ECLI:NL:GHAMS:2015:2962
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- E.M. Polak
- J.C.W. Rang
- C.M. Aarts
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake geschil over gebruiksvergoeding voor gehuurde bedrijfsruimte
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellante] tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam. De kantonrechter had op 5 juni 2014 geoordeeld dat [appellante] een gebruiksvergoeding verschuldigd was aan [geïntimeerde] voor het gebruik van een bedrijfsruimte. De zaak betreft een huurovereenkomst die op 13 juli 2012 werd gesloten tussen [geïntimeerde] en Woningstichting Rochdale. [geïntimeerde] had een waarborgsom van € 5.238,32 ontvangen van [appellante] om aan Rochdale te voldoen. Echter, [appellante] maakte gebruik van de bedrijfsruimte zonder daarvoor een gebruiksvergoeding te betalen, wat leidde tot een geschil tussen de partijen.
In het hoger beroep heeft [appellante] geconcludeerd dat het hof het vonnis van de kantonrechter moet vernietigen en de vorderingen van [geïntimeerde] moet afwijzen. [geïntimeerde] heeft in het incidentele appel geconcludeerd tot bekrachtiging van het vonnis voor zover het betreft de vordering in conventie en tot vernietiging van het vonnis voor zover het betreft de vordering in reconventie.
Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze door de kantonrechter zijn vastgesteld en heeft geoordeeld dat er voldoende bewijs is dat [appellante] de bedrijfsruimte heeft gebruikt in strijd met de afspraken die gemaakt zijn in de samenwerkingsovereenkomst. Het hof heeft de grieven van beide partijen verworpen en het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. [appellante] is veroordeeld in de kosten van het principaal appel, terwijl [geïntimeerde] is veroordeeld in de kosten van het incidenteel appel. Het hof heeft de proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard.