ECLI:NL:GHAMS:2015:302

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 januari 2015
Publicatiedatum
9 februari 2015
Zaaknummer
200.150.299-01 NOT
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klacht tegen notarissen over wijziging statuten zonder toestemming aandeelhouder

In deze zaak heeft klager, een aandeelhouder van B.V.2, een klacht ingediend tegen vier notarissen. Klager verwijt de notarissen dat zij zonder zijn medeweten en toestemming de statuten van B.V.2 hebben gewijzigd, op basis van ongeldige besluitvorming. De kamer voor het notariaat in Amsterdam heeft de klacht van klager op 8 mei 2014 ongegrond verklaard. Klager heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Amsterdam. Tijdens de behandeling van de zaak op 30 oktober 2014 hebben klager en de notarissen hun standpunten toegelicht. Klager stelt dat de wijziging van de statuten niet rechtsgeldig tot stand is gekomen, omdat hij niet aanwezig was bij de vergadering van aandeelhouders op 30 december 2011, waar het voorstel tot wijziging is aangenomen. Hij betwist dat deze vergadering als een algemene vergadering van aandeelhouders kan worden beschouwd. Klager heeft ook aangevoerd dat de oproeping voor de AVA van 13 april 2012 niet voldeed aan de statuten, omdat een bladzijde ontbrak waarop de statutenwijziging vermeld stond. Het hof heeft echter geoordeeld dat de notarissen op goede gronden mochten aannemen dat klager op de hoogte was van de statutenwijziging en dat zij hun zorgplicht niet hebben verzaakt. Het hof bevestigt de beslissing van de kamer en verklaart de klacht ongegrond.

Uitspraak

beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.150.299/01 NOT
nummers eerste aanleg : 551170 / NT 13-67 J, 551173 NT 13-68 J, 551176 13-69 J en 551177/NT 13-70 J
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 27 januari 2015
inzake
[klager],
wonend te [plaatsnaam],
appellant,
gemachtigde: mr. M. de Vries, advocaat te Naarden,
tegen
[notaris],
[notaris],
[notaris],
[notaris],
allen notaris te [plaatsnaam],
geïntimeerden,
gemachtigde: mr. P.J. de Jong Schouwenburg, advocaat te Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

1.1.
Appellant (hierna: klager) heeft op 6 juni 2014 een beroepschrift bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Amsterdam (hierna: de kamer) van 8 mei 2014 (ECLI:NL:TNORAMS:2014:21). De kamer heeft in de bestreden beslissing de klacht van klager tegen geïntimeerden (hierna: de notarissen) ongegrond verklaard
.
1.2.
De notarissen hebben een verweerschrift bij het hof ingediend.
1.3.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 30 oktober 2014. Klager, vergezeld van zijn gemachtigde, en de notarissen sub 1 en sub 4, eveneens vergezeld van hun gemachtigde, zijn verschenen en hebben het woord gevoerd; de gemachtigde van klager aan de hand van een aan het hof overgelegde pleitnota.

2.De stukken van het geding

Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.

3.De feiten

3.1.
Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Klager heeft tegen de vaststelling van (een aantal van) die feiten bezwaar gemaakt. Het hof zal hiermee (voor zover relevant) bij de beoordeling rekening houden.
3.2.
Kort gezegd gaat het in deze zaak om het volgende.
3.2.1.
Klager is, door middel van [B.V.1] (hierna: [B.V.1]) vijfentwintig procent aandeelhouder in [B.V.2] (hierna: [B.V.2]) en was houder van twee prioriteitsaandelen in deze vennootschap. [X] is door middel van [B.V.3] eveneens vijfentwintig procent aandeelhouder in [B.V.2] en was houder van één prioriteitsaandeel.
3.2.2.
Op 30 december 2011 heeft een gecombineerde vergadering van aandeelhouders en prioriteitsaandeelhouders van [B.V.2] plaatsgevonden. Tijdens deze vergadering is – blijkens de daarvan opgemaakte notulen - een voorstel aangenomen tot wijziging van de statuten van [B.V.2], in die zin dat de prioriteitsaandelen zouden worden geconverteerd in gewone aandelen. Klager was voor deze vergadering opgeroepen op 22 december 2011 maar niet aanwezig en betwist dat de bijeenkomst op 30 december 2011 als algemene vergadering van aandeelhouders (hierna: AVA) kan worden beschouwd en dat er op die vergadering geldige besluiten konden worden genomen.
3.2.3.
Op 13 april 2012 heeft een AVA van [B.V.2] plaatsgevonden. Klager was bij deze vergadering aanwezig. In de notulen van deze AVA is vermeld dat het voorstel tot wijziging van de statuten ter vergadering in stemming is gebracht en dat unaniem vóór dat voorstel is gestemd.
3.2.4.
De notarissen zijn betrokken geweest bij het opstellen van de concept-akte van statutenwijziging en bij het passeren van de akte van statutenwijziging.

