In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, betreft het een hoger beroep van de besloten vennootschap Medisch Centrum Boerhaave B.V. tegen een geïntimeerde, vertegenwoordigd door een lasthebber. De zaak is een vervolg op een tussenarrest van 19 augustus 2014, waarin het hof had overwogen dat er nader onderzoek nodig was om de financiële relatie tussen partijen vast te stellen. Het hof heeft een deskundige, F.A.J. Kuipers, benoemd om de financiële afwikkeling tussen partijen in kaart te brengen. De deskundige is gevraagd om een lijst van patiënten op te stellen over de periode van 2006 tot en met 2009, waarover discussie bestaat tussen partijen. Daarnaast moet de deskundige berekenen wat de geïntimeerde nog van Boerhaave te vorderen heeft en wat Boerhaave aan de geïntimeerde verschuldigd is. De kosten van het deskundigenonderzoek worden door beide partijen gedeeld. Het hof heeft de zaak aangehouden voor verdere beslissingen na het indienen van het deskundigenrapport. De uitspraak is gedaan op 21 april 2015.