ECLI:NL:GHAMS:2015:1400
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake huurprijs en toepassing van artikel 7:258 BW
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat [appellant] heeft ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam. De kantonrechter had op 27 februari 2014 geoordeeld over de huurprijs van een woning die [geïntimeerde] aan [appellant] verhuurde. De huurprijs was vastgesteld op € 1.245,00 per maand, maar de huurcommissie had in een eerdere uitspraak de (kale) huurprijs vastgesteld op € 340,22 per maand, gebaseerd op een all-in huurprijs. De kantonrechter oordeelde dat de onverkorte toepassing van artikel 7:258 BW in dit geval onaanvaardbaar was en stelde de (kale) huurprijs vast op € 618,59 per maand, met een voorschot op de servicekosten van € 154,50 per maand.
[Appellant] is in hoger beroep gekomen en heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en de vorderingen van [geïntimeerde] zal afwijzen. [Geïntimeerde] heeft echter geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van [appellant] of afwijzing van zijn vordering. Het hof heeft de feiten die door de kantonrechter zijn vastgesteld als uitgangspunt genomen, aangezien deze niet in geschil zijn.
Het hof heeft overwogen dat de kantonrechter toepassing heeft gegeven aan artikel 7:258 BW en niet buiten het toepassingsgebied van de huurprijswetgeving is getreden. Het betoog van [appellant] dat er sprake is van een doorbrekingsgrond faalt, omdat de kantonrechter de gevolgen van de toepasselijkheid van artikel 7:258 BW heeft gemitigeerd. Het hof heeft het hoger beroep van [appellant] verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.