4.Het standpunt van klager

Klager verwijt de notarissen, kort gezegd, dat zij zonder zijn medeweten en toestemming en op basis van ongeldige besluitvorming de statuten van [B.V.2] hebben gewijzigd, waardoor hij zijn zeggenschapsrechten als prioriteitsaandeelhouder in de vennootschap heeft verloren. Klager stelt dat de notarissen onzorgvuldig hebben gehandeld door onvoldoende te onderzoeken of hij met de statutenwijziging bekend was en daarmee instemde.

5.Het standpunt van de notarissen

De notarissen hebben verweer gevoerd. Het standpunt van de notarissen wordt, voor zover relevant, hieronder besproken.

6.De beoordeling

Rechtsgeldigheid besluitvorming
6.1.
Klager stelt zich op het standpunt dat aan het besluit tot statutenwijziging geen rechtsgeldig tot stand gekomen voorstel van de vergadering van prioriteitsaandeelhouders ten grondslag ligt, zoals voorgeschreven in artikel 23 van de oude statuten van [B.V.2].
Het hof volgt klager niet in deze stelling. Ingevolge artikel 23 van de oude statuten is voor een besluit tot wijziging van de statuten door de AVA weliswaar een voorstel van de vergadering van houders van prioriteitsaandelen en een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen die meer dan de helft van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen vereist, maar ingevolge artikel 18, derde lid, juncto artikel 20, vijfde lid, van de oude statuten worden besluiten van de vergadering van houders van prioriteitsaandelen, voor zover in de statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Op grond van deze artikelen bestond er, anders dan klager betoogt, voor het besluit van de vergadering van houders van prioriteitsaandelen om de statutenwijziging voor te stellen aan de AVA niet het vereiste dat dit slechts met een meerderheid van twee derde van de stemmen kon worden genomen. Het besluit om de statutenwijziging voor te stellen aan de AVA is genomen ter gelegenheid van de vergadering van de houders van prioriteitsaandelen van 30 december 2011, waarbij klager weliswaar niet aanwezig was maar waarvoor hij wel met inachtneming van de volgens artikel 20 lid 1 van de oude statuten juiste termijn van tenminste zeven dagen was opgeroepen. Aangezien [B.V.3], de enige andere prioriteitsaandeelhouder, bij die vergadering vóór het besluit heeft gestemd, is het besluit bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen en dus in overeenstemming met genoemde artikelen genomen.
6.2.
Voorts heeft klager aangevoerd dat de oproeping voor de AVA van 13 april 2012 niet voldeed aan artikel 23 lid 2 van de oude statuten, waarin is bepaald dat wanneer aan de AVA een voorstel tot wijziging van de statuten zal worden gedaan, dat steeds bij de oproeping tot de AVA moet worden vermeld. Klager stelt dat bij de door hem ontvangen oproeping voor de vergadering van 13 april 2012 de tweede bladzijde, waarop de statutenwijziging als agendapunt stond vermeld, ontbrak.
De notarissen hebben een oproeping voor die vergadering in het geding gebracht waarop op de eerste bladzijde de agendapunten 1 tot en met 3 en een deel van agendapunt 4 – eindigend in een afgebroken zin – staan en op de tweede bladzijde het vervolg van agendapunt 4 en de agendapunten 5 tot en met 8, waaronder het besluit tot wijziging van de statuten, en met de afsluiting van de oproeping (“Met vriendelijke groet, [X]”). Vast staat dat die oproeping een vermelding van het voorstel tot statutenwijziging bevatte. De stelling dat bij de oproeping van klager de tweede bladzijde ontbrak, hetgeen het hof overigens niet kan vaststellen, kan niet tot de conclusie leiden dat de oproeping niet voldeed aan de eisen van artikel 23 lid 2 van de oude statuten.
Zorgplicht notarissen
6.3.
Klager heeft verder aangevoerd dat hij door de andere aandeelhouders is misleid, waardoor hij niet bekend was met het voornemen de statuten te wijzigen. Volgens klager hebben de notarissen hun zorgplicht verzaakt door, zonder na te gaan of hij op de hoogte was, werkzaamheden in het kader van de statutenwijziging te verrichten. Naar het oordeel van het hof zijn - ook in hoger beroep - geen feiten en omstandigheden gesteld of gebleken waaruit de notarissen hadden moeten afleiden dat klager niet op de hoogte was van de statutenwijziging.
Het hof verenigt zich dan ook met de conclusie van de kamer in eerste aanleg dat de notarissen er op grond van de hen ter beschikking gestelde stukken (de uitnodigingen voor de vergadering van prioriteitsaandeelhouders van 30 december 2011 en de AVA van 13 april 2012 van respectievelijk 22 december 2011 en 29 maart 2012 en de notulen van beide vergaderingen) van uit mochten gaan dat klager instemde met de statutenwijziging en met het daaruit voortvloeiende oordeel dat de notarissen op goede gronden mochten menen hun medewerking aan de akte van statutenwijziging te moeten verlenen.
6.4.
Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht, kan buiten beschouwing blijven omdat het niet van belang is voor de beslissing in deze zaak.
6.5.
Het hiervoor overwogene leidt tot de volgende beslissing.

7.De beslissing

Het hof:
- bevestigt de bestreden beslissing.
Deze beslissing is gegeven door mrs. A.M.A. Verscheure, C.H.M. van Altena en P. Blokland en in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2015 door de rolraadsheer.