Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Beoordeling van het hoger beroep
3.Beslissing
zondag 28 juni 2015pro forma, waarna partijen zullen worden opgeroepen tegen de datum van een nog nader te bepalen terechtzitting;
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, gaat het om de rechtsgeldigheid van een huwelijk dat te Marokko is voltrokken tussen de vrouw en de man. De zaak is in hoger beroep aanhangig gemaakt na een eerdere uitspraak in eerste aanleg. De vrouw, appellante, woont in [woonplaats a] en wordt vertegenwoordigd door advocaat mr. S. Bouddount. De man, geïntimeerde, woont in [woonplaats b] en wordt vertegenwoordigd door advocaat mr. S. Braspenning. Tijdens de procedure is op 17 april 2015 telefonisch besproken dat er een nieuwe raadsheer bij de zaak betrokken is, waar beide advocaten geen bezwaar tegen hebben gemaakt.
Het hof heeft in zijn tussenbeschikking van 3 maart 2015 vragen geformuleerd die beantwoord moeten worden door het Internationaal Juridisch Instituut (IJI). Deze vragen betreffen de voorwaarden voor de totstandkoming van een rechtsgeldig huwelijk volgens Marokkaans recht in 1994, de vereisten voor de instemming van de vrouw, en de rol van de huwelijksvoogd. Het hof heeft geen reacties van partijen ontvangen op de voorgenomen vragen en heeft besloten het IJI als deskundige te benoemen om deze vragen te beantwoorden.
De deskundige is verzocht om een schriftelijk, ondertekend rapport in te dienen bij de griffie van het hof, en de behandeling van de zaak is aangehouden tot een pro forma datum. De kosten van het onderzoek zullen ten laste van de Rijkskas komen. Het hof heeft verder bepaald dat partijen kopieën van alle processtukken aan de deskundige moeten overhandigen vóór 29 mei 2015. De deskundige zal het onderzoek zelfstandig verrichten en het hof zal de zaak in afwachting van het deskundigenbericht aanhouden.