[Verzoekers] hebben bij op 27 oktober 2014 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties, de Ondernemingskamer verzocht bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad,
“Primair:
1. een nader (forensisch financieel) onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Wikkelbok en Hokamo, in het bijzonder met betrekking tot de zakelijkheid van de transacties tussen enerzijds Hokamo en anderzijds Cabsol en NEDKAB;
Subsidiair:
2. vast te stellen dat sprake is van wanbeleid bij Wikkelbok en Hokamo;
3. vast te stellen dat Gica-Tech, OCA, Wijtec, de heer [Belanghebbende 5], de heer [Belanghebbende 6] en de heer [Belanghebbende 7] verantwoordelijk zijn voor het wanbeleid bij Wikkelbok en Hokamo;
4. een of meer van de volgende voorzieningen te treffen, dan wel zulke voorlopige voorzieningen te treffen als de Ondernemingskamer in verband met de toestand van Wikkelbok c.q. Hokamo in goede justitie geraden acht:
Primair:
a. het ontslag van [Belanghebbende 6] als statutair bestuurder van Wikkelbok en OCA als statutair bestuurder van Hokamo, alsmede een verbod op benoeming als statutair bestuurder van [Belanghebbende 6], OCA en/of een andere aan [Belanghebbende 6] gelieerde (rechts)persoon binnen vijf (5) jaar na voornoemde ontslagen;
b. de benoeming van een onafhankelijke bestuurder bij Wikkelbok en Hokamo, met wie [Belanghebbende 5] respectievelijk Gica-Tech slechts gezamenlijk bevoegd is om Wikkelbok en Hokamo te vertegenwoordigen, alsmede een verbod op ontslag van deze bestuurder anders dan op grond van een dwingende reden;
Subsidiair:
c. de benoeming van een onafhankelijke bestuurder bij Wikkelbok en Hokamo welke bestuurder een doorslaggevende stem zal hebben in het bestuur van Wikkelbok en Hokamo alsmede dat heer [Belanghebbende 5] en de heer [Belanghebbende 6] respectievelijk Gica-Tech en OCA niet bevoegd zijn Wikkelbok en Hokamo te vertegenwoordigen anders dan ten minste tezamen met die onafhankelijke bestuurder alsmede een verbod op ontslag van deze bestuurder anders dan op grond van een dwingende reden;
5. alles met veroordeling van Verweersters in de kosten van dit geding.”