Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
grief 1betoogt [appellant] dat die feitenstelling van de rechtbank te beknopt is. Het hof zal daarmee - voor zover nodig - in het hierna volgende rekening houden. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
aanvullingis opgenomen dat
alledeuren zijn voorzien van magneetcontacten. Na controle is gebleken dat dit niet het geval is.
Ik concludeer dat dit punt niet is afgehandeld.
nietgebruikt.
2. Het afschot in de douche van de ouderbadkamer is onvoldoende.
3.Beoordeling
€ 2.618,-- aan contractueel overeengekomen boete wegens niet tijdige oplevering.
In het tussenvonnis van 5 maart 2008 heeft de rechtbank geoordeeld dat [appellant] in verband met te late oplevering van het werk een bedrag toekomt van € 519,-- voor de kosten van opslag en de contractueel overeengekomen boete, te berekenen over 42 dagen. In conventie heeft de rechtbank in dat tussenvonnis twee deskundigen benoemd om de klachten van [appellant] te onderzoeken met betrekking tot ondeugdelijk verrichte werkzaamheden en de kosten van herstel daarvan.
In het eindvonnis van 7 maart 2012 heeft de rechtbank overwogen dat [geïntimeerde] niet door [appellant] in gebreke is gesteld en dat [geïntimeerde] geen termijn is gegeven om de door [appellant] gestelde gebreken weg te nemen. [geïntimeerde] is volgens de rechtbank dan ook niet in verzuim geraakt zodat niet is voldaan aan de voorwaarden tot het verkrijgen van aanspraak op schadevergoeding. De rechtbank heeft [appellant] (in conventie) veroordeeld tot betaling van € 45.602,41. Voorts is de rechtbank teruggekomen van haar beslissing in het tussenvonnis van 5 maart 2008 dat [appellant] aanspraak heeft op vergoeding van € 519,-- voor de kosten van opslag. De rechtbank heeft [geïntimeerde] (in reconventie) veroordeeld tot betaling van € 1.428,-- aan contractueel overeengekomen boete wegens vertraging in de oplevering. Alle overige vorderingen van [appellant] zijn door de rechtbank afgewezen.
€ 25.050,33 toewijsbaar is.
- De kosten voor herstel bedragen € 11.756,65 en de onderzoekskosten van GBE Consultancy waren € 1.524,60 (zie r.o. 3.2 sub l).
4.Beslissing
€ 45.602,41 vanaf 30 januari 2007 tot de dag der algehele voldoening;
€ 1.158,-- aan buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der betaling door [appellant];