Uitspraak
[VERZOEKER 3A]en
[VERZOEKER 3B],
[VERZOEKER 3C],
[VERZOEKER 4],
ROCAFLOR,
[VERZOEKER 8],
JAMA TRADE EUROPE,
mr. S.N. Vlaar, kantoorhoudende te Den Haag,
mr. B.W. Brouwer, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. H.M.L. Dings, kantoorhoudende te Venlo.
1.Het verloop van het geding
2.Gronden van de beslissing
deskundige derden”, ten behoeve van de voorbereiding op de — eventuele — verdere enquêteprocedure en andere procedures. Verder verzoeken Kinta c.s. hen te machtigen – naar de Ondernemingskamer begrijpt – om mededelingen uit het onderzoeksverslag te doen aan de Rechtbank Amsterdam in het kader van de door Kinta c.s. aanhangig gemaakte procedure onder zaaknummer c/13/579237, “
waarbij vernietiging van het besluit tot statutenwijziging wordt gevorderd” en het verslag in deze procedure in te brengen. Voorts hebben Kinta c.s. verzocht hen te machtigen om het onderzoeksverslag in te brengen in – eventuele – nog te entameren procedures tegen (voormalige) bestuurders van TICA. Volgens Kinta c.s. bevat het verslag geen bedrijfsvertrouwelijke informatie.
te consulteren deskundigen” zijn “
en waarom raadpleging van het verslag door hen nodig zou zijn”. TICA heeft er echter geen bezwaar tegen dat aan Kroeze mededelingen uit het hiervoor in 1.5 vermelde verslag worden gedaan. Verder heeft zij nog het volgende naar voren gebracht:
Daar komt nog bij dat TICA, zoals ook door mr. Vlaar is opgemerkt, het verslag reeds bij de lopende rechtbankprocedure door TICA in het geding heeft gebracht. Verzoekers (eisers in die procedure) kunnen derhalve als procespartijen het verslag in die procedure gebruiken.”
deze strikte geheimhouding opgelegd krijgt”. Bij het opnemen van een dergelijke voorwaarde heeft TICA geen belang, nu ook degene aan wie uit hoofde van de op de voet van artikel 2:353 lid 3 BW gegeven machtiging mededeling wordt gedaan gebonden is aan het in het eerste zinsdeel van die bepaling neergelegde verbod.