Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
- de man, bijgestaan door zijn advocaat;
- mr. H.H.J. ten Hoope namens de gemeente.
2.De feiten
de manis het volgende gebleken.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een man tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin een verhaalsbijdrage is vastgesteld die hij aan de gemeente Amsterdam moet betalen. De man is op 30 juli 2013 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 1 mei 2013, waarin de gemeente de kosten van bijstand die aan zijn ex-vrouw, de vrouw, zijn verleend, op hem heeft verhaald. De man heeft een onderhoudsverplichting jegens zijn ex-vrouw en hun kinderen, die voortvloeit uit de echtscheidingsbeschikking van 7 maart 2012. De gemeente heeft de verhaalsbijdrage vastgesteld op € 1.444,09 per maand, maar de man betwist dat hij in staat is dit bedrag te betalen.
Tijdens de zitting heeft de man zijn financiële situatie toegelicht, inclusief zijn inkomen en uitgaven. Hij heeft aangegeven dat hij alleenstaand is en dat zijn inkomen in 2014 aanzienlijk lager zal zijn dan in voorgaande jaren. De gemeente heeft echter verzocht om de verhaalsbijdrage te handhaven, omdat de man volgens hen niet voldoet aan zijn onderhoudsverplichting. Het hof heeft de financiële gegevens van de man beoordeeld en vastgesteld dat hij voldoende draagkracht heeft om een lagere verhaalsbijdrage te betalen.
Het hof heeft besloten dat de verhaalsbijdrage moet worden vastgesteld op € 480,- per maand van 1 januari 2013 tot 1 september 2013, en op € 608,- per maand met ingang van 1 september 2013. Deze bedragen zijn fiscaal volledig aftrekbaar voor de man. De eerdere beschikking van de rechtbank is vernietigd en de nieuwe verhaalsbijdrage is vastgesteld in overeenstemming met de financiële situatie van de man en zijn onderhoudsplicht jegens zijn ex-vrouw en kinderen.