Uitspraak
mr. C.J. van Veen, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. R.N. de Jong, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. M. Kashyap, kantoorhoudende te Amsterdam.
1.Het verloop van het geding
- primair: vast te stellen dat Roorda onvoldoende de belangen van Nieuwendijk Monumenten behartigt en als gevolg hiervan dient te worden ontslagen als tijdelijke bestuurder van Nieuwendijk Monumenten terwijl ten aanzien van de door hem reeds uitgevoerde werkzaamheden een gemaximeerd en redelijk loon wordt bepaald, en voorts een nieuwe tijdelijke bestuurder aan te wijzen waarvan de onafhankelijkheid in grote mate gewaarborgd is;
- subsidiair: een redelijk loon vast te stellen voor Roorda voor de afgelopen periode, alsmede voor de verdere periode dat hij tijdelijke bestuurder van Nieuwendijk Monumenten is.
- primair: de bij wijze van onmiddellijke voorziening bevolen schorsing van [A] als bestuurder van Nieuwendijk Monumenten te beëindigen, Roorda te ontslaan als bij wijze van onmiddellijke voorziening benoemde bestuurder, en voor hem een redelijk loon vast te stellen voor de reeds uitgevoerde werkzaamheden;
- subsidiair: Roorda als tijdelijke bestuurder van Nieuwendijk Monumenten te ontslaan, en bij wijze van onmiddellijke voorziening voor de duur van het geding een nieuwe tijdelijke bestuurder aan te wijzen en een gemaximeerd en redelijk loon voor die bestuurder vast te stellen;
- meer subsidiair: iedere andere onmiddellijke voorziening te treffen als de Ondernemingskamer in de stand van dit geding op basis van een hernieuwde billijke afweging van de onderscheidene belangen noodzakelijk zal achten;