Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant 1],
1.[geïntimeerde 1],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
- i) [appellanten] huren sinds oktober 1974 de woning aan de [adres 1] te [woonplaats] (hierna: de woonruimte).
- ii) [geïntimeerden] hebben het pand aan de [adres 1] te [woonplaats] (hierna: het pand) op 2 oktober 2008 gekocht.
- iii) Het pand bestaat uit de begane grond en vier verdiepingen. Ten tijde van de aankoop stonden de begane grond en de tweede verdieping van het pand leeg. De eerste verdieping was verhuurd aan [appellanten] De derde en een deel van de vierde (of kap-)verdieping waren eveneens (als één appartement) verhuurd. De derde verdieping bestaat uit een woonkamer en keuken, alsmede een interne trap naar de kapverdieping. De kapverdieping kent twee slaapkamers en een badkamer. Voorts bevindt zich op de kapverdieping een bergruimte die wordt gehuurd door [appellanten]
- iv) Bij brief van 19 maart 2009 hebben [geïntimeerden] aan [appellanten] bericht dat [geïntimeerden] graag de eerste verdieping willen voegen bij de verdieping op de begane grond om daar te gaan wonen, aangezien zij binnenkort hun eerste kind verwachten. De brief vermeldt tevens dat [appellanten] niet zijn ingegaan op het aanbod van [geïntimeerden] om de tweede verdieping te huren voor dezelfde (lage) huurprijs. Muller heeft in deze brief twee voorstellen gedaan en [appellanten] onder meer een financiële compensatie aangeboden. [appellanten] hebben hierop afwijzend gereageerd.
- v) De Dienst Wonen van de gemeente Amsterdam heeft [geïntimeerden] op enig moment verplicht de tweede verdieping te verhuren. [geïntimeerden] zijn daartoe overgegaan.
- vi) Bij brief van 30 oktober 2009 hebben [geïntimeerden] de huurovereenkomst met [appellanten] opgezegd tegen 1 november 2011. [appellanten] hebben niet ingestemd met de beëindiging.
- vii) Bij brief van 6 juli 2011 heeft [geïntimeerde 1] aan [appellanten] bericht dat [geïntimeerden] in januari 2012 een tweeling verwachten.
- viii) Bij brief van 4 oktober 2011 hebben [geïntimeerden] de huurovereenkomst opnieuw opgezegd tegen 1 mei 2012 op de grond dat [geïntimeerden] de woonruimte dringend nodig hebben voor eigen gebruik. [appellanten] hebben in de opzegging niet berust.
- ix) Aanvankelijk hebben [geïntimeerden] het appartement op de derde en kapverdieping betrokken. In 2012 zijn [geïntimeerden] ingetrokken in de woning van de broer van [geïntimeerde 1], die op zijn beurt is verhuisd naar het appartement op de derde en vierde verdieping.
3.Beoordeling
grief Iheeft de kantonrechter ten onrechte geoordeeld dat [geïntimeerden] het gehuurde dringend nodig hebben voor eigen gebruik (tussenvonnis van 4 april 2012, rov. 14 en eindvonnis, rov. 8 en 9). De derde en de kapverdieping bieden volgens de grief voldoende woonruimte. De vele trappen zouden niet bezwaarlijk zijn omdat alle kinderen van [geïntimeerden] inmiddels kunnen traplopen. Bovendien staan de woningen op de begane grond en de tweede verdieping leeg; de begane grond wordt verhuurd aan toeristen, aldus [appellanten] De grief voert verder aan dat [geïntimeerden] sinds januari 2012 in een andere (naar valt aan te nemen) passende woning wonen.