ECLI:NL:GHAMS:2015:1542

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 april 2015
Publicatiedatum
23 april 2015
Zaaknummer
23-004889-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake afpersing en diefstal met geweld

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Haarlem. De verdachte was eerder veroordeeld voor medeplegen van afpersing en diefstal met geweld, en had een gevangenisstraf van 120 dagen gekregen, waarvan 83 dagen voorwaardelijk. De rechtbank had ook een taakstraf opgelegd. De verdachte ging in hoger beroep tegen dit vonnis. In een eerdere uitspraak van 27 juli 2012 had het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 200 uren. De Hoge Raad vernietigde dit arrest op 2 december 2014 en verwees de zaak terug naar het hof voor herbehandeling.

Tijdens de zitting op 9 april 2015 heeft het hof de zaak opnieuw behandeld. De tenlastelegging omvatte onder andere het gebruik van geweld en bedreiging om goederen van de benadeelden af te nemen. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de vereiste nauwe en bewuste samenwerking voor medeplegen, en sprak de verdachte vrij van het primair ten laste gelegde. Ook voor de subsidiaire tenlastelegging van medeplichtigheid was er onvoldoende bewijs van dubbel opzet, waardoor de verdachte ook daarvan werd vrijgesproken.

De vorderingen van de benadeelde partijen werden afgewezen, omdat de verdachte niet schuldig werd bevonden aan de ten laste gelegde feiten. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en verklaarde de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen tot schadevergoeding. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij mr. E.N. van der Spoel niet in staat was het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

parketnummer: 23-004889-14
datum uitspraak: 23 april 2015
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen -na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 2 december 2014- op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Haarlem van 27 februari 2009 in de strafzaak onder parketnummer 15-700853-08 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,
adres: [adres].

Procesgang

De rechtbank Haarlem heeft de verdachte ter zake van
medeplegen van afpersing en medeplegen van diefstal voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren” veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 120 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 83 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, alsmede tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf van 200 uren subsidiair 100 dagen hechtenis. Voorts heeft de rechtbank beslissingen genomen op de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] alsmede de schadevergoedingsmaatregel opgelegd.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Het gerechtshof Amsterdam heeft in hoger beroep bij arrest van 27 juli 2012 het vonnis vernietigd en de verdachte ter zake van ten laste gelegde veroordeeld tot een werkstraf van 200 uren subsidiair 100 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest. Voorts heeft het hof beslissingen genomen op de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 2] en [benadeelde 1] alsmede de schadevergoedingsmaatregel opgelegd.
De verdachte heeft tegen het arrest van het gerechtshof beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 2 december 2014 het arrest van het gerechtshof Amsterdam vernietigd, en de zaak naar het gerechtshof Amsterdam teruggewezen teneinde, met inachtneming van de uitspraak van de Hoge Raad, deze in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw te berechten en af te doen.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek na terugwijzing, op de terechtzitting van dit hof van 9 april 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het
Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Tenlastelegging

Gelet op de ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 9 april 2015 door het gerechtshof toegelaten wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
primair:
hij op of omstreeks 22 juli 2008 te Haarlem, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk:
- om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] heeft gedwongen tot afgifte van een portemonnee (inhoudende een identiteitskaart en/of meerdere (bank)pas(sen) en/of een geld(bedrag)) en/of een horloge (merk Fossil) en/of een mobiele telefoon (merk Sony Ericsson en/of kleur zwart en/of i-meinummer [imeinummer 1]) en/of een simkaart (serienummer [simkaart nummer 2]) en/of een mobiele telefoon (merk Samsung en/of kleur zwart en/of i-meinummer [imeinummer 2]) en/of een simkaart (serienummer [simkaart nummer 1]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en/of
- van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee (inhoudende een identiteitskaart en/of meerdere (bank)pas(sen) en/of een geld(bedrag)) en/of een horloge (merk Fossil) en/of een mobiele telefoon (merk Sony Ericsson en/of kleur zwart en/of i-meinummer [imeinummer 1]) en/of een simkaart en/of en/of een mobiele telefoon (merk Samsung en/of kleur zwart en/of i-meinummer [imeinummer 2]) en/of een simkaart, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of een van zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- met zijn/hun (rechter)arm naar voren gestoken en/of daarin vasthebbende een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [benadeelde 2] is afgelopen en/of
- met zijn/hun (vuur)wapen(s) achter en/of gericht op het/de hoofd(en) van die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] is/zijn gaan staan en/of
- terwijl zij/hij de/het (vuur)wapen(s) had(den) gericht op die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] tegen [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] heeft/hebben gezegd: "Alles inleveren. Vooral de telefoons" en/of "Geef je mobiel" en/of "Je moet ook je horloge inleveren", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
subsidiair:
B. [medeverdachte 1] en/of T.H. [medeverdachte 2] op of omstreeks 22 juli 2008 te Haarlem, tezamen en vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk:
- om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging
met geweld [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] hebben/heeft gedwongen tot afgifte van een portemonnee (inhoudende een identiteitskaart en/of meerdere (bank)pas(sen)
en/of een geld(bedrag) en/of een horloge (merk Fossil) en/of een mobiele telefoon (merk
Sony Ericsson en/of kleur zwart en/of i-meinummer [imeinummer 1]) en/of een
Simkaart (serienummer [simkaart nummer 2]) en/of een mobiele telefoon (merk
Samsung en/of kleur zwart en/of i-meinummer [imeinummer 2]) en/of een simkaart
(serienummer [simkaart nummer 1]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en/of
- van wederrechtelijke toe-eigening hebben/heeft weggenomen een portemonnee (inhoudende een identiteitskaart en/of meerdere (bank)pas(sen) en/of een geld(bedrag) en/of een horloge (merk Fossil) en/of een mobiele telefoon (merk Sony Ericsson en/of kleur zwart en/of i-meinummer [imeinummer 1]) en/of een simkaart en/of een mobiele telefoon (merk Samsung en/of kleur zwart en/of i-meinummer [imeinummer 2]) en/of een simkaart, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2]), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2]:
met zijn/hun (rechter)arm naar voren gestoken en/of daarin vasthebbende een
vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [benadeelde 2] zijn/is
afgelopen en/of
met zijn/hun (vuur)wapen achter en/of gericht op het/de hoofd(en) van die [benadeelde 1]
en/of [benadeelde 2] is/zijn gaan staan en/of terwijl zij/hij de/het (vuur)wapen(s) had(den) gericht op die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] tegen [benadeelde 1] en /of [benadeelde 2] heeft/hebben gezegd: “Alles inleveren. Vooral de telefoons” en/of “Geef je mobiel” en/of “Je moet ook je horloge inleveren”, althans woorden van gelijke dreigende aard en strekking,
bij het plegen van welk(e) misdrijven/misdrijf verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk(e) misdrijven/misdrijf verdachte opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft door (enkele weken) voorafgaand 1 of meer van de betrokken wapens/voorwerpen in Haarlem, althans in Nederland, aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] ter beschikking te stellen en/of kort voorafgaand aan het strafbare feit (mede) naar (potentiële) slachtoffers te gaan zoeken en/of ten tijde van het strafbare feit bij de scooters van [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of verdachte te blijven.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep, kan niet in stand blijven, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vrijspraak

Met de advocaat-generaal en met de verdediging is het hof van oordeel dat er uit de specifieke feiten en omstandigheden van dit geval, niet valt af te leiden dat er sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, zodat verdachte van het primair ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.
Rest de vraag of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de hem subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid.
Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde geldt dat voor strafbare medeplichtigheid een dubbel opzet is vereist: opzet op de eigen behulpzaamheid en opzet op het gronddelict ten aanzien waarvan hulp wordt verleend. De medeplichtigheid zou naar de inhoud van de tenlastelegging hebben bestaan uit:
  • het door (enkele weken) voorafgaand 1 of meer van de betrokken wapens/voorwerpen in Haarlem, aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] ter beschikking te stellen en/of
  • het kort voorafgaand aan het strafbare feit (mede) naar (potentiële) slachtoffers gaan zoeken en/of
  • het ten tijde van het strafbare feit bij de scooters van [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of verdachte te blijven.
Het hof overweegt ten aanzien hiervan het volgende:
  • In het dossier en het verhandelde ter terechtzitting kan er geen aanknopingspunt voor worden gevonden dat de verdachte op het moment dat hij de (nep)wapens aan de medeverdachten gaf, wist dat deze bij een overval gebruikt zouden worden.
  • Op het moment dat de verdachte
  • Niet is gebleken dat van verdachtes lijfelijke aanwezigheid op enige afstand van het gebeuren een reële, relevant te achten dreiging voor de slachtoffers uitging.
Gelet op het vorenstaande is naar het oordeel van het hof niet komen vast te staan dat de verdachte dubbel opzet heeft gehad op het behulpzaam zijn bij het plegen van een strafbaar feit, zodat verdachte ook dient te worden vrijgesproken van de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid.
Uit het onderzoek ter terechtzitting zijn overigens geen feiten of omstandigheden naar voren gekomen die tot een ander oordeel zouden moeten leiden.

Vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 2] en [benadeelde 1]

De benadeelde partij [benadeelde 2] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.635,68. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1.230,18. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. De rechtbank is blijkens het vonnis uitgegaan van een vordering ter hoogte van € 1.649,95 welke bij vonnis waarvan beroep is toegewezen tot een bedrag van € 949,95. Uit de stukken blijkt echter dat de vordering van de benadeelde partij een bedrag ter hoogte van
€ 899,95 betreft. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partijen kunnen daarom in hun vorderingen niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 2] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen, mr. E.N. van der Spoel en mr. F.M.D. Aardema, in tegenwoordigheid van mr. L. Voet, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 23 april 2015.
Mr. E.N. van der Spoel is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[....]