2.Feiten
De voorzieningenrechter heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.12 de feiten opgesomd die hij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
a. De Stichting heeft tot doel het organiseren van activiteiten die verband houden met het opzetten, beheren en in stand houden van een wijkboerderij, inclusief paviljoen en infocentrum.
b. De Stichting heeft van de Gemeente een stuk gemeentegrond aan de [adres] in huur gekregen. In verband met een herinrichting van het terrein hebben partijen in 2011 een gewijzigde huurovereenkomst gesloten. Artikel 1.1 van de huurovereenkomst luidt:
De huurovereenkomst vangt aan per 1 maart 2011 geldt voor onbepaalde tijd, tenzij één der partijen de huur schriftelijk opzegt, met inachtneming van een opzegtermijn van een halfjaar, een en ander behoudens het bepaalde in artikel 9 van deze overeenkomst.
c. Op het gehuurde staan opstallen (waaronder een informatiecentrum, een stal en dierenverblijven) die eigendom zijn van de Stichting. Hier bevinden zich boerderijdieren, er worden activiteiten georganiseerd en er is een buitenschoolse opvang gevestigd.
d. Binnen het bestuur van de Stichting zijn geschillen gerezen. De situatie is in oktober 2013 geëscaleerd. Ter vergadering is de toenmalige voorzitter, [A] ontslagen. Twee bestuursleden ([B] en [C]) hebben hun functie neergelegd althans daarmee gedreigd. Vervolgens zijn [D], [E] en [F] als bestuursleden benoemd, die door [B] en [C] als zodanig waren geïntroduceerd.
e. Volgens [A] waren voormelde ontslag- en benoemingsbesluiten niet rechtsgeldig. In november 2013 heeft [A] bij de rechtbank Noord-Holland een procedure tegen [B], [C], [D], [E] en [F] aangespannen teneinde hen als bestuurders te doen ontslaan dan wel schorsen en twee andere personen (tijdelijk) tot bestuurders te doen benoemen. De rechtbank heeft het verzoek bij beschikking van 27 februari 2014 afgewezen.
f. Intussen is binnen de stichting getracht een nieuw bestuur te vormen, waarbij ‘kamp [A]’ een oud-bestuurslid heeft voorgedragen, te weten [G], die bij ‘kamp [D]’ op grote bezwaren stuitte. Bij brief van 14 maart 2014 heeft [D] aan [G] geschreven:
Op 24 januari 2014 heeft u eigener beweging het paviljoen ( ) bezocht (...) alwaar besprekingen plaatsvonden, die door uw aanwezigheid ernstig zijn verstoord. Van tevoren is u duidelijk gemaakt, dat u niet welkom was. Verschillende bestuursleden en vrijwilligers waren hier ter plaatse getuige van.
De voorzitter van de stichting heeft u meerdere malen gevorderd het pand te verlaten. U heeft hieraan geen gevolg gegeven. (...).
U heeft zich tijdens uw verblijf verbaal agressief gedragen. (...)
Uiteindelijk hebben omstanders u niet zachte drang naar buiten gewerkt. Hierbij heeft u in de deuropening met stemverheffing dreigende taal geuit aan het bestuurslid [B] “Ik kom jou nog wel tegen in het park met je hondje”.
Op 12 maart jl. heeft u opnieuw getracht om toegang te verkrijgen tot de terreinen en lokalen van de stichting. Dankzij ingehuurde beveiligers is dit aan u niet gelukt. Het bestuur moet en zal de rust en veiligheid bewaken. (...)
Mocht u zich wederom toegang willen verschaffen, dan zullen we onverwijld de politie inschakelen. Een afschrift van dit schrijven is ter hand gesteld aan toezichthouders van gemeente en politie.
g. Op 24 maart 2014 is in het Noord-Hollands Dagblad een bericht over de problemen binnen de Stichting verschenen.
h. Bij brief van 25 maart 2014 heeft Gemeente aan de Stichting bericht:
In verband met de bestuurlijke perikelen binnen uw Stichting (ernstige disputen en bedreigingen) en de onrust die dit met zich meebrengt voor de bezoekers van de wijkboerderij en de uitstraling voor de omgeving, hebben wij besloten om, met inachtneming van de opzegtermijn van een halfjaar zoals gesteld in artikel 1.1 van de met u gesloten huurovereenkomst voor ondergrond wijkboerderij d‘Oosterhout c.a. met hieraan verbonden recht van opstal, deze overeenkomst met ingang van heden op te zeggen. De huurovereenkomst met opstalrecht eindigt derhalve per 1 oktober 2014. (…)
De Gemeente heeft op dezelfde dag een persbericht over de huuropzegging uitgebracht.
i. Op de bestuursvergadering van 26 maart 2014 hebben de overige bestuursleden van de Stichting [A] als bestuurder ontslagen. [A] heeft zich bij dit besluit neergelegd.
j. Op 3 april 2014 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van de Stichting en de Gemeente Alkmaar. Hierbij was aanwezig [H],
wethouder van de gemeente Alkmaar. In het gespreksverslag staat onder meer:
Mevr. [H] zegt dat de gemeente na 1 oktober 2014 met een schone lei gaat beginnen. Dat betekent dat er zowel met het ‘oude’ als met het ‘nieuwe’ bestuur geen overeenkomst zal worden gesloten. Ze krijgt berichten vanuit de wijk dat er een zeer ongewenste situatie is ontstaan op de wijkboerderij. Ze heeft hierin haar verantwoordelijkheid genomen. Alleen als het voltallige bestuur vervangen wordt valt er met de gemeente te praten over voortzetting van de huur.
Dhr. [D] geeft aan dat ze hier niet mee akkoord gaan. Dat ze ook van de vrijwilligers steun hebben. Als de huur echt beëindigd wordt zal de stichting de hele boerderij optillen.
(....)
Dhr. [D] zegt dat het bestuur dat hij vertegenwoordigt zich niet zal neerleggen bij het besluit en dat het gesprek geëindigd is.
k. In een e-mail van 26 mei 2014 van de buitenschoolse opvang aan de Gemeente Alkmaar staat onder meer:
Zoals ik al melde is het erg rustig op de kinderboerderij. Wel ben ik erg geschrokken van wat meneer [D] van plan was te gaan doen. Hij wilde alle dieren gaan ruimen en alle hokken om de ‘boerderij’ slopen. Gelukkig hebben andere hem daarvan kunnen weerhouden. Moet er niet aan denken wat een inpakt dat op onze kinderen zou hebben. Ik heb wel begrepen dat ze weinig vrijwilligers kunnen krijgen voor de kinderboerderij. Ze komen nu alleen de dieren verzorgen en sluiten dan de poort weer naar de dieren toe.
l. In juni 2014 heeft nogmaals een bespreking plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van de Stichting en de Gemeente over de samenstelling van een nieuw bestuur. De Gemeente heeft zich op het standpunt gesteld dat dit bestuur geheel uit nieuwe mensen zou moeten bestaan, de Stichting heeft zich op het standpunt gesteld dat dat niet mogelijk is in verband met de continuïteit.
m. Bij brief van 28 augustus 2014 hebbende voorzitters van de Wijkvereniging Oud
Overdie en Wijkraad Nieuw Overdie aan [H] geschreven:
De Wijkraad (...) en Wijkvereniging (...) hebben al eerder haar bezorgdheid uitgesproken in een schrijven van 22 januari aan de Rechter van het kort geding en aan de Kinderboerderij op 24 maart j.l. over hetgeen er in en rondom de Kinderboerderij d’Oosterhout gebeurt. (...) Deze bezorgdheid is onveranderd.
Het huidige bestuur van de Kinderboerderij zegt dat het nu rustig is, en dat klopt, maar in de
verkeerde zin van het woord.
Waren er voorheen aktiviteiten voor de kinderen nu is er niets, ook al geeft de website aan dat er tweemaal in de maand op woensdag een activiteit is.
De kinderboerderij is nog maar 3 maal 3,5 uur in de week open en het paviljoen is al maanden niet meer open geweest ook in de afgelopen zomervakantie niet.
(...) Het is niet mogelijk voor bezoekers om gebruik te maken van het sanitair of hun kinderen te trakteren op een ijsje en/of verfrissing.
Bezoekers blijven daarom ook massaal weg.
De Kinderboerderij is ontstaan in oktober 1987 uit een initiatief van omwonenden van de
Kinderboerderij en moet ook aan hen terug worden gegeven. (...)
n. Nadat het bestreden vonnis was gewezen heeft de Stichting het gehuurde ontruimd en de opstallen aan de Gemeente gelaten. Het gehuurde is thans in gebruik bij een nieuwe stichting, Wijkboerderij Alkmaar. Op de website van deze stichting is vermeld dat de wijkboerderij vanaf 10 januari 2015 op zaterdag, zondag en woensdag van 13.00 tot 16.00 uur open is. Blijkens een artikel in het Noordhollands Dagblad van 25 maart 2015 ontvangt de nieuwe stichting € 10.000,= subsidie per jaar van de Gemeente, heeft zij 18 vrijwilligers voor de boerderij en verhuurt zij het paviljoen ten behoeve van allerhande activiteiten/cursussen.