Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Hof: hierna ook: het aanvraagformulier]. Op dit formulier staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
Gegevens aanvrager
3.Geschil in hoger beroep
4.Beoordeling van het geschil
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
– of iemand onder diens verantwoordelijkheid – tot die foute veronderstelling is gekomen. Daar komt bij dat uitdrukkelijk op het aanvraagformulier staat afgedrukt dat de aangevraagde dienst op basis van de Verordening zal worden doorberekend. Ook anderszins zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die tot het oordeel nopen dat aan de aanvraag geen rechtsgevolg kan worden gegeven.
hijde aanvrager in de zin van de Verordening is geweest, maar het Stadsdeel, omdat een van de medewerker van het Stadsdeel degene is geweest die telefonisch contact heeft opgenomen met Waternet. Deze stelling dient te worden verworpen. Voor de vraag wie de aanvrager in de zin van de Verordening is, is niet van belang wie feitelijk de opdracht tot de ontstopping heeft gegeven. Het gaat erom wie de dienst heeft aangevraagd. Ook al zou belanghebbende het formulier ondertekend hebben eerst nadat de desbetreffende leiding ontstopt was, acht het Hof gelet op alle omstandigheden rondom het onderzoek naar en het verhelpen van de ontstopping evenwel aannemelijk dat, voordat de medewerkers van Waternet zijn begonnen met het ontstoppen, belanghebbende de aanvraag mondeling heeft gedaan en dat het aanvraagformulier een formalisering van de mondelinge aanvraag is. Omdat de Verordening niet voorschrijft dat de dienst schriftelijk wordt aangevraagd, is ook in die situatie sprake van een aangevraagde dienst als bedoeld in de Verordening.