In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over een huurovereenkomst tussen Excalibur Real Estate B.V. en meerdere geïntimeerden. Excalibur had in eerste aanleg een vordering ingesteld tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van een woning boven een café, alsook tot betaling van huurachterstand. De kantonrechter had de vorderingen van Excalibur afgewezen, met uitzondering van de veroordeling tot betaling van wettelijke rente over een huurachterstand die was ontstaan tussen 1 januari 2008 en 9 augustus 2012.
Excalibur ging in hoger beroep en voerde aan dat de huurachterstand structureel was en dat de tekortkomingen van de geïntimeerden de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigden. De geïntimeerden betwistten de huurachterstand en stelden dat zij tijdens onderhandelingen over de vastgoedtransactie de huur mochten opschorten. Het hof oordeelde dat de huurachterstand, die per 1 april 2014 € 1.365,62 bedroeg, voldoende was om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter voor zover de ontbinding was afgewezen en veroordeelde de geïntimeerden tot betaling van de huurachterstand en de wettelijke rente. De overige vorderingen van Excalibur werden afgewezen, en de kosten van het geding werden aan de geïntimeerden opgelegd.