Het hof overweegt als volgt.
De in geding zijnde muziekuitgave-overeenkomsten dateren uit de periode 1971 tot en met 1991. De verplichtingen van Nanada c.s. uit hoofde van deze overeenkomsten zijn, dit is niet in geschil, in de overeenkomsten niet of niet nauwkeurig beschreven. Dit betekent dat het voor de beantwoording van de vraag wat de contractuele verplichtingen van Nanada c.s. inhouden, zoals ook de rechtbank heeft geoordeeld, aankomt op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen van de muziekuitgave-overeenkomsten mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Uit de stellingen van partijen volgt dat de verplichtingen van Nanada c.s. inspanningsverplichtingen betreffen en meer in het bijzonder bestaan uit werkzaamheden ten behoeve van de promotie en exploitatie van de muziekwerken die [geïntimeerde] bij Nanada c.s. heeft ondergebracht en de daarbij behorende administratieve werkzaamheden. Naar het oordeel van het hof gaat het hier om een voortdurende inspanningsverplichting die wat betreft de intensiteit van de activiteiten die redelijkerwijs door [geïntimeerde] van Nanada c.s. mocht worden verwacht afhankelijk is van diverse factoren, zoals de populariteit van de bij Nanada c.s. ondergebrachte muziekwerken en de vraag van het publiek. Daarbij is tevens van belang dat, zulks is niet in geschil, Nanada c.s. sinds 1990 alleen nog beschikte over de uitgaverechten op het minder populaire en wat meer verouderde repertoire van Golden Earring.
Dat de klachtplicht ex art. 6:89 BW op de muziekuitgave-overeenkomsten niet van toepassing is kan, anders dan [geïntimeerde] heeft betoogd, in algemene zin niet worden volgehouden. Ook voor de onderhavige overeenkomsten, die een voortdurende inspanningsverplichting inhouden, geldt dat van [geïntimeerde] in beginsel mag worden verwacht dat, indien hij klachten heeft over de wijze waarop door Nanada c.s. uitvoering wordt gegeven aan de nakoming van haar uit de muziekuitgave-overeenkomsten voortvloeiende verplichtingen, dit tijdig aan Nanada c.s. wordt kenbaar gemaakt; dit niet alleen in verband met de mogelijkheid van Nanada c.s. om zich tegen de gestelde tekortkoming(en) te verweren maar ook om Nanada c.s. in de gelegenheid te stellen – in overleg met [geïntimeerde] – haar werkwijze aan te passen en alsnog aan haar verplichtingen te voldoen.
Naar het oordeel van het hof kan niet worden geoordeeld dat Nanada c.s. in het geheel niet of zo gebrekkig heeft gepresteerd dat reeds om die reden de klachtplicht bij de in geding zijnde muziekuitgave-overeenkomsten, die een voortdurende inspanningsverplichting aan de zijde van Nanada c.s. behelzen, waardoor tekortkomingen uit het verleden niet kunnen worden goedgemaakt, niet van toepassing is.
In dat verband is van belang dat Nanada c.s. van aanvang af (sinds 1968) nauw heeft samengewerkt met het (via [X]) aan haar gelieerde platenlabel Red Bullet, hetgeen [geïntimeerde] bekend was. Op zichzelf genomen was Nanada c.s. gerechtigd om werkzaamheden die krachtens de muziekuitgave-overeenkomsten tot haar taak behoren aan Red Bullet uit te besteden. De werkzaamheden van Red Bullet in het kader van de promotie en exploitatie van een “Best of” CD in 2008 en de her-release van albums van Golden Earring op vinyl in 2009 en 2010, die mede muziekwerken bevatten waarvan de muziekuitgaverechten bij Nanada c.s. berusten, kunnen om die reden tevens aan Nanada c.s. worden toegeschreven. Dat niet is gebleken van een schriftelijke overeenkomst tussen Nanada c.s. en Red Bullet waarin bijvoorbeeld de taakverdeling is geregeld, doet aan het vorenstaande, anders dan [geïntimeerde] heeft betoogd, niet af. Nanada c.s. hebben voldoende toegelicht dat voor promotie- en exploitatieactiviteiten van muziekwerken door de muziekuitgever moet worden samengewerkt met de platenmaatschappij die de masterrechten beheert en dat dit onder meer in het kader van de “Best of” CD en de her-release van albums op vinyl tussen Nanada c.s. en Red Bullet is gebeurd.
In juli 2009 heeft de Amerikaanse band The Ettes een cover gemaakt van het muziekwerk “Seasons”, waarvan de uitgaverechten bij Nanada c.s. berusten. Ook indien juist is dat, zoals [geïntimeerde] heeft betoogd, The Ettes zelf het initiatief heeft genomen, geldt dat Nanada c.s. heeft meegewerkt aan de totstandkoming van deze cover en de daartoe noodzakelijke werkzaamheden heeft verricht. Datzelfde geldt voor de synchdeals voor het gebruik van de titels Yellow and Blue (in 2004) en Back Home (in 2005 en 2010) in commercials. Ook indien zou komen vast te staan dat, zoals [geïntimeerde] heeft betoogd en Nanada c.s. heeft weersproken, deze transacties uitsluitend op initiatief van derden zijn gerealiseerd, heeft Nanada c.s. meegewerkt aan de totstandkoming van deze deals en is niet gebleken dat Nanada c.s. niet heeft voldaan aan hetgeen in dat kader van haar mocht worden verwacht.
Vaststaat voorts dat de muziekwerken van [geïntimeerde], waarvan de uitgavenrechten bij Nanada c.s. behoren, sinds 2005 respectievelijk 2008 beschikbaar zijn via iTunes en Spotify. [geïntimeerde] heeft betoogd dat dit (mede) via anderen als Red Bullet of Buma/Stemra tot stand is gebracht, maar dit neemt niet weg dat deze exploitatie van muziekwerken, waarvan Nanada c.s. de uitgaverechten heeft, is gerealiseerd.
In de jaren 2007 tot 2010 is door Nanada c.s. jaarlijks een zogenaamde kick back vergoeding aan [geïntimeerde] uitgekeerd. Dat deze vergoeding een relatief gering bedrag betreft, zoals [geïntimeerde sub 1] heeft betoogd, neemt niet weg dat door Nanada c.s. in die jaren inkomsten aan [geïntimeerde] zijn uitbetaald.
Uit het voorgaande, in onderlinge samenhang beschouwd, volgt dat Nanada c.s. in de periode van 2000 tot 2010, en ook in de periode van 25 augustus 2005 tot 25 augustus 2010 steeds, al dan niet in samenwerking met Red Bullet, activiteiten ten aanzien van de promotie en exploitatie van de bij haar ondergebrachte muziekwerken heeft verricht. Het standpunt van [geïntimeerde] dat de klachtplicht van art. 6:89 BW toepassing mist omdat Nanada c.s. niet of vrijwel niet heeft gepresteerd, moet om die reden worden verworpen. Nanada c.s. had indien [geïntimeerde] tijdig had geklaagd
– in overleg met [geïntimeerde] - de wijze waarop door haar uitvoering werd gegeven aan de muziekuitgave-overeenkomsten kunnen aanpassen. Dit geldt temeer nu de aard en omvang van de verplichtingen van Nanada c.s. in de muziekuitgave-overeenkomsten niet of nauwelijks zijn omschreven.
In de stellingen van [geïntimeerde] inhoudende dat Nanada c.s. in de periode vanaf 2000 niet aan haar (inspannings)verplichtingen uit hoofde van de muziekuitgave-overeenkomsten heeft voldaan en dat [geïntimeerde] uit de jarenlange stilzittende houding van Nanada c.s. heeft mogen afleiden dat een aanmaning nutteloos zou zijn (punt 118 memorie van antwoord) ligt besloten dat [geïntimeerde] vanaf 2000 wist althans behoorde te weten dat Nanada c.s. (naar de mening van [geïntimeerde]) niet deugdelijk presteerde, hetgeen door [geïntimeerde sub 1] ter gelegenheid van het pleidooi in hoger beroep is bevestigd door zijn toelichting dat [geïntimeerde] zich vanaf medio 1989 realiseerde dat Nanada c.s. haar verplichtingen voorvloeiende uit de muziekuitgave-overeenkomsten niet naar behoren nakwam.
Gesteld noch gebleken is dat [geïntimeerde] nadat op 14 december 2000 een vaststellingsovereenkomst met Red Bullet was gesloten over een toen bestaand geschil ooit heeft geklaagd of anderszins te kennen heeft gegeven niet tevreden te zijn over de inspanningen van Nanada c.s.
[geïntimeerde] heeft weliswaar aangevoerd en te bewijzen aangeboden dat hij ten tijde van de eerdere juridische geschillen wel degelijk heeft geklaagd, maar nu deze juridische geschillen dateren van voor 14 december 2000 is daarmee niet aangetoond dat [geïntimeerde] over de periode na die datum heeft geklaagd. Aan het bewijsaanbod van [geïntimeerde] dienaangaande moet om die reden als niet ter zake dienend voorbij worden gegaan.
Het betoog van [geïntimeerde] dat Nanada c.s. niet in haar belangen is geschaad en niet beschermd hoeft te worden door een klachtplicht, moet worden verworpen. Gezien de toelichting van Nanada c.s. is voldoende gebleken dat zij door het uitblijven van klachten in haar bewijspositie en in haar mogelijkheden om met [geïntimeerde sub 1] c.s in overleg te treden, is geschaad. Gelet op de lengte van de periode die is verstreken sinds december 2000, terwijl [geïntimeerde] op dat moment reeds bekend was met de (naar zijn mening) gebrekkige prestatie door Nanada c.s., de aard van de muziekuitgave-overeenkomsten, waarin de verplichtingen van Nanada c.s. niet nauwkeurig zijn omschreven, de omstandigheid dat door Nanada c.s. – in samenwerking met Red Bullet – gedurende de jaren vanaf december 2000 in ieder geval steeds enige activiteiten in relatie tot de muziekwerken, waarvan Nanada c.s. beschikt over de uitgaverechten, heeft verricht, heeft [geïntimeerde] niet binnen bekwame tijd geklaagd in de zin van artikel 6:89 BW. Om die reden komt [geïntimeerde] geen beroep toe op de gestelde gebrekkige prestatie van Nanada c.s..
Dit oordeel is gezien de aard, inhoud en duur van de muziekuitgave-overeenkomsten en de wijze waarop partijen in de loop van de jaren (vanaf december 2000) aan die overeenkomsten invulling hebben gegeven gerechtvaardigd.
Dit betekent dat grief III slaagt. Grief IV, V en VI zijn in ieder geval deels terecht voorgesteld.