Uitspraak
mrs. J. Fleming en M.J.J. de Bontridder,
mr. W.H.A.M. van den Muijsenbergh.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 22 januari 2015 een beschikking gegeven inzake Carmeuse North America B.V. en andere vennootschappen. De zaak betreft een herstel van een kennelijke verschrijving in een eerdere beschikking van 19 januari 2015. De Ondernemingskamer constateerde dat in het dictum van deze beschikking de datum '18 april 2004' was vermeld, terwijl dit '18 augustus 2004' had moeten zijn. De secretaris van de Ondernemingskamer heeft partijen op de hoogte gesteld van deze fout en hen in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren. Mr. W.H.A.M. van den Muijsenbergh, advocaat van de belanghebbenden, heeft geen bezwaar gemaakt tegen de correctie, terwijl van mr. J. Fleming, advocaat van de verzoeksters, geen reactie is ontvangen binnen de gestelde termijn.
De Ondernemingskamer heeft vervolgens besloten de kennelijke fout te verbeteren, zoals bedoeld in artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De verbeterde beschikking houdt in dat het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Carmeuse North America B.V. met ingang van heden wordt beëindigd, evenals de getroffen onmiddellijke voorzieningen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze beslissing is genomen door de voorzitter en twee raadsheren, met de griffier aanwezig, en is openbaar uitgesproken.