ECLI:NL:GHAMS:2015:1189

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 maart 2015
Publicatiedatum
2 april 2015
Zaaknummer
200.139.449/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhoging van onderzoekskosten in een ondernemingsrechtelijke procedure

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 10 maart 2015, wordt de verhoging van de onderzoekskosten in een ondernemingsrechtelijke procedure behandeld. De zaak betreft verzoekers Kinta c.s., bestaande uit verschillende vennootschappen en personen, die een verzoek hebben ingediend tegen de coöperatie TICA en de besloten vennootschap Clayre & Eef B.V. De Ondernemingskamer had eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van TICA, met een budget van € 15.000, dat later werd verhoogd naar € 30.000. De verzoekers hebben geen bezwaar gemaakt tegen de voorgestelde vergoeding van de onderzoeker, die in totaal € 30.000 bedraagt, exclusief omzetbelasting. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat de vergoeding niet onredelijk is en heeft deze goedgekeurd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.139.449/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 10 maart 2015
inzake
1. de commanditaire vennootschap
KINTA C.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KITCHEN TREND PRODUCTS B.V.,
gevestigd te Aalsmeer,
3.
[verzoeker 3],
vennoten van
ARATRO TRADING v.o.f.,
gevestigd te Nieuwerkerk aan de IJssel,
4.
[verzoeker 4],
handelend onder de naam
ROCAFLOR,
wonende te Uithoorn,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RUSTIK LYS B.V.,
gevestigd te Rijnsaterwoude,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EUROLIGHT AALSMEER B.V.,
gevestigd te Tienhoven,
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FIDRIO B.V.,
gevestigd te Woerden,
8.
[verzoeker 8],
handelende onder de naam
JAMA TRADE EUROPE,
wonende te Huizen,
VERZOEKERS,
advocaten:
mr. S.N. Vlaar, kantoorhoudende te Den Haag,
t e g e n
de coöperatie
COÖPERATIE TRENDS-IN-CENTER-AALSMEER (TICA) U.A.,
gevestigd te Aalsmeer,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. B.W. Brouwer, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CLAYRE & EEF B.V.,
gevestigd te Haelen,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. H.M.L. Dings, kantoorhoudende te Venlo.

1.Het verloop van het geding

1.1
Partijen worden hierna als volgt aangeduid:
verzoekers gezamenlijk als Kinta c.s.;
verweerster als TICA;
belanghebbende als C&E.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in deze zaak van 27 februari 2014, 14 maart 2014, 8 september 2014 en 24 februari 2015 (met zaaknummer 200.139.449/01 OK), en van 11 juni 2014 (met zaaknummer 200.139.449/02 OK).
1.3
Bij beschikkingen van 27 februari en 14 maart 2014 heeft de Ondernemingskamer - voor zover hier van belang - (i) een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van TICA over de periode vanaf 1 oktober 2013, bepaald dat het onderzoek ten hoogste € 15.000 (exclusief BTW) mag kosten en mr. E.M. Soerjatin aangewezen als onderzoeker, en (ii) bij wijze van onmiddellijke voorziening het besluit van de algemene ledenvergadering van TICA van 29 november 2013 tot instemming met het door C&E uitgebrachte bod op alle aandelen in TICA Aalsmeer B.V. (hierna: TICA Aalsmeer) en tot goedkeuring van het besluit tot het vervreemden van de deelneming in TICA Aalsmeer, geschorst en het bestuur van TICA verboden om met gebruikmaking van dit besluit de aandelen in TICA Aalsmeer te vervreemden.
1.4
Bij beschikking van 8 september 2014 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het bevolen onderzoek naar het belang en de gang van zaken van TICA ten hoogste mag kosten verhoogd tot een bedrag van € 30.000, de omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.5
Bij beschikking van 24 februari 2015 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het verslag met bijlagen van het bij beschikking van 27 februari 2014 bevolen onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van TICA ter griffie van de Ondernemingskamer ligt voor belanghebbenden. Voorts heeft de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid gesteld zich uiterlijk op woensdag 4 maart 2015 schriftelijk uit te laten over de vergoeding van de onderzoeker, waartoe laatstgenoemde bij brief van 23 februari 2015 een urenspecificatie van alle in deze zaak verrichte werkzaamheden met betrekking tot het onderzoek had gevoegd. Uit deze brief volgt verder dat de onderzoeker haar declaratie beperkt tot € 30.000, de omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.6
Bij emailbericht van 4 maart 2015 heeft mr. S.N. Vlaar namens Kinta c.s. kenbaar gemaakt dat Kinta c.s. geen bezwaar hebben tegen de voorgelegde vaststelling van de vergoeding van de onderzoeker. Van de (advocaten van) overige partijen is in dit verband niet vernomen.

2.Gronden van de beslissing

De door de onderzoeker verzochte vergoeding overschrijdt het vastgestelde budget niet. Er zijn voorts geen bezwaren aangevoerd. De vergoeding komt de Ondernemingskamer ook niet onredelijk voor. De Ondernemingskamer zal daarom de vergoeding van de onderzoeker – overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 BW – bepalen als hierna te vermelden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt de vergoeding van de onderzoeker op € 30.000, de omzetbelasting daarin niet begrepen,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Ingelse , voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. G.C. Makkink, raadsheren, en G.A. Cremers en prof. drs. E. Eeftink RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Sterk, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 10 maart 2015.