Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Wij hebben de verwijzingen naar uw naam verwijderd van onze websites. Mocht u nog vragen
3.Beoordeling
grieven 1 en 2, die zich lenen voor gezamenlijke behandeling, bestrijdt [appellant] het oordeel van de voorzieningenrechter in rov. 4.1 en 4.2 dat de veroordeling beperkt mag worden opgevat en ertoe strekte
het gebruikvan de genoemde aanduidingen te beëindigen en niet om de aanwezigheid van die aanduidingen op het internet ongedaan te maken. Volgens [appellant] geldt de door de voorzieningenrechter toegepaste restrictieve interpretatieregel pas indien het gaat om een verbod dat in (te) algemene termen is vervat, terwijl het vonnis van 11 juni 2013, aldus [appellant], niet duidelijker en concreter had kunnen zijn. Weliswaar strekte de veroordeling er niet (specifiek) toe dat de aanwezigheid van de omstreden aanduidingen op het internet ongedaan moet worden gemaakt, maar wel dat [geïntimeerde] ieder gebruik van de naam Money4Wheels zou staken, hetgeen uiteraard het verwijderen c.q. ongedaan maken van de (door [geïntimeerde] zelf geplaatste) aanduidingen impliceert, aldus nog steeds [appellant].
gebruikvan de naam Money4Wheels (en/of een afgeleide daarvan) en van de domeinnamen www.money4wheelsautoverpanden.nl en www.money4wheelsverpanden.nl te staken en gestaakt te houden, alsmede om in de toekomst ieder
gebruikvan een domein-en/of handelsnaam, direct of indirect, met daarin een combinatie van de woorden Money4Wheels te staken en gestaakt te doen houden.
grieven 5, 6 en 7zijn gericht tegen de overwegingen van de voorzieningenrechter met betrekking tot de aanwezigheid van advertenties die zijn geplaatst op www.marktnet.nl met gebruikmaking van de naam Money4Wheels. Zij lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Volgens [appellant] heeft de voorzieningenrechter ten onrechte overwogen dat het lastig is om advertenties met kruislingse gebruikmaking van vele zoektermen en metatags van internet te verwijderen zodat niet valt uit te sluiten dat deze advertenties nog dateren uit de periode dat partijen samenwerkten (rov. 4.4) en daarbij ten onrechte belang gehecht aan de verklaringen van [Y] en [Z] van Searchtrends en van [A] van Vanimedia (rov. 4.7 tot en met 4.9). Daarom is in de visie van [appellant] de conclusie van de voorzieningenrechter onjuist dat op dit moment onvoldoende duidelijk is of de gewraakte advertenties na het vonnis ondanks de inspanningen van [geïntimeerde] (met behulp van Searchtrends en Vanimedia) op het internet zijn blijven staan, dan wel dat deze later zijn geplaatst, waarbij het de vraag is of dat door [geïntimeerde] dan wel door [appellant] is gedaan (rov. 4.10).
grief 8komt [appellant] op tegen de overweging van de voorzieningenrechter dat met betrekking tot de website www.beoordeelmijnwebsite.nl die door Searchtrends wordt beheerd, niet [geïntimeerde] maar Searchtrends moet worden aangesproken. Volgens [appellant] wordt op deze website tot op de dag van vandaag gebruik gemaakt van c.q. verwezen naar de naam Money4Wheels.
de grieven 3 en 4terecht betoogt dat, anders dan de voorzieningenrechter onder 4.2 en 4.10 heeft overwogen, op hem geen plicht rust [geïntimeerde] te attenderen op aanwezigheid van uitingen waaraan hij aanstoot neemt (rov. 4.2) en het ook niet op zijn weg had gelegen om na de door hem gedane constateringen contact met [geïntimeerde] te zoeken en met hem in overleg te treden in plaats van rauwelijks een aanzegging door de deurwaarder te laten uitgaan en vervolgens beslag op de woning van [geïntimeerde] te doen leggen (rov. 4.10), kan dit niet tot een andere uitkomst leiden. Uit hetgeen het hof in het voorgaande heeft overwogen, volgt immers dat [geïntimeerde] zich naar het voorlopig oordeel van het hof voldoende heeft ingespannen om aan de hem opgelegde veroordeling te voldoen.
grief 10, gericht tegen de proceskostenveroordeling in eerste aanleg, geen bespreking meer. [appellant] dient als de in het ongelijk gestelde partij de kosten van het hoger beroep te dragen.