ECLI:NL:GHAMS:2015:1227
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- G.C. Makkink
- J.E. Molenaar
- E.A.G.M. Waaijers
- Rechtspraak.nl
Beëindiging schuldsaneringsregeling en toetsing van omstandigheden onder controle
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van appellante, een alleenstaande moeder van vier kinderen. Appellante had in 2008 haar baan verloren en raakte in financiële problemen, wat leidde tot haar toelating tot de schuldsaneringsregeling op 28 april 2014. De rechtbank Amsterdam had op 28 januari 2015 de schuldsaneringsregeling tussentijds beëindigd, waarop appellante in hoger beroep ging. Tijdens de zitting op 24 maart 2015 heeft appellante haar situatie toegelicht, waarbij ze aangaf dat ze inmiddels een nieuwe baan had gevonden en stappen had ondernomen om haar financiële situatie te verbeteren, waaronder het aanvragen van kinderalimentatie en het treffen van een betalingsregeling met de belastingdienst.
De bewindvoerder heeft echter betoogd dat appellante niet of niet duidelijk had gereageerd op verzoeken om informatie over haar inkomen en dat er twijfels bestonden over haar goede trouw ten aanzien van het ontstaan van haar schulden. Het hof heeft vastgesteld dat appellante onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij te goeder trouw was met betrekking tot de schulden aan de belastingdienst, die deels voor de toelating tot de schuldsaneringsregeling waren ontstaan. Desondanks heeft het hof geoordeeld dat appellante haar omstandigheden inmiddels onder controle heeft gekregen, gezien haar nieuwe werk en de getroffen regelingen.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en het verzoek tot beëindiging van de schuldsaneringsregeling afgewezen, met de opmerking dat de rechtbank te zijner tijd zal bepalen of appellante een schone lei zal worden verleend na afloop van de wettelijke termijn van drie jaar.