Uitspraak
mrs. F.M. Petersen
M.D. Hazenberg, kantoorhoudende te Amsterdam,
mrs. E.M. Soerjatinen
M.C. Leijten, kantoorhoudende te Amsterdam,
1.[B] ,
[C],
mrs. I.S. Oosterhoff, R.J.T. Kamstraen
C.J. Jager,allen kantoorhoudende te Amsterdam,
3.[D] ,
mrs. J.A. Meijeren
K. ter Hart, beiden kantoorhoudende te Den Haag.
1.Het verloop van het geding
- verzoeker als [A] ;
- verweersters 1 tot en met 4 ieder afzonderlijk als respectievelijk Leaderland TTM, Leaderland I, Leaderland II en Leaderland III en gezamenlijk als Leaderland c.s.;
- belanghebbende 1 als [B] ;
- belanghebbende 2 als [C] ;
- belanghebbende 3 als [D] .
2.De gronden van de beslissing
- Ten aanzien van de procedure tussen Peters Inc. en [A] in België en Nederland: [A] heeft gesteld dat Peters Inc. (eiser) in de procedure van [A] (gedaagde) terugbetaling vordert van een lening die Peters Inc. zou hebben verstrekt. Voorst heeft [A] aangevoerd dat deze procedure aanhangig is bij de rechtbank Amsterdam en dat de eerste roldatum 17 juni 2015 is (er zijn nog geen zaaknummer van deze procedure bekend). In België vordert [A] opheffing van de door Peter Inc. in België gelegde beslagen en terzake is een procedure aanhangig is bij de beslagrechter van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen en een sekwesterprocedure bij de bij de rechtbank Antwerpen (rolnummer A.R. 15/1731/A). Deze zaak staat voor vonnis, waartegen hoger beroep openstaat, aldus (nog steeds) [A] .
- Ten aanzien van de bestuurdersaansprakelijkheidsprocedure tussen Leaderland en [A] :