3.1.In deze zaak gaat het om het volgende.
( a) Op 15 juni 2012 is tussen [geïntimeerde] als verkoopster en [appellant] (een zogeheten
expat) als koper een koopovereenkomst (hierna: de overeenkomst) gesloten met betrekking tot het appartementsrecht plaatselijk bekend als [adres] te [plaats] (verder: de woning). De overeenkomst luidt, voor zover hier van belang, als volgt (met weglating van een aantal typografische markeringen):
“De koopprijs bedraagt (…) € 390.000,00
(...)
BIJZONDERE BEPALINGEN
(…)
Ontbindende voorwaarden
Artikel 9
Deze koop geschiedt onder de ontbindende voorwaarde(n), dat:
(...)
c. koper niet uiterlijk op 31 juli 2012 een toezegging heeft verkregen van een erkende geldverstrekkende instelling voor één of meer geldleningen onder hypothecair verband van het verkochte (…) tot een hoofdsom van koopsom en verwervingskosten onder de bij de grote erkende geldverstrekkende instellingen normaal geldende voorwaarden en bepalingen (...) en koper tevens uiterlijk op de eerste werkdag na laatstgemelde datum schriftelijk en gedocumenteerd door middel van schriftelijke verklaringen van twee erkende geldverstrekkende instellingen aan de notaris heeft verklaard, dat hij wegens het niet of niet tijdig verkrijgen van voormelde toezegging(en), deze overeenkomst wil ontbinden (...)
(…)
Verdere bijzondere bepalingen
Artikel 17
Alternatieve Koopsom
Indien de vereniging(de vereniging van eigenaars als bedoeld in art. 5:124 BW; hof)
vóór de juridische levering van het verkochte een besluit heeft genomen waarin is opgenomen dat de eigenaar van het verkochte een dakterras mag realiseren, zal de koopprijs worden aangepast in € 400.000,00.
(…)
ALGEMENE BEPALINGEN
(…)
Tekortkoming (wanprestatie)
Artikel VI
(…)
2. Indien één van de partijen, na bij deurwaardersexploit in gebreke te zijn gesteld, gedurende acht dagen, na de dag waarop het deurwaardersexploit is uitgebracht, tekortschiet in de nakoming van één of meer van haar verplichtingen (…) is deze partij in verzuim en heeft de wederpartij de al dan niet subsidiaire keus tussen:
a. uitvoering van de overeenkomst te verlangen (…); of
b. de overeenkomst door een schriftelijke verklaring voor ontbonden te verklaren en betaling van een onmiddellijk opeisbare boete te vorderen van tien procent van de koopprijs.
(…)”.
( b) Bij e-mail van 12 juli 2012 heeft [X] van ABN AMRO Bank N.V. (hierna: [X] en ABN AMRO) [appellant] - naar aanleiding van diens verzoek om financiering van een koopsom van € 400.000,= plus verwervingskosten en € 97.000,= aan verbouwingskosten - bericht:
“(…)
I just received the valuation report (see email below) and the values are lower than the amount which you bought it for. I think you have tot re-negotiate about the price. Based on these amounts the mortgage is not possible or you have to bring in your own funds. (...)
(Hierna volgt kennelijk de zojuist bedoelde e-mail; hof:)
De behaalde waarden voor de woning gelegen aan Frans van Mierisstraat 66 3 te Amsterdam zijn:
• Marktwaarde: 377500 = market value before renovation
• Executiewaarde: 335000 = fore closure value before renovation
• Marktwaarde na verbouwing: 417500 = market value after renovation
• Executiewaarde na verbouwing: 370000= fore closure value after renovation
(…)
Met vriendelijke groet,
Maatwerk Woondiensten BV”.
( c) Bij e-mail van haar makelaar van 16 juli 2012 heeft [geïntimeerde] een verzoek van [appellant] om de verkoopprijs te verlagen afgewezen. [appellant] heeft J. [Y] van Trifium Financiële Raadgevers B.V. (hierna: [Y] en Trifium) als financieel expert ingeschakeld om alsnog de benodigde financiering rond te krijgen.
( d) Bij brief van 18 juli 2012 heeft [X] [appellant] bericht:
“(...)
Naar aanleiding van uw aanvraag voor een hypothecaire geldlening ter financiering van de woning aan de [adres] te [plaats], berichten wij u het volgende.
Voor het vaststellen van de door u gewenste geldlening zijn de door u verstrekte gegevens bestudeerd. Op basis hiervan en de door ons gehanteerde normen hebben wij helaas moeten besluiten dat wij u geen hypothecaire geldlening kunnen verstrekken. (...)”
( e) De termijn voor het rond krijgen van de financiering is op 24 juli 2012 op verzoek van [appellant] met een week verlengd, dus tot en met 7 augustus 2012. [Y] heeft [appellant] op 31 juli 2012 per e-mail onder meer meegedeeld:
"ING is our only option regarding the 30% rule.
Other banks won't do this.
( f) Per e-mail van 31 juli 2012 heeft [Z] van ING Bank N.V. (hierna: ING) [Y] naar aanleiding van het verzoek van [appellant] om een financiering van € 515.000,= het volgende bericht:
“Onderwerp: voorlegzaak [appellant] (...)
(…)
Betreffende bovengenoemde voorlegzaak het volgende.
De gevraagde 515.000 is niet haalbaar.
Wat is dan wel haalbaar is meestal de volgende vraag, dat is het volgende.
Op basis van inkomen zonder de 30% regeling(een fiscale regeling op grond waarvan
expats, zoals [appellant], gedurende tien jaar 30% van hun inkomen belastingvrij ontvangen als vergoeding voor hun huisvestingskosten in Nederland, verder: de 30%-regeling; hof)
is 381.457 toets 5,45 te lenen. Dit is dus ook lager dan de koopsom.
Rekening houdende met de 30% regeling afgerond nog 8 jaar te gaan, kan maximaal 432.000 geleend worden waarbij 52.000 in 8 jaar lineair afgebouwd moet worden. Dit alles getoetst op 5,4%.
Wellicht komt er een andere woning in beeld. Of een veel lagere verbouwing.
(...)”
( g) Bij brief van 31 juli 2012 heeft [X] [appellant] bericht:
“(…)
Naar aanleiding van uw aanvraag voor een hypothecaire geldlening ter financiering van de woning aan de [adres] te [plaats], berichten wij u het volgende.
Voor het vaststellen van de door u gewenste geldlening zijn de verstrekte gegevens bestudeerd. Op basis van de waarde uit het taxatierapport kunnen wij de koopsom met verwervingskosten niet verstrekken. Derhalve hebben wij helaas moeten besluiten dat wij u geen hypothecaire geldlening kunnen verstrekken. (...)”
[geïntimeerde] heeft deze brief op 1 augustus 2012 van [X] ontvangen.
( h) Per e-mail van 1 augustus 2012 heeft [appellant] (onder anderen) [geïntimeerde], haar partner [A] (hierna: [A]) en de notaris ten overstaan van wie het transport zou plaatsvinden (hierna: Spier & Hazenberg) bericht:
“Tot mijn spijt moet ik u melden dat ik gebruik dien te maken van de ontbindende voorwaarden conform art. 9 van de koopakte.
Doordat de taxatie te laag is uitgevallen € 381.000,- (NWWI) is dit het maximale bedrag wat de bank mij wil lenen voor de aankoop van het object. Ik heb een afwijzing van ABN-AMRO bank en ING bank.
(...)”
( i) Eveneens op 1 augustus 2012 heeft [appellant], althans [Y] namens [appellant], de afwijzingen van ABN AMRO en ING waarop hij in het hiervoor onder (h) geciteerde e-mailbericht doelt - hiervoor geciteerd onder (d) en (f) - aan [geïntimeerde] doen toekomen. In reactie hierop heeft [A] per e-mail van 1 augustus 2012 aan [appellant] bericht:
“Uit de overgelegde e-mail en het ABN AMRO document volgt niet dat de koopsom en verwervingskosten niet kunnen worden gefinancierd. Integendeel, er kan zelfs substantieel meer worden gefinancierd.
Op grond van deze verklaringen kunnen wij het beroep op de ontbindende voorwaarde dan ook niet accepteren.
(...)”
( j) Bij brief van 2 augustus 2012 heeft [X] [appellant] het volgende doen weten:
“(…)
Naar aanleiding van uw aanvraag voor een hypothecaire geldlening ter financiering van de woning aan de [adres] te [plaats], berichten wij u het volgende.
Voor het vaststellen van de door u gewenste geldlening zijn de door u verstrekte gegevens bestudeerd. Op basis van de waarde uit het taxatierapport kunnen wij de koopsom van EUR 400.000,- met 6% verwervingskosten niet verstrekken. Derhalve hebben wij helaas moeten besluiten dat wij u geen hypothecaire geldlening kunnen verstrekken.
(...)”
[geïntimeerde] heeft deze brief op 3 augustus 2012 van [X] ontvangen.
( k) Per e-mail van 3 augustus 2012 heeft [Y] [appellant] bericht:
“(…) The email that we received from ING will be all they can give us.
Based on the information we’ve send them the maximum mortgage based on your annual salary (without the 30% rule) is 381.000,-.
A purchase price of 400.000 excluding costs won’t be given by them because the purchase price is higher than what you can get based on just your income.
(...)”
( l) [geïntimeerde] en [A] hebben op 3 augustus 2012 contact opgenomen met hun eigen contactpersonen bij ABN AMRO en met [X] en zij hebben ABN AMRO bereid gevonden mee te werken aan een herziene financieringsaanvraag op basis van een nieuw taxatierapport. [appellant] is hiervan op de hoogte gesteld, maar was niet bereid hieraan zijn medewerking te verlenen.
( m) Een e-mail van [B] van ING van 6 augustus 2012 aan [Y], luidt:
“(...)
Op basis van het beleid dat de ING hanteert kunnen wij [appellant] niet de koopsom en verwervingskosten financieren. (...)”
Mr. Van Dijk heeft dit bericht als bijlage bij een brief van 6 augustus 2012 aan Spier & Hazenberg doen toekomen. Zij heeft die brief en dit bericht op dezelfde datum naar [geïntimeerde] gemaild.
( n) Bij brieven van 6 augustus en 13 augustus 2012 heeft [geïntimeerde] [appellant] in gebreke gesteld.
( o) Per e-mail van 4 september 2012 heeft [geïntimeerde] de koopovereenkomst ontbonden en betaling gevorderd van een boete van 10% van de koopprijs. [appellant] heeft dit bedrag niet voldaan.
( p) Nadat [geïntimeerde] [appellant] in rechte had betrokken en de rechtbank hem bij na te noemen tussenvonnis had opgedragen te bewijzen dat de banken hem ongeacht zijn inkomen geen leningen wilden verstrekken die de getaxeerde waarde van het onderpand (de woning) overtroffen, heeft [X] [appellant] in een brief van 30 mei 2013 het volgende geschreven:
“(…)
U kon geen lening verkrijgen die de getaxeerde waarde van het onderpand overtrof.
Op 31-07-2012 en 02-08-2012 hebben wij u hierover schriftelijk geïnformeerd."
[C] van ING heeft in dat kader op 11 juni 2013 per e-mail het volgende aan de advocaat van [appellant] bericht:
“Ik heb navraag gedaan bij de afdeling MidOffice Hypotheken over de hypotheekaanvraag van de heer R.L. [appellant].
Hieruit is gebleken dat ING de hypotheekaanvraag van [appellant] heeft afge-wezen, omdat op basis van zijn inkomen de koopsom en de verwervingskosten niet haalbaar bleek. Er is geen beoordeling meer gedaan op de waarde van het onderpand.
Deze afwijzing is eerder door ING aan [appellant] schriftelijk medegedeeld per 31 juli 2012 en 6 augustus 2012.”
( q) Een e-mail van [X] van 7 maart 2014, derhalve daterend van na de bestreden vonnissen, luidt als volgt:
“(…)
1. In geval van [appellant] heb ik eerst een berekening gemaakt op basis van het inkomen. Op basis van zijn basissalaris kon [appellant] de koopsom (400/k) + verwervingskosten niet lenen. [appellant] is een expat (…) enheeft; hof)
derhalve recht op de 30% regeling. ABN AMRO bank is een van de weinige banken die dit inkomen meenemen voor de maximale verstrekking. In dat geval moet het bedrag dat meer wordt geleend dan het bedrag dat op basis van het basissalaris haalbaar is, worden afgelost in de periode dat er nog recht is op de 30% regeling. [appellant] kwam dus hiervoor in aanmerking.
2. Na de berekening heb ik [appellant] gevraagd de woning te laten taxeren. De bank kijkt namelijk eerst of een bepaalde hypotheeksom haalbaar is op inkomen, als dat het geval is kijken we ook nog naar de waarde en staat van de woning aan de hand van het taxatierapport. De getaxeerde waarde kwam voor verbouwing op 377.500 (…) en na verbouwing van 97.000,- kwam op een marktwaarde van 417.500,-. De 97.000,- was meegenomen in de financiering. De waardestijging met een verbouwing van 97.000,- was maar 40.000,-. Derhalve konden wij geen lening verstrekken die de getaxeerde waarde overtrof ongeacht het inkomen.
(…)”.