ECLI:NL:GHAMS:2015:14

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 januari 2015
Publicatiedatum
8 januari 2015
Zaaknummer
200.151.076/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van het onderzoek en onmiddellijke voorzieningen in faillissement van RAB

Op 8 januari 2015 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak met nummer 200.151.076/01 OK. Deze beschikking betreft het verzoek van de curatoren in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.V. Diependael, gevestigd te Breda, om het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen te beëindigen. De curatoren, mr. Pieter Rudolf Dekker en mr. Olaf Bernardus Joseph Poorthuis, hebben dit verzoek ingediend na de faillietverklaring van de verweerster, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Resort Appelscha Beheer B.V. (RAB), op 18 november 2014. De Ondernemingskamer had eerder op 22 augustus 2014 een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van RAB over de periode vanaf 1 januari 2006, en had daarbij ook onmiddellijke voorzieningen getroffen.

In de beschikking van 8 januari 2015 is vastgesteld dat er geen bezwaren zijn ontvangen van de overige partijen tegen het verzoek tot beëindiging van het onderzoek en de onmiddellijke voorzieningen. De Ondernemingskamer heeft geconcludeerd dat er geen belang is dat zich tegen de verzochte beëindiging verzet. Daarom heeft de Ondernemingskamer besloten om het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen met ingang van heden te beëindigen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is gedaan door de voorzitter mr. P. Ingelse, samen met de raadsheren mr. A.C. Faber en mr. G.C. Makkink, en de raden mr. E.R. Bunt en mr. H. de Munnik, in aanwezigheid van griffier mr. R. Verheggen.

Uitspraak

beschikking
________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.151.076/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 8 januari 2015
inzake

1.mr. Pieter Rudolf DEKKER

2.
mr. Olaf Bernardus Joseph POORTHUIS
in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.V. Diependael, gevestigd te Breda,
VERZOEKERS,
advocaat:
mr. J. van Bekkum, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RESORT APPELSCHA BEHEER B.V.,
gevestigd te Doorn,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. J. Stikkelbroeck, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PLUIJMAKERS BEHEER B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BIKKEL BEHEER B.V.,
gevestigd te Doorn,
BELANGHEBBENDEN,
beide verschenen in persoon.
1.
Het verloop van het geding
1.1
Verweerster zal in het vervolg RAB worden genoemd en belanghebbende sub 2 zal worden aangeduid als Bikkel BV.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikking van 22 augustus 2014 in deze zaak.
1.3
Bij die beschikking heeft de Ondernemingskamer - voor zover hier van belang - een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van RAB over de periode vanaf 1 januari 2006, een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 20.000 (exclusief BTW), alsmede bij wijze van onmiddellijke voorzieningen en vooralsnog voor de duur van het geding Bikkel BV geschorst als bestuurder van RAB en W.R. Küh als zodanig benoemd.
1.4
Bij brief van 3 december 2014 heeft mr. Van Bekkum namens verzoekers aan de Ondernemingskamer laten weten dat RAB op 18 november 2014 failliet is verklaard. Voorts heeft hij bij die brief laten weten dat de curator in het faillissement van RAB verzoekers heeft bericht dat de boedel een enquêteonderzoek niet zal financieren en dat de curator zich niet zal verzetten tegen het ontslag van de tijdelijk benoemde bestuurder. Gelet daarop heeft mr. van Bekkum in die brief - naar de Ondernemingskamer begrijpt - verzocht om het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen in deze zaak te beëindigen.
1.5
De secretaris van de Ondernemingskamer heeft partijen bij brief en e-mail van 4 en 22 december 2014 in de gelegenheid gesteld zich over voormeld verzoek uit te laten.
1.6
Bij brief van 8 december 2014 heeft mr. S.M.M. van Dooren, curator in het faillissement van RAB, laten weten dat hij zich niet zal verzetten tegen beëindiging van het onderzoek en de onmiddellijke voorzieningen. Van de overige partijen is in dit verband niet vernomen.

2.De gronden van de beslissing

Nu van de overige partijen geen bezwaren zijn ontvangen op het verzoek van verzoekers tot beëindiging van het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen en de Ondernemingskamer overigens niet is gebleken van enig belang dat zich tegen de verzochte beëindiging verzet, zal de Ondernemingskamer dat verzoek inwilligen. De Ondernemingskamer zal derhalve het bij beschikking van 22 augustus 2014 bevolen onderzoek en de bij die beschikking getroffen onmiddellijke voorzieningen beëindigen, een en ander met ingang van heden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beëindigt met ingang van heden het bij beschikking van 22 augustus 2014 in deze zaak bevolen onderzoek;
beëindigt met ingang van heden de bij beschikking van 22 augustus 2014 getroffen onmiddellijke voorzieningen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Ingelse, voorzitter, mr. A.C. Faber en mr. G.C. Makkink, raadsheren, en E.R. Bunt en H. de Munnik, raden, in tegenwoordigheid van mr. R. Verheggen, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. Makkink voornoemd op 8 januari 2015.