Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding en geschil in hoger beroep en de feiten
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de tante, bijgestaan door haar advocaat;
- mevrouw […], vertegenwoordiger van de Raad.
2.De verdere beoordeling van het hoger beroep
De hechting tussen tante en [de minderjarige] is goed op gang gekomen, evenals de rouwverwerking. Tante is voortdurend aanwezig, betrouwbaar, stabiel en geeft veel om [de minderjarige]. [de minderjarige] slaapt beter, hij is rustiger en minder verdrietig en angstig. Tante weet hoe te reageren als [de minderjarige] denkt zijn moeder te zien of over haar praat. [de minderjarige] rent minder vaak de deur uit, tante biedt hem veel duidelijkheid en structuur waardoor hij weet waar hij aan toe is en zijn gedragsproblemen verminderd zijn.
heeft een goede ontwikkeling doorgemaakt. In maart 2013 is hij gestart op de NSDSK, voor 2 dagdelen. Dit is een peuterspeelzaal gericht op spraak/taalontwikkeling. Daarnaast bezoekt hij de voorschool naast de school waar de andere kinderen ook heengaan. [de minderjarige] kan in december 2013 beginnen in groep 1 van de reguliere basisschool [de school] in [a]. Hij heeft een goede vooruitgang gemaakt met zijn spraak en taalontwikkeling. Samen met [voornaam tante] hebben we aan het slaapprobleem van [de minderjarige] gewerkt. Ze brengt hem nu wat eerder naar bed en houdt vast aan een vast ritueel. Door hem steeds weer terug te leggen in bed en hem gerust te stellen, bleef hij uiteindelijk goed in bed liggen en sliep hij veel eerder in. Ook zijn we samen naar de kinderarts van het MOC Kabouterhuis geweest voor advies en om melatonine te vragen. Dit wordt nog steeds gebruikt maar niet elke avond, het heeft wel een positief effect op [de minderjarige]. Wel komt hij in de nacht nog bij [voornaam tante] in bed liggen, dit wil [voornaam tante] later wel oppakken en veranderen. Verder ben ik ook in het gezin geweest om met [de minderjarige] te spelen en naar buiten te gaan, zodat [voornaam tante] ontlast kon worden. Hierna hebben we weer werkpunten gemaakt en geoefend met naar buiten gaan. Als [voornaam tante] met meer kinderen naar buiten gaat met [de minderjarige], is hij nog erg vluchtig en gaat hij zijn eigen gang. Hier maakt hij wel stappen in de goede richting, hij heeft toch nog strakke aansturing nodig. Omdat er verder geen pedagogische vragen waren rondom de opvoeding van [de minderjarige] en ook de andere hulpverlening is opgestart, hebben we besloten dit af te ronden.
De komende jaren zal duidelijk worden in hoeverre [de minderjarige] zijn motorische en taal- en spraakachterstand kan inlopen. Hij heeft hiervoor ondersteuning. Zijn motorische onrust, impulsieve gedrag en korte aandachtsspanne zijn opvallend, maar gezien zijn leeftijd (nog) geen reden voor behandeling. Het dossier wordt gesloten.