In deze zaak gaat het om de hoofdelijke aansprakelijkheid van een directeur, tevens enig of groot aandeelhouder, voor verplichtingen van de besloten vennootschap (BV) Two Beats B.V. uit hoofde van twee autolease-overeenkomsten met Daimler. De directeur, [apellante sub 1], heeft samen met [Z.] een overeenkomst ondertekend waarin hij hoofdelijke aansprakelijkheid aanvaardt voor de verplichtingen van de BV. De zaak is in hoger beroep gekomen na een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin de vorderingen van de appellanten werden afgewezen en de vorderingen van Daimler in reconventie gedeeltelijk werden toegewezen.
De rechtbank oordeelde dat de overeenkomst niet was vernietigd, ondanks het beroep van [apellante sub 1] op de niet-ondertekening door zijn echtgenote. De directeur betwistte de ontvangst van een belangrijke brief van Daimler, waarin de vordering werd gepresenteerd. Het hof oordeelt dat de directeur wordt toegelaten tot tegenbewijs over de ontvangst van deze brief. De zaak draait om de vraag of de directeur aansprakelijk kan worden gehouden voor de schulden van de BV, en of de overeenkomst rechtsgeldig is, gezien de omstandigheden waaronder deze is gesloten.
Het hof heeft de beslissing van de rechtbank gedeeltelijk bekrachtigd, maar ook ruimte gelaten voor de directeur om tegenbewijs te leveren. De zaak illustreert de complexiteit van aansprakelijkheid in het ondernemingsrecht, vooral wanneer het gaat om de rol van bestuurders en aandeelhouders in relatie tot hun vennootschap.