2.2Voor zover relevant en aangevuld met andere feiten die als gesteld en niet (voldoende) betwist in hoger beroep zijn komen vast te staan, zijn die feiten de volgende.
i. Met ingang van 15 mei 2010 heeft [appellant] van AWM om niet, althans tegenover de verplichting het volledige onderhoud voor zijn rekening te nemen, de bedrijfsruimte aan de [adres] gehuurd voor een periode van twee jaar. De huurovereenkomst werd op deze wijze gesloten in verband met plannen voor herontwikkeling.
ii. Met ingang van mei 2010 heeft [appellant] de bedrijfsruimte in gebruik gegeven aan Kringloop Waterland, die daarvoor een huurprijs betaalde van (laatstelijk) € 1.850,= plus € 300,= per maand. Deze huurovereenkomst is niet op papier gezet.
iii. Rond mei 2012 is [appellant] in overleg getreden met directeur [Y] van AWM over voortzetting van de hoofdhuurovereenkomst na 15 mei 2012. Omstreeks dezelfde periode is hij in overleg getreden met Kringloop Waterland over de mogelijkheid dat Kringloop Waterland rechtstreeks van AWM zou huren. [appellant] heeft daarvoor een afkoopsom van € 24.000,= bedongen. Kringloop Waterland heeft aanvankelijk te kennen gegeven dat in overweging te willen nemen als [appellant] bij AWM zou bewerkstelligen dat zij verder blijvend niet meer dan € 500,= per maand zou hoeven betalen.
iv. Bij e-mail van 23 augustus 2012 uur heeft Kringloop Waterland [appellant] over het haar door AWM aangeboden huurcontract onder meer het volgende geschreven:
Omdat er in het aangeboden contract, en de gewijzigde versie, voor ons teveel onzekerheden staan hebben we het volgende besloten. Aangezien wij geen gesprekspartner zijn geweest met de heer [Y] is het niet zinvol om contact met hem te zoeken en het contract te laten aanpassen, afspraak was dat jij dit zou regelen.
. je krijgt de helft van het afgesproken bedrag na ontvangst van je (gemailde) factuur.
. Als op of rond 15 mei 2014 de woningbouw ons een contract aanbied voor tenminste een jaar, en gebaseerd op de huidige huur van 500 euro, zal het restant aan je worden overgemaakt.
. Vanzelfsprekend maken we het restant zoveel eerder aan je over als de voorwaarden van de huurovereenkomst worden aangepast op de punten die we met je hebben besproken op 23 augustus 2012, t.w. punt 3.3 en 4.9 en 7.5.2
. Op je verzoek wordt het restant van EUR 12.000 op een derden rekening geparkeerd.
v. Bij e-mail van 28 augustus 2012 heeft Kringloop Waterland aan [appellant] bericht:
[X] heeft afgelopen maandag contact gehad met [Y] en die heeft vervolgens een briefje gemaild met zijn aanpassingen, het contract wil hij niet veranderen. De aanpassing zoals hij die in zin briefje benoemt zijn echter niet de aanpassingen waar [X] om heeft verzocht, sterker nog hij verwijst wederom naar de artikelen die wij juist uit het contract wilde hebben en onacceptabel vinden. We hebben besloten om niet te verzanden in eindeloze discussies over de inhoud. Ons voorstel zoals we je dat eerder hebben gedaan blijft daarom gehandhaafd. Lukt het jou om de gewraakte passages uit het contract te krijgen dan krijg je alsnog de afgesproken afkoopsom. Verder verwijs we je naar ons laatste voorstel.
vi. Op 28 augustus 2012 heeft Kringloop Waterland het door AWM aangeboden huurcontract ondertekend. De huurovereenkomst loopt met ingang van 15 mei 2012 voor een periode van twee jaar. De huurprijs bedraagt € 500,= per maand exclusief nutsvoorzieningen.
In artikel 3.3 van de huurovereenkomst is bepaald:
Afhankelijk van de fase van projectontwikkeling/herstructurering van het gebied, kan mogelijk verhuurder het aanbod doen de huurtermijn te verlengen. Huurder is niet verplicht daar gebruik van te maken.
In artikel 4.9 is bepaald:
Met het oog op de geplande bouwontwikkeling op de locatie zal de huurovereenkomst van rechtswege eindigen op 15 mei 2014. Mocht huurder de overeenkomst willen verlengen en artikel 3.3 is niet van toepassing dan is dat mogelijk onder de in deze overeenkomst opgenomen bepalingen met uitzondering van de netto huurprijs. Deze bedraagt per 15 mei 2014 € 2.500,= per maand.
In artikel 7.5.2 is bepaald:
Verhuurder is bevoegd elke 5 jaar, d.w.z. voor het eerst na 15 mei 2014 een wijziging van de huurprijs aan de markthuurwaarde te verlangen.
vii. Bij e-mail van 30 augustus 2012 heeft Kringloop Waterland aan [appellant] bericht:
Telefonisch met [Z] afgesproken dat we de helft van de overeengekomen afkoopsom gaan overmaken. De reden hiervoor is intussen wel duidelijk. Wil je om verdere misverstanden of dreigementen te voorkomen ons een aangepaste nota sturen wel met de vermelding onder welke voorwaarden we de restantbetaling doen? Dus het tweede deel van de afkoopsom wordt overgemaakt zodra we van de heer [Y] een aangepast contract (of een suppletie) krijgen waarin de gewraakte artikelen zijn verwijdert of rond mei 2014 als de onderhandelingen zijn afgerond over verlenging van de huurtermijn met tenminste een jaar waarbij en de maandelijkse huur een bedrag wordt wat is gebaseerd op de 500 euro die we nu betalen. Per email is prima ik zorg ervoor dat het morgen aan je wordt overgemaakt (...)
viii. In de nacht van 2 september 2012 heeft [appellant] zich toegang verschaft tot het gehuurde. Hij is betrapt toen hij doende was de elektriciteitsvoorziening onklaar te maken. Bij niet onherroepelijk strafvonnis van de rechtbank Noord-Holland van 10 februari 2014 is [appellant] ter zake veroordeeld tot een werkstraf van zestig uur en een maatregel van schadevergoeding ter hoogte van € 1.184,34.
ix. Bij e-mail van 23 september 2013 heeft de (toenmalige) advocaat van AWM aan Kringloop Waterland bericht dat AWM in verband met de stand van zaken met betrekking tot de herontwikkeling geen voorstel zal doen voor verlenging van de looptijd van de huurovereenkomst na 15 mei 2014. Kringloop Waterland werd verzocht de bedrijfsruimte uiterlijk op 15 mei 2014 te hebben ontruimd.
x. Ten tijde van het pleidooi in hoger beroep, op 18 november 2014 maakte Kringloop Waterland nog immer gebruik van de bedrijfsruimte tegen de met AWM oorspronkelijk overeengekomen huurprijs van € 500,= exclusief nutsvoorzieningen per maand.