingesteld. Feiten of omstandigheden die meebrengen dat het hof aan deze uitsluiting van hoger beroep voorbij zou moeten gaan, zijn gesteld noch gebleken. Het enkele feit dat klager de bestreden beslissing inhoudelijk onjuist acht, is daartoe niet voldoende. Dit brengt mee dat klager in zijn hoger beroep niet kan worden ontvangen.
3.4.
Het hiervoor overwogene leidt tot de volgende beslissing.

4.Beslissing

Het hof verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep.
Deze beslissing is gegeven door mrs. W.J.J. Los, A.H.N. Stollenwerck en B.J.M. Gehlen en in het openbaar uitgesproken op 21 juli 2015 door de rolraadsheer